Partij voor de Vrijheid (PVV)
Crisis en Herstelwet - Inbreng
vrijdag 13 november 2009
Inbreng Richard de Mos
Voorzitter,
Vandaag behandelen wij de Crisis en Herstelwet.
Voor de Partij voor de Vrijheid bevat deze wet een aantal goede
elementen die wegen- en woningbouw moeten versnellen en die het
opknappen van industrieterreinen moeten bevorderen.
Zo zijn wij verheugd dat een aantal ruimtelijke en infrastructurele
projecten juridische mogelijkheden krijgen om zo sneller ten uitvoer
gebracht te worden.
Voor wat betreft de PVV worden de wettelijke veranderingen die een
versnelde aanleg van infrastructuur mogelijk maken permanent in de wet
opgenomen in plaats van de nu in de wet opgenomen vervaldatum van 1
januari 2014.
Want voorzitter, de bouw van wegen moet NU plaatsvinden. Nieuwe wegen
zorgen voor een ontlasting van het wegennet en dat leidt weer tot een
verdere groei van de economie en de welvaart.
En wie kan daar nou tegen zijn?
Jammer vindt de PVV het dat kleine bouwprojecten, van minder dan 20
woningen niet in de wet zijn opgenomen. Wij zouden graag zien dat dit
alsnog gebeurd.
Bezorgd is de PVV wel aangaande de uitspraken van de Delftse
hoogleraar Hugo Priemus.
Hij zegt dat er van een vlottere aanpak niets terecht komt omdat
daarvoor te veel regels tegelijk worden veranderd en dat de verwarring
en onzekerheid die daarvan het gevolg zullen zijn, zullen leiden tot
vertraging in plaats van versnelling.
Ik zou graag horen hoe het Kabinet dit ziet.
Zowel Hugo Priemus als een andere hoogleraar uit Delft, Friso de Zeeuw
vinden dat de wet weinig met de economische crisis te maken heeft.
Vraag aan het Kabinet: Hoeveel banen gaat de Crisis en Herstelwet
opleveren?
De Crisis en Herstelwet bevat ook twee componenten waar geen normaal
denkend mens op zit te wachten, zeker de belastingbetaler niet, te
weten:
1) De duurzame energievoorziening, geheel liggend aan het
subsidie-infuus;
En
2) De klimaatbestendige inrichting van ons land.
Laten we, om te beginnen, eens het laatst genoemde component bij de
hand nemen. Dat component gaat uit van enorme doemscenario's. Een
meters hoge zeespiegelstijging staat ons te wachten en als we de
uitstoot van broeikasgassen niet tot een uiterste beperken dan staat
het water ons binnenkort tot aan de lippen.
Natuurlijk; Goede dijken zijn nodig!
We leven in ons land in een deltagebied en hebben ons in het verleden
altijd moeten verdedigen tegen het wassende water. Dat zullen we in de
toekomst ook moeten blijven doen.
Vreemd is het dan ook dat juist het onderhoud van die dijken nog veel
te wensen over laat.
Op de peildatum van 1 januari 2006 voldeed 24% van de waterkeringen
niet aan de geldende normen. Voor 32% kon hierover geen uitspraak
worden gedaan.
Van de kustwerken krijgt 22% de score: Voldoet niet.
En van maar liefst 49% van de kustwerken bestaat geen oordeel.
Vrij recentelijk heb ik in een Algemeen Overleg Nota Ruimte al eens
verwezen naar het plaatsje Wilnis in de gemeente Ronde Venen. In 2004
was daar een doorbraak van een poreuze veendijk. Deze doorbraak leidde
toen tot veel commotie.
De Telegraaf kopte in dat jaar in een zaterdageditie `Schiphol omringt
door tijdbommen'. Prof. Frans Molenkamp, bekend als de nationale
dijkdoktor, klapte in dat artikel uit de school over het gevaar van
poreuze dijken.
Dijkexpert dr. Ir. Stefan van Baars sprak toen de volgende woorden:
"Die dijk bij Wilnis is niet bezweken door droogte. Die is bezweken
door Hollandse zuinigheid".
In dit huis wordt oeverloos gesproken over de ruimtelijke inrichting
van ons land, maar zolang we kampen met poreuze dijken is de kans dat
we uiteindelijk louter natte voeten krijgen levensgroot aanwezig.
Tijdens het Notaoverleg Ruimte zei ik al dat het alom bekende gedicht
`Denkend aan Holland' een andere inhoud heeft gekregen: `Denkend aan
Holland, zie ik trage rivieren door oneindig laagland gaan, met
talrijke files achter slecht onderhouden dijken'.
Ik zal een motie indienen om dit achterstallige onderhoud in de wet
prioriteit te geven.
Want in plaats om in te zetten op goede dijken zijn we met de
klimaatbestendige inrichting van ons land bezig om bestaande natuur te
vervangen voor nepnatuur. Hierbij moeten boeren met lede ogen aanzien
hoe hun bedrijven het loodje moeten leggen.
Het herstellen van de afkalvende zandplaten achter de Oosterschelde is
een voorbeeld van een pure milieumaatregel die niets te maken heeft
met de veiligheid.
En al die milieumaatregelen zijn sterk overtrokken, want het gaat in
ons land erg goed met het milieu.
Bos was er nog nooit zoveel en vele diersoorten gedijen prima, omdat
de milieuproblematiek uit de vorige eeuw grotendeels is opgelost.
Hoogleraar Priemus zegt dat door de komst van de Crisis en Herstelwet
de macht van de milieubeweging wordt gemarginaliseerd. Dat zou
geweldig nieuws zijn, want dan kunnen we in Nederland eindelijk eens
doorpakken.
Toch schijnt de macht van de milieuclubs geen grenzen te kennen. De
nieuwste cijfers van het CBS leren ons dat er in deze branche maar
liefst 109 duizend voltijdbanen zijn. Dat is 25% meer dan in 1995.
In Trouw hadden de heren Thönissen en Van Woerkom het bij het rechte
eind door te stellen dat de Natuurbescherming haar doel voorbij
schiet.
Is de angst van beide heren gerechtvaardigd dat de Crisis en
Herstelwet een opmaat vormt voor een nieuwe Natuurwet?
Twee andere vragen aan de bewindspersonen:
1) In hoeverre hebben de natuur- en milieuclubs invloed op de Crisis
en Herstelwet gehad en dan vooral op het component klimaatbestendige
inrichting?
2) Hoeveel van die 109 duizend banen worden gesubsidieerd door de
belastingbetaler?
Voorzitter,
De Crisis en Herstelwet bevat een stuk, artikel 3.2, dat de bouw of
uitbreiding van een windmolenpark versoepeld.
Op basis van een schriftelijke indiening bij de provincie tot aanleg
of uitbreiding van een windmolenpark, moet een gebiedsverkenning
worden uitgevoerd.
De getroffen gemeente moet de grond die het meest geschikt wordt
geacht voor een windmolenpark dan 10 jaar toewijzen aan die eventuele
aanleg of uitbreiding. Dit geldt ook voor gebieden met bestaande
bestemmingsplannen. Ja alles moet wijken voor de komst van deze malle
molens.
Voorzitter,
Ik zie het al voor me.
Bij de Provincie Zuid-Holland komt een aanvraag en ineens staan er in
mijn geliefde Haagse Zuiderpark 10 windmolens te draaien.
Maar goed, u zult zelf de klachten van omwonenden van windmolens of
zelfs hele windmolenparken ook wel kennen.
De PVV is niet per definitie tegen windmolens, maar wel als deze
molens alleen draaien zolang zij massaal aan het subsidie-infuus
liggen. Waarom zal Shell uit de hele windmolenbusiness gestapt zijn?
Wellicht omdat de winstgevendheid er wat mee te maken had? Of omdat de
kritiek aangaande de rendabiliteit van deze windmolens terecht is?
Overigens van dat subsidie-infuus en die windmolens heeft de
gemiddelde minister of het gemiddelde Kamerlid weinig last, maar Jan
modaal die door dit Kabinet wordt gevraagd om de broekriem aan te
trekken, mag weer aftikken om die molens in zijn achtertuin te zien
draaien.
Jan Modaal heeft niet eens inzicht in de subsidiestromen richting
duurzame energie-opwekking.
Wellicht goed als het Kabinet eens wat inzichtelijke specificaties
laat zien?
Voorzitter,
Een dringend verzoek dus ook om alle windmolenprojecten uit de Crisis
en Herstelwet te halen.
Noodzakelijke investeringen in de belangrijke energiedrager
kernenergie, worden door dit Kabinet uit alle macht vermeden. Zomaar
een tip om daar eens naar te kijken.