NIOD


10.11.2009
Tentoonstelling op het NIOD: Oorlog op Java in kindertekeningen 1948/1949

Mohammed Toha was als kind getuige van de Nederlandse aanval op de republikeinse hoofdstad Yogyakarta in 1948. Met waterverf legde hij de gebeurtenissen op straat vast. Een selectie van 18 van deze tekeningen is nu te zien in de expositie Oorlog op Java in kindertekeningen 1948/1949. De tentoonstelling is een samenwerking tussen het Rijksmuseum en het NIOD en is tot en met 12 januari 2010 te zien op het NIOD.

Mohammed Toha
Op 19 december 1948 's morgens brak voor de elfjarige Mohammed Toha (geb. 1937) een onuitwisbare periode van zijn leven aan. Vliegtuigen verschenen in de lucht boven zijn woonplaats Yogyakarta. Zij voerden aanvallen uit op het nabijgelegen Magoewo.

Nederlandse troepen waren begonnen aan een grootscheepse militaire operatie, die tot doel had de republikeinse hoofdstad Yogyakarta te bezetten en de republikeinse regering en legerleiding gevangen te nemen. De strijd tussen Nederland en de door Sukarno in augustus 1945 uitgeroepen Indonesische republiek bereikte daarmee een nieuw gewelddadig hoogtepunt.

De jonge Toha was ooggetuige van dit alles. Hij woonde bij zijn ouders thuis in het centrum van Yogyakarta. Toha had talent voor tekenen en volgde samen met een aantal andere jongens teken- en schilderlessen bij de kunstschilder Dullah, die zelf zou uitgroeien tot een van de belangrijkste schilders van de Indonesische revolutie. Dullah onderkende de bijzondere situatie en vroeg de jongens de straat op te gaan en de gebeurtenissen vast te leggen. Dat was geen ongevaarlijk werk want het optekenen van vijandelijke troepenbewegingen kon gemakkelijk opgevat worden als spionage.

Mohammed Toha ging de straat op als sigarettenverkoper. Voor zijn buik droeg hij aan een band om zijn nek een platte bak waarop sigaretten waren uitgestald. Op de bodem van de bak verborg hij onder de sigaretten zijn verf, penselen en papier. Hij gebruikte waterverf omdat hij daarmee, naar zijn zeggen, sneller werkte. Over een afbeelding deed hij 10 tot 15 minuten, met olieverf zou hem dat ten minste 20 minuten hebben gekost. Behalve op straat schilderde hij vanuit een bovenkamer van zijn ouderlijk huis dat aan een hoofdstraat in Yogya lag, vanachter de geblindeerde ramen. Zo doende legde hij de Nederlandse aanval op de stad vast, de daaropvolgende maanden van de bezetting van de stad tot de wapenstilstand en de komst in juni 1949 van de waarnemers van de Verenigde Naties.

In 1998 heeft het Rijksmuseum 44 van de in totaal 80 tekeningen en schilderijtjes gekocht. In de expositie Oorlog op Java in kindertekeningen 1948/1949 wordt een selectie van 18 tekeningen getoond.

Publicatie
Over de tekeningen is op 12 november de publicatie Kind in de oorlog onder redactie van Pieter Eckhart en Peter Sigmond verschenen (¤ 12,50, ISBN 9789071450280).

Algemene informatie
De tentoonstelling is geopend van dinsdag t/m vrijdag van 9.00 - 17.30 uur en op maandag van 13.00 - 17.30 uur. Toegang is gratis. NIOD, Herengracht 380, 1016 CJ Amsterdam, 020-5233800, www.niod.nl

Tentoonstelling is een samenwerking tussen het Rijksmuseum en het NIOD.