Ministerie van Verkeer en Waterstaat

2009Z19619 Datum 12 november 2009

Onderwerp Kamervragen afwikkeling schadeclaims Hollandse brug -

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Van der Ham (D66) heeft gesteld over aanhoudende klachten omtrent de afwikkeling van schadeclaims na werkzaamheden aan de Hollandse Brug.


1. Bent u op de hoogte van aanhoudende klachten omtrent de trage afwikkeling van schadeclaims met betrekking tot de afsluiting van de Hollandse Brug bij Almere? Hoe verhoudt deze trage afwikkeling zich tot uw beantwoording van mijn schriftelijke vragen op 24 april 2009 waarin u aangeeft "alles in het werk te stellen om een vlotte afhandeling te bevorderen"?


1. Ja, hiervan ben ik op de hoogte. Zoals ook aan de orde is geweest bij de beantwoording van eerdere vragen van lid Van der Ham van 24 april 20091 worden de claims afgehandeld op grond van de Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (hierna: "de Regeling"). De Regeling schrijft voor dat pas na het advies van een onafhankelijke commissie over de schadeclaims kan worden besloten. Juist om de afhandeling van schadeclaims zo voortvarend mogelijk te laten verlopen heb ik, zo snel als mogelijk was, een onafhankelijke adviescommissie ingesteld. Deze commissie heeft haar taak voortvarend opgepakt, maar moet hierbij natuurlijk ook uiterst zorgvuldig te werk gaan. In een aantal gevallen vergt deze zorgvuldigheid tijd.


2. Deelt u de mening van Transport en Logistiek Nederland (TLN) en de Algemene Eigen vervoer en Verladers Organisatie (EVO) dat er "onduidelijke criteria" zijn voor het terugkrijgen van de gemaakte onkosten, waardoor transporteurs steeds weer met nieuwe gegevens moeten komen? Zo nee, waarom niet?


2. Nee, die mening deel ik niet. De criteria op grond waarvan de schadeclaims moeten worden beoordeeld liggen vast in de Regeling. Op grond van de Regeling wordt schade vergoed voor zover deze schade redelijkerwijze niet of niet geheel voor rekening van de schadelijdende partij zou moeten blijven en voor zover de vergoeding niet of onvoldoende langs andere weg is verzekerd.


1 Tweede Kamer vergaderjaar 2008-2009 nr. 2475 a
agina 1 van 3 P





Bij de beoordeling of in een concreet geval de schade vergoed zou moeten Datum worden spelen de volgende criteria ­ die de adviescommissie in haar

onderzoek moet betrekken ­ een rol: het normale ondernemersrisico, de mate Ons kenmerk waarin de schadelijdende partij eventueel onevenredig door de afsluiting RWS/SDG/NW09/1373/83871 wordt getroffen, eventuele risicoaanvaarding, de voorzienbaarheid van de schade, de schadebeperkingsplicht van de schadelijdende partij en de verrekening van eventueel verkregen voordeel. Deze elementen spelen overigens niet alleen een rol bij beoordeling van de schadeclaims in de zaak van de Hollandse Brug maar in alle gevallen waarin een beroep op de Regeling wordt gedaan. Om zich een oordeel te kunnen vormen over de schadeclaim heeft de adviescommissie informatie nodig zoals bijvoorbeeld omzetgegevens en rittenstaten. Het is uiteraard aan de adviescommissie om nadere gegevens te vragen indien daartoe aanleiding bestaat.


3. Hoeveel schadeverzoeken heeft de onafhankelijke adviescommissie, die u heeft ingesteld ter versnelling van de afhandeling, ontvangen sinds uw beantwoording? Hoeveel positieve en negatieve adviezen heeft de commissie vanaf dat moment gegeven? Hoeveel positieve en negatieve schadebesluiten heeft u sindsdien genomen?

3. Het aantal verzoeken om nadeelcompensatie bedroeg op 24 april 2009 58. Sindsdien zijn daar géén verzoeken bijgekomen. Door 10 belanghebbenden is het verzoek om nadeelcompensatie ingetrokken. De behandeling van twee zaken is op verzoek van de indiener aangehouden en van een van deze zaken is de behandeling recentelijk weer hervat.
De adviescommissie heeft tot nu toe ter zake van 25 van de 48 te behandelen verzoeken een definitief advies uitgebracht. Het betrof 2 adviezen om tot vergoeding van schade over te gaan en 23 adviezen om af te wijzen. Daarvan zijn er inmiddels 23 door middel van een besluit afgedaan, conform het gegeven advies.


4. Welk percentage van de schadeverzoeker is binnen de door de Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 gestelde termijnen afgehandeld? Welke specifieke handelingen heeft u uitgevoerd om de termijnen te halen?


4. Op grond van de Regeling bestaat een doorlooptijd voor de procedure van benoeming van de adviescommissie tot aan de definitieve afhandeling van maximaal 100 weken. De termijn is aangevangen op 11 maart 2009, dat is de dag waarop het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk werd, zodat alle tot nu toe genomen besluiten binnen de door de Regeling gestelde termijn zijn afgewikkeld. Ook de resterende verzoeken zullen naar verwachting binnen deze termijn worden afgedaan.

De adviescommissie is ingesteld in de tweede helft van 2007. De adviescommissie kon pas adviezen uitbrengen na 11 maart 2009 omdat toen het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk werd. De adviescommissie is in dit bijzondere geval door mij al vóór het onherroepelijk worden van het schadeveroorzakende besluit ingesteld om de doorlooptijd zoveel mogelijk te bespoedigen. Doorgaans gebeurt dit pas daarna. Hierdoor is na het onherroepelijk besluit een vliegende start gemaakt.

agina 2 van 3 P






5. Bent u, gezien het feit dat de geleden schade dateert uit een periode die Datum aanving in april 2007 en het feit dat ondernemers nog altijd geconfronteerd

worden met oplopende accountantskosten en interne kosten, van mening dat Ons kenmerk de behandeling van deze klachten niet kan wachten tot eind december? Zo ja, RWS/SDG/NW09/1373/83871 welke consequenties verbindt u daaraan? Bent u bereid personen, die de strijd om de geleden schade te verhalen hebben opgegeven, op specifieke wijze tegemoet te komen? Zo nee, waarom niet?

5. Ik ben van mening dat, met inachtneming van termijnen van de Regeling, de zorgvuldigheid bij de beoordeling van de schadeclaims voorop staat. Een onvoldoende zorgvuldige beoordeling kan leiden tot lange juridische procedures met het daarmee gepaard gaande tijdsbeslag.

Ik verwacht dat de adviescommissie omstreeks januari 2010 de laatste definitieve adviezen kan uitbrengen. Rijkswaterstaat verwacht na ontvangst van deze definitieve adviezen medio 2010, of eerder te kunnen besluiten.

Ik wijs er op dat op grond van de Regeling een verzoek in ieder geval tot vijf jaar na het schadevoorval kan worden ingediend. Een eerder ingetrokken verzoek kan ook worden heringediend en behandeld. Een specifieke tegemoetkoming acht ik derhalve niet noodzakelijk.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

agina 3 van 3 P