Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Financiële middelen landschap op LNV-begroting


12 november 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister informeert over de besteding van financiële middelen voor de Agenda Landschap in 2010. De minister had toegezegd de Kamer voor de LNV begrotingsbehandeling te informeren.

Datum 12 november 2009
Betreft Financiële middelen landschap op LNV-begroting

Geachte Voorzitter,

Op 25 november 2008 bood ik u samen met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de Agenda Landschap aan (Kamerstuk 2008-2009, 31253, nr. 7), waarover wij op 28 januari 2009 met uw Kamer hebben gesproken. In het begrotingsonderzoek van 29 oktober jongsleden heeft uw Kamer vragen gesteld over de besteding van middelen voor de Agenda Landschap in 2010, onder meer omdat ik in 2010 4,7 miljoen euro uit de Coalitieakkoordmiddelen aan deze begrotingspost heb toegevoegd. Ik heb u toegezegd om vóór de LNV-begrotingsbehandeling daarover een brief te sturen. Deze brief is als volgt opgebouwd:

1. de besteding van de huidige middelen die bij begroting 2009 beschikbaar zijn gesteld voor de uitvoering van de Agenda Landschap;
2. mijn voornemens voor de besteding van de extra middelen die bij begroting 2010 beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van de Agenda Landschap;

3. een overzicht van de belangrijkste posten van overige middelen op de LNV-begroting die specifiek voor landschap zijn opgenomen.
1. Huidige besteding van middelen Agenda Landschap, begroting 2009 Bij begroting 2009 is voor de uitvoering van de Agenda landschap 3 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld. In bijlage 1 van de Agenda Landschap staat een overzicht van de voorgenomen bestedingen van deze middelen voor de komende vijf jaar. Ik kan u melden dat in 2009 volgens deze voornemens het geld is verplicht of binnenkort zal worden verplicht.

De bestedingen in 2009 zijn als volgt:

- Restauratiebeheer door Staatsbosbeheer: 1 miljoen euro1
- Publiekscampagne:
'Een mooier landschap, maak het mee': 1 miljoen euro2
- Procesondersteuning voorbeeldgebieden
Financiering Landschap 0,8 miljoen euro3

- Ondersteuning projecten burgerparticipatie 0,2 miljoen euro4
2. Voornemens besteding extra coalitieakkoordmiddelen Agenda Landschap, begroting 2010
De Agenda Landschap heeft een hoog ambitieniveau. Een bedrag van 3 miljoen euro per jaar is onvoldoende om deze ambities te realiseren. In de LNV-begroting 2010 is daarom 4,7 miljoen euro toegevoegd aan het begrotingsartikel 24.12 Landschap algemeen/Agenda Landschap. Het betreft budget van de derde tranche coalitieakkoordmiddelen. In de begroting voor 2010 heb ik aangegeven dat deze middelen bestemd zijn voor landschapsprojecten, zoals kleinschalige projecten die een impuls geven aan het landschap en projecten inzake burgerinitiatieven. Op grond van de ambities in de Agenda Landschap en de beleidsbrief "Genieten van Buiten" van 29 juni jl. (Kamerstuk 2008-2009, 26419, nr. 36) wil ik in 2010 de
4,7 miljoen euro toegevoegde middelen besteden aan de volgende acties:
1. Restauratiebeheer Staatsbosbeheer (1 miljoen euro). De maximale openstelling die Staatsbosbeheer nastreeft in zijn terreinen, betekent dat de herstelde gebieden voor een breed publiek bereikbaar en beleefbaar zijn. Met deze actie geef ik invulling aan de eigen verantwoordelijkheid van het Rijk voor landschapsherstel en behoud van landschappelijke kwaliteit. Staatsbosbeheer heeft op dit moment voldoende plannen liggen die direct gereed zijn voor uitvoering. De spa kan direct in de grond en het resultaat is op korte termijn zichtbaar.

2. Uitvoeringsgerichte Landschapsontwikkelingsplannen (1 miljoen euro) Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het ruimtelijk beleid en daarmee voor de afweging van landschappelijke waarden in de ruimtelijke planvorming.
Een Landschapsontwikkelingsplan, dat gemeenten met steun van LNV kunnen opstellen, helpt bij de afweging van landschap in gemeentelijk beleid en uitvoering. De huidige regeling loopt eind dit jaar af en is door LNV geëvalueerd. Verbeterpunten zijn de uitvoeringsgerichtheid van de regeling en de aansluiting op de praktijk van integrale planvorming.
1 In 2009 is een éénjarige verplichting aangegaan. Voornemen is om in 2010 een meerjarige verplichting aan te gaan voor de resterende 4 jaren.
2 Het betreft een driejarige verplichting van in totaal 3 miljoen.
3 Bij twee van de vier gebieden is inmiddels een driejarige verplichting aangegaan, de verplichting voor het derde gebied wordt naar verwachting binnenkort aangegaan.
4 Recent heb ik een selectie gemaakt van 10 initiatieven die in 2009 en 2010 ondersteuning zullen krijgen.

Het Landschapsontwikkelingsplan heeft een breed draagvlak onder burgers, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Zij onderschrijven de verbeterpunten. In de Agenda Landschap heb ik aangekondigd de regeling voor Landschapsontwikkelingsplannen gewijzigd voort te zetten. Ik leg daarbij een versterkt accent op uitvoering, bijvoorbeeld door de inzet van gemeentelijke landschapscoördinatoren te ondersteunen.

3. Ondersteuning burgerinitiatieven/maatschappelijke initiatieven (1 miljoen euro)
Ik hecht een groot belang aan de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid van burgers bij hun landschap. Ik heb in de Agenda landschap het voornemen geuit om de actieve betrokkenheid van burgers bij het landschap te verhogen van 25% naar 50%. Maar ik realiseer me dat dit niet vanzelf gaat en dat het noodzakelijk is om goede voorbeelden van burgerinitiatieven een stimulans te geven. Daarom heb ik het afgelopen jaar tien concrete maatschappelijke initiatieven uitgezocht die ik in 2009 en 2010 met 'raad en daad' ondersteun. Dat betekent dat ik bekijk wat de initiatiefnemers nodig hebben om het idee te realiseren. Het budget kan worden gebruikt om de nu geselecteerde initiatieven beter te ondersteunen met kennis en DLGbegeleiding en om een aantal aanvullende burgerinitiatieven te ondersteunen.
4. Openstelling en toegankelijkheid boerenland (ommetjes en boerenlandpaden) (1miljoen euro)
Ik zet met de Agenda Landschap in op landschappen die voor recreanten toegankelijk zijn. In de beleidsbrief "Genieten van Buiten" is dit aspect verder uitgewerkt. Als mensen in een landschap hun vrije tijd kunnen besteden, beleven ze het landschap en voelen ze zich erbij betrokken. Het openstellen en toegankelijk maken van boerenland voor wandelaars sluit hierop aan. De verdere ontsluiting van boerenland, zeker indien dit in de nabijheid van grote steden en woonwijken gebeurt, draagt bij aan een betere verbinding tussen stedeling en agrariër en aan een toenemende waardering voor het agrarisch cultuurlandschap en de recreatieve functie van het boerenland. Ik zal in overleg met betrokken partijen bepalen op welke wijze de aanvullende middelen het best kunnen worden ingezet.

5. Ik verwijs u verder naar mijn recente brief in reactie op de motie Jacobi en Van Gent c.s. over openstelling in relatie tot subsidievoorwaarden voor landschap, natuur en landbouw.

6. Uitvoering Agenda Landschap/Genieten van Buiten plus communicatieacties rond landschap (0,7 miljoen euro)
Het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat voor een effectieve uitvoering van de Agenda Landschap met de vele betrokken partijen (Rijk, provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties) middelen nodig zijn voor kennisuitwisseling, aansprekende voorbeeldprojecten en communicatie.

Het aanvullende budget kan onder meer worden besteed aan kennisuitwisseling en evaluatie van de vier voorbeeldgebieden financiering landschap, nader onderzoek rondom financiering van landschap en aan aanvullende publiekscommunicatie over landschap die zich op specifieke doelgroepen richt zoals jongeren, agrarische bedrijven of recreanten in Nationale Landschappen.
Bij de besteding van de middelen wil ik waar mogelijk voorrang geven aan acties die neerslaan in de Nationale Landschappen. Voor het restauratiebeheer van Staatsbosbeheer is dit bijvoorbeeld nu al een van de voorwaarden. 3. Overige bestedingen landschap, begroting 2010
Uw Kamer heeft gevraagd om inzicht in de middelen op de LNV-begroting voor landschapsfinanciering en de doelen die daarmee gediend worden. De bestedingen voor landschap treft u aan in de begrotingsartikelen 24.11 en 24.12 van de LNVbegroting 2010. In totaal gaat het daarbij om een budget van 43,3 miljoen euro in 2010. Ik beperk me in de tabel hieronder tot de belangrijkste bestedingen. 24.11 Nationale
Landschappen
21.728 Waarvan ILG: Waarvan niet-ILG:
Nationale
Landschappen

17.638 Versterking beheer en
behoud
landschapskwaliteiten
2.807
BTWcompensatie
546 Monitoring, onderzoek en
communicatie
737
24.12
Landschap
Algemeen
21.564 Landschap
generiek

12.126 Agenda landschap 7.700
BTWcompensatie
4 Projectfinanciering 1.734
TOTAAL 43.292 30.314 12.978
Bedragen x ¤ 1000
Het grootste deel van dit budget, namelijk 30,3 miljoen euro, wordt via de bestuursoverkomsten ILG onder regie van de provincies aan vier thema's besteed. Het gaat hierbij om:

- Uitvoeringsprogramma's Nationale Landschappen 7,7 miljoen
- Subsidies aan de provinciale stichtingen landschapsbeheer 4,8 miljoen
- FES project Nieuwe Hollandse Waterlinie 12 miljoen
- Uitfinanciering Landinrichting bos en landschap en Landinrichting ruimtelijke kwaliteit 4,9 miljoen

- Landschap generiek 0,126 miljoen
Van de niet-ILG gelden, 13 miljoen euro, is de post voor de Agenda Landschap het grootst, namelijk 7,7 miljoen euro. Ik heb onder de punten 1 en 2 van deze brief toegelicht waaraan ik deze middelen zal besteden.

De resterende middelen (in totaal 5,3 miljoen euro) zijn bestemd voor meerdere doelen zoals het budget voor de Rijksadviseur voor het Landschap, de huidige regeling voor Landschapsontwikkelingsplannen, onderzoek en monitoring ter ondersteuning van de uitvoering van de Agenda Landschap en het programmabudget voor Kasteel Groeneveld.
Tot slot wil ik u erop wijzen dat ik voornemens ben om u begin 2010, een jaar na de parlementaire behandeling van de Agenda Landschap, een algemene voortgangsrapportage Agenda Landschap te sturen waarin ik tevens zal ingaan op de uitwerking van de in deze brief genoemde aanvullende acties voor 2010.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg