Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Beantwoording verzoek met kenmerk 2009 Z20408


12 november 2009 - kamerstuk

Kamerbrief over bestaand gebruik en vergunningplicht op grond van de Natuurbeschermingswet 1998. Uitgangspunt is dat vooruitlopend op de totstandkoming van het beheerplan, bestaand gebruik legaal is.

Geachte Voorzitter,

Middels deze brief beantwoord ik het verzoek van het lid Ouwehand (PvdD), gedaan tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor LNV op 3 november 2009.
Het eerste deel van het verzoek gaat in op de wijze van vergunningverlening voor 7 december 2004, de referentiedatum voor de voorgestelde stikstofvoorziening, opgenomen in het onderdeel van het voorstel voor een Crisis- en herstelwet dat betrekking heeft op de Natuurbeschermingswet 1998. Het uitgangspunt is dat vooruitlopend op de totstandkoming van het beheerplan, bestaand gebruik - dus ook waar het gaat om bestaande veehouderijen - legaal is. Dit gebruik is vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van artikel 19d, derde lid, van de Natuurbeschermingswet. Wanneer dat nodig is, neemt het bevoegd gezag passende maatregelen (artikel 19c van de Nb-wet). Zodra er verandering plaatsvindt door nieuwe initiatieven, uitbreiding of wat dan ook, is er niet langer sprake van bestaand gebruik, en is er dus wel een vergunning nodig op grond van de Nb-wet.
Voor het tweede deel van het verzoek verwijs ik u naar mijn brief (Kamerstuk 31700 XIV nr. 151) waarin ik ingegaan ben op vragen omtrent vergunningen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg