Rijksuniversiteit Groningen

Pharmacogenetics of antipsychotic-induced parkinsonism and tardive dyskinesia: a focus on African-Caribbeans and Slavonic Caucasians

Datum: 13 november 2009

Promotie: A.F.Y. Al Hadithy, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Pharmacogenetics of antipsychotic-induced parkinsonism and tardive dyskinesia: a focus on African-Caribbeans and Slavonic Caucasians

Promotor(s): prof.dr. J.R.B.J. Brouwers, prof.dr. A.J.M. Loonen

Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Bijwerkingen antipsychotica afhankelijk van genetische aanleg

Het onderzoek van Asmar Al Hadithy draagt bij aan het beter begrijpen van de rol van variatie in het menselijke DNA in relatie tot bewegingsstoornissen ten gevolge van behandeling met antipsychotica. De bevindingen van zijn onderzoek zouden in de toekomt dan ook gebruikt kunnen worden om de behandeling met antipsychotica te optimaliseren en dragen mogelijk bij aan het verder ontwikkelen van `farmacotherapie op maat'. In dit toekomstscenario kiest een arts een geneesmiddel voor een individuele patiënt op basis van zijn vooraf vastgestelde genetisch profiel.

Eénderde van de psychiatrische patiënten die de oudere typen van antipsychotica gebruiken, kunnen ernstige bewegingsstoornissen ontwikkelen. Deze bewegingsstoornissen variëren van spontane, abrupte spierbewegingen in de mond en het gelaat tot spierstijfheid en
-trillingen in de ledematen. Ons erfelijk materiaal (DNA) lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Dit blijkt uit onderzoek van Al Hadithy bij twee etnische groeperingen: Antilliaanse negroïden uit Curaçao en blanke Russen uit Tomsk (Slavische Kaukasiërs). Al Hadithy toont aan dat bij deze twee etnisch verschillende groepen psychiatrische patiënten genetische variaties (polymorfismen) in bepaalde genen kunnen leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor het ontstaan van bewegingsstoornissen. Dit is nooit eerder beschreven bij deze twee etniciteiten. Al Hadithy toont ook aan dat het ras of de etnische achtergrond een bepalende factor kan zijn in de manier waarop een genetisch polymorfisme aan het ontstaan van de bewegingsstoornissen bijdraagt. Hoewel onze genetische legpuzzel een aantal jaren geleden volledig in kaart gebracht is, is de precieze rol van vele mutaties die in het DNA voorkomen nog steeds onduidelijk.

Al Hadithy toont alvast wel aan dat er duidelijke etnische verschillen bestaan in hoe de effecten van genetische variaties tot uitdrukking komen. Zo kan een bepaalde genvariant wel relevant zijn bij een bepaalde etnische groep maar niet bij een andere. En ook dat er duidelijke genetische verschillen bestaan tussen de verschillende sub-symptomen van de bewegingsstoornissen. Zo kan een bepaalde genvariant wel relevant zijn voor bewegingsstoornissen in het mond- en gelaatgebied maar niet voor bewegingsstoornissen in de spieren van de romp en ledematen. Een belangrijk deel van eerder uitgevoerde onderzoeken blijkt hiermee geen rekening te houden. Dat zijn essentiële tekortkomingen. Het onderzoek van Al Hadithy pleit daarom voor strikte scheiding bij de bestudering van de verschillende sub-symptomen.

Asmar Al Hadithy (Sovjet Unie, 1977) studeerde farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zijn promotieonderzoek uitvoerde bij de afdeling Farmacotherapie en Farmaceutische Patiëntenzorg (FTFPZ), maar ook bij de afdeling psychiatrie van het UMCG en de onderzoeksscholen SHARE en GUIDE van de RUG. Inmiddels is hij in opleiding tot ziekenhuisapotheker bij Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.

Pharmacogenetics of antipsychotic induced side effects

The research conducted by Asmar Al Hadithy shows that variations in human DNA (polymorphisms) determine - at least partially - the occurrence of these disorders after exposure to antipsychotics. His findings contribute to a better understanding of the complex genetics of these disorders and may be applied in the future in the concept of "Personalized Medicine" to optimize the treatment with antipsychotics.

One third of the psychiatric patients that use classic (typical) antipsychotics may exhibit movement disorders at certain point of time. These movement disorders vary from purposeless movements in the tongue and facial muscles to muscle stiffness in the limbs and tremors in the fingers. The finding of Al Hadithy has been obtained from studies conducted in two ethnically distinct populations; African-Caribbeans from Curacao (Dutch Antilles) and Slavonic Caucasians from Tomsk (Siberia, Russian Federation). Studies in these ethnic groups suggest that genetic polymorphisms in certain genes may predispose to certain movement disorders and underline the importance of ethnicity and race in relation to the genetic sensitivity to the occurrence of antipsychotic-induced movement disorders.

Although our knowledge about the human genome has tremendously increased in the previous years, the precise role of the genetic variation in relation to the occurrence of antipsychotic-induced movement disorders remains unclear.

Laatst gewijzigd: 29 oktober 2009 12:14