Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC's en visplannen
13 november 2009 - kamerstuk
Kamerbrief over het beleid voor binnenvisserij en het stelsel van
visstandbeheercommissies (VBC's) in de binnenvisserij. De minister
schrijft de brief mede namens de staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat.
Datum 13 november 2009
Betreft Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC's en visplannen
Geachte Voorzitter,
De visserij op de binnenwateren heeft een lange historie. Al eeuwenlang vindt
visserij plaats, in eerste instantie om vis te vangen voor de voedselvoorziening,
later ook voor de ontspanning. Op dit moment is de beroepsvisserij op de binnenwateren
een relatief kleine sector. Recent hebben de teruggang van de aalstand
en de hiermee samenhangende herstelmaatregelen in het kader van de EU
Aalverordening, een aanzienlijke impact voor de beroepsvisserij op de binnenwateren.
Tegelijk heeft de sportvisserij zich ontwikkeld. Sportvisserij is in ons
dichtbevolkte en sterk verstedelijkt land voor een grote groep mensen een steeds
belangrijker vorm van recreatie. Het voorziet in een behoefte aan ontspanning,
outdoor activiteiten en natuurbeleving.
De geschetste ontwikkelingen vragen om antwoorden. Met deze brief informeer ik
u, mede namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, over mijn
beleidsvoornemens met betrekking tot de binnenvisserij in het algemeen en
specifiek met betrekking tot de wijze waarop ik om wil gaan met het stelsel van
visstandbeheercommissies (VBC's) en visplannen in de binnenvisserij.
Tijdens het wetgevingsoverleg van 24 november 2008 en daarna bij de AO's van
18 maart 2009 en van 10 september 2009 heb ik met u gesproken over de stand
van zaken rond de instelling van visstandbeheercommissies (VBC's) en de wenselijkheid
om naar de toekomst toe het stelsel van VBC's en visplannen steviger te
positioneren. Ik heb hierbij aangegeven dat ik het, met u, van belang acht om het
sinds 2000 functionerende stelsel van VBC's en visplannen van een steviger
fundament te voorzien.
Recent, tijdens het VAO van 22 september 2009, heb ik uw Kamer toegezegd dat
ik u voor de begrotingsbehandeling visserij informeer over de wijze waarop ik tot
een steviger verankering van VBC's en visplannen wil komen en over mijn overige
beleidsvoornemens met betrekking tot de binnenvisserij. Met deze brief kom ik
deze toezegging na.
Verankering VBC's en visplannen
Sinds het Beleidsbesluit Binnenvisserij uit september 1999 nemen de VBC's een
centrale plek in het visserijbeleid voor de binnenwateren in.
De VBC's fungeren als platform waarin visrechthebbenden (beroeps- en sportvissers)
samen met andere betrokken partijen als waterbeheerders en terreinbeheerders
afspraken maken over een duurzaam visstandbeheer en een hierbij
passende duurzame visserij.
Hoewel op dit moment bijna overal VBC's zijn ingesteld, wordt nog lang niet
overal ook voldoende voortgang geboekt bij het vaststellen van gezamenlijke
visplannen en de uitoefening van de visserij conform de afspraken in deze visplannen.
Een nadere inbedding van de positie van VBC's en visplannen is daarom
wenselijk en noodzakelijk. Vanwege de noodzaak om tot een kwaliteitsimpuls in
het functioneren van de VBC's te komen, maar ook vanwege de wens om uiteindelijk
te kunnen komen tot een vorm van decentraal aalbeheer, waarbij per
VBC afspraken gemaakt kunnen worden over de wijze waarop aan de doelstellingen
uit de EU-Aalverordening kan worden voldaan.
Op dit moment kent het VBC-stelsel nog een te grote mate van vrijblijvendheid.
Voor de staatswateren is een verplichting tot deelname aan de VBC opgenomen
als voorwaarde in de huurovereenkomsten, echter zonder dat nadere voorwaarden
zijn verbonden aan wat deze VBC's dienen te bereiken en de wijze
waarop dit dient te gebeuren. Voor alle overige binnenwateren geldt de verplichting
tot VBC-deelname niet en is het stelsel derhalve volledig gebaseerd op
vrijwillige medewerking.
In de afgelopen periode heb ik samen met de sectororganisaties voor sport- en
beroepsvisserij en met de waterbeheerders gezocht naar een aanpak en organisatiemodel
om te zorgen dat VBC's en visplannen de noodzakelijke steviger verankering
krijgen. Ik wil dit doen in twee stappen.
Uiterlijk per eind dit jaar zal ik overgaan tot een aanscherping van de VBCvoorwaarden
zoals opgenomen in de huurovereenkomsten voor de staatswateren.
Hieronder valt het merendeel van de grotere Nederlandse binnenwateren en een
substantieel deel van de beroepsbinnenvisserij concentreert zich juist op deze
wateren. Over de inhoud van deze aanscherping heb ik u reeds eerder per brief
van 15 september 2008 (Kamerstukken II, 2007/08, 29664, nr. 17) uitvoerig
geïnformeerd.
In het kort komt het er op neer dat naast de verplichting tot VBC-deelname ook
de verplichting tot het opstellen van een visplan en het vissen volgens dit visplan
wordt opgenomen in de huurovereenkomsten. In het visplan dienen duurzame
visserijafspraken gemaakt te worden die aansluiten op de doelstellingen van de
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zoals die in het betreffende water van toepassing
zijn. Het opstellen en naleven van een visplan is een gedeelde verantwoordelijkheid
van de gezamenlijke deelnemers aan de VBC. De waterbeheerders
hebben ook zitting in deze VBC's en geven vanuit deze rol een zwaarwegend
advies over de verenigbaarheid van de visplannen met de KRW doelen en maatregelen.
Met deze aanscherping wordt het visplan een belangrijk bepalend kader waarin
wordt vastgelegd aan welke voorwaarden de binnenvisserij in een bepaald gebied
moet voldoen en op welke wijze deze moet worden uitgeoefend.
De visserij-afspraken worden hierbij vastgelegd in het visplan; het platvorm
waarin dit visplan wordt opgesteld wordt gevormd door de VBC's.
Ik kan deze aanscherping voor de staatswateren snel realiseren omdat immers
voor de staatswateren al een expliciete VBC-verplichting in de huurovereenkomsten
staat, waar ik nu de nieuwe voorwaarden aan toevoeg. Concreet
betekent dit voor de vissers op de staatswateren dat zij met ingang van 1 januari
aanstaande verplicht zijn om te werken aan de opstelling van een gezamenlijk
visplan. De verplichting om te vissen volgens de afspraken uit dit visplan zal gaan
gelden met ingang van 1 januari 2011.
Ook voor de IJsselmeervisserij heb ik de mogelijkheid om versneld toe te werken
naar verplichte opstelling van een, gezamenlijk door beroeps- en sportvisserij
opgesteld en met de waterbeheerder afgestemd, visplan. Ik zal dit eveneens met
ingang van 1 januari 2011 als voorwaarde verbinden aan de goedkeuring van het
visplan voor de IJsselmeervisserij.
Om tot een vergelijkbare aanpak in de overige binnenwateren te komen zal ik in
de visserijregelgeving de verplichting tot het opstellen van een met de waterbeheerder
afgestemd visplan en het vissen volgens dit visplan in de regelgeving
opnemen. Dit visplan wordt door de gezamenlijke visrechthebbenden in de VBC
opgesteld en bevat de onderlinge afspraken voor een duurzame visserij in het
VBC-gebied. Ik zal hiertoe een aanpassing van de regelgeving voorbereiden.
Overige beleidsvoornemens met betrekking tot de binnenvisserij
Behalve over de te nemen stappen op het punt van de VBC's en visplannen heb ik
in de afgelopen periode gezamenlijk met sectororganisaties en overige stakeholders,
nog een aantal andere beleidsvoornemens met betrekking tot de binnenvisserij
geïdentificeerd:
Beroepsvisserij
· Er zal door de sector worden toegewerkt naar de instelling van één PO
voor de binnenvisserij. Ik juich dit initiatief vanuit de sector zeer toe. Op
dit moment is de organisatie en vertegenwoordiging van de beroepsbinnenvisserij
nog verdeeld over twee structuren: de PO IJsselmeer voor
de IJsselmeervissers en de Combinatie van Beroepsvissers voor de vissers
op de meeste overige binnenwateren. Dit is voor een kleine beroepsgroep
als de beroepsbinnenvissers een onwenselijke situatie. Daarom zal op
termijn worden toegewerkt naar de ontwikkeling van één centrale PO
Binnenvisserij voor alle beroepsvissers op de binnenwateren. De sector
heeft hierin zelf het voortouw, LNV speelt een rol in de facilitering van dit
proces. In dit verband zal op korte termijn een eerste verkennend onderzoek
naar de praktische uitwerkingsaspecten met betrekking tot de instelling
van één PO worden gestart.
· Ontwikkeling en invoering van een MSC-keurmerk voor de binnenvisserij:
De sectororganisaties in de binnenvisserij hebben aangegeven dat zij zich
in de komende periode willen richten op de ontwikkeling en introductie
van een MSC-keurmerk voor duurzaam gevangen vis op de
binnenwateren.
Dit is een primaire verantwoordelijkheid van de sector zelf. In eerste
instantie zal worden toegewerkt naar MSC-certificering voor schubvis, op
termijn wordt tevens ingezet op de ontwikkeling van een MSC-keurmerk
voor, binnen de kaders van de aalverordening, duurzaam gevangen aal.
· Actieprogramma verbreding beroepsvisserij: Op dit moment heeft de
beroepsvisserij op de binnenwateren een smalle economische basis.
Verbreding van de bedrijfsactiviteiten, creëren van toegevoegde waarde
en beter vermarkten van de producten zijn strategieën waarmee beroepsvissers
hun bedrijven kunnen versterken. Certificering draagt bij aan de
professionalisering en verduurzaming van de beroepsvisserij en maakt het
voor de consument inzichtelijk wat duurzaam beheerde, kwalitatief goede
zoetwatervis is. Ook het inspelen op nichemarkten en het ontwikkelen en
aanbieden van regionale producten is een manier om de waarde van het
product te verhogen. Dit kan in aanvulling op MSC-certificering plaatsvinden,
of als voorloper hierop.
Het initiatief voor het realiseren van deze ambitie ligt primair bij de
ondernemer, maar vergt ook samenwerking met sportvisserij en waterbeheerders.
Bijvoorbeeld met de sportvisserij als het gaat om het maken
van afspraken in de visplannen over de mogelijkheden tot benutting van
schubvis en met de waterbeheerders als het gaat om de inzet van
beroepsvissers in onderzoek en beheerstaken voor de Kaderrichtlijn
Water, of breder, voor het leveren van "blauwe diensten".
De sectororganisatie(s) kunnen hierop inspelen door de ontwikkeling van
een opleidingsprogramma wat zich richt op het uitvoeren van beheersvisserijen
voor waterbeheerders, het benutten van de toeristische potentie
van de beroepsvisserij en professionalisering van de bedrijfsvoering.
Sportvisserij
· Verhogen van de dekkingsgraad van de VISpas en stroomlijning van de
VISpas-voorwaarden: Sinds de introductie van de VISpas door
Sportvisserij Nederland, vanaf 1 januari 2007, heeft dit document zich
ontwikkeld tot hét centrale privaatrechtelijke bewijs van toestemming,
waarmee de sportvisser in heel Nederland terecht kan om de sportvisserij
te kunnen uitoefenen. Sportvisserij Nederland heeft zich er zeer voor
ingespannen dat dit document bij alle vissers bekend is en gebruikt
wordt.
Voor het draagvlak van het systeem en om de toegankelijkheid van
wateren voor sportvissers te vergroten is het van belang dat zo veel
mogelijk wateren onder de VISpas vallen. Vanuit de sportvisserij zal
daarom in de komende periode onverminderd worden ingezet op een
verhoging van de dekkingsgraad van de VISpas. Daarnaast is het van
belang om tot een stroomlijning van de VISpas-voorwaarden te komen,
zodat zoveel mogelijk op de verschillende wateren onder dezelfde voorwaarden
kan worden gevist. Dit is voor de visser van belang omdat hij
dan niet op ieder water met verschillende voorwaarden te maken krijgt.
· Stimuleren van de verdere implementatie van de gedragscode dierenwelzijn
voor de sportvisserij: Voor het op een nette en verantwoorde wijze
omgaan met vissen en de visstand hanteert Sportvisserij Nederland al
geruime tijd een gedragscode die zij nadrukkelijk onder de aandacht
brengt van de sportvissers en waarbij zij er bij de vissers op aandringt de
sportvisserij uit te oefenen conform de spelregels uit deze gedragscode. Ik
laat samen met de sector deze gedragscode op dit moment evalueren,
waarbij vooral wordt gekeken naar bekendheid met de spelregels,
draagvlak en naleving. Afhankelijk van de bevindingen hieruit zal door de
sector een actieplan worden ontwikkeld om de bekendheid met, en de
toepassing van, de gedragscode sportvisserij in de komende periode van
een impuls te voorzien.
Visstandbeheer en stroperijbestrijding
· Stimuleren van VBC's en visplannen: Om de praktische instelling van
VBC's, en met name het opstellen van visplannen, van een impuls te
voorzien heb ik eerder aan de sectororganisaties voor sport- en
beroepsvisserij verzocht om hiervoor met een gezamenlijk voorstel te
komen. Op basis hiervan is inmiddels vanuit de gezamenlijke sectororganisaties
een project gestart waarbij zij vissers en VBC's begeleiden
bij de vormgeving van VBC-afspraken en visplannen.
Daarnaast zal in de komende periode in de VBC's een systeem van
vangstregistraties worden opgezet. Vangstregistratie door sport- en
beroepsvisserij is noodzakelijk als basisinformatie voor het vormgeven van
visplannen voor een duurzaam visstandbeheer en een duurzame visserij.
De verplichte aalvangstregistraties zoals die op basis van de EU
Aalverordening dienen te worden bijgehouden, kunnen hierbij tevens
worden benut.
· Stroperijbestrijding: De commerciële visstroperij op de binnenwateren is
een belangrijk punt van aandacht, zowel in relatie tot de beroeps- en
sportvisserij op de binnenwateren, als in relatie tot het voeren van een
duurzaam visstandbeheer. Stroperij leidt tot broodroof van de legale
beroepsvisserij en is een vorm van criminaliteit waarin aanzienlijke
geldbedragen omgaan en waarbij geweld en intimidatie niet worden
geschuwd. Bovendien kunnen door stroperij illegaal aanzienlijke hoeveelheden
vis worden onttrokken met sterk negatieve gevolgen voor natuurwaarden
en waterkwaliteit. Stroperij frustreert zo in hoge mate de mogelijkheden
om te komen tot een duurzaam visstandbeheer.
Om deze reden zal ik de bestaande stroperijbestrijding, in regionale
stroperijteams in de kerngebieden waar de stroperij zich concentreert,
onverminderd voortzetten. Daarnaast bereid ik op dit moment een wetsvoorstel
voor om visstroperij als misdrijf strafbaar te stellen in de Wet op
de economische delicten (WED). Ik wil dit doen omdat naar mijn oordeel
in de huidige strafbaarstelling via de Visserijwet de bijzondere ernst van
dit feit onvoldoende tot uitdrukking komt. Door visstroperij strafbaar te
stellen in de WED komen ook de bevoegdheden van de WED aan de
handhaving ten dienste, waardoor de bestaande opsporingscapaciteit
effectiever kan worden ingezet. Bedoeling is om dit wetsvoorstel begin
volgend jaar in procedure te brengen.
Aanpassing en vereenvoudiging visserijregelgeving
· Afschaffing van de Kamer voor de Binnenvisserij en de visakte: In de
visserijregelgeving is op een aantal onderdelen een aanzienlijke
vereenvoudiging en een vermindering van de regeldruk mogelijk. Zoals ik
eerder bij verschillende gelegenheden aan uw Kamer heb gemeld, zal ik
overgaan tot het afschaffen van de Kamer voor de Binnenvisserij en het
afschaffen van de visakte voor beroepsvistuigen (voorheen de grote
visakte).
Met het opheffen van de Kamer voor de Binnenvisserij verdwijnt een
zelfstandig bestuursorgaan, dat thans verantwoordelijk is voor de toetsing
van huurovereenkomsten en schriftelijke toestemmingen op doelmatigheid
van bevissing. Met de verdere optuiging van het VBC- en visplanstelsel is
naar de toekomst toe echter reeds voorzien in een systeem, waarbij een
duurzame en doelmatige bevissing door middel van afspraken in de
visplannen voldoende is geborgd. De (grote) visakte heeft na de instelling
van de regelgeving voor het gebruik van beroepsvistuigen per mei 2008
geen enkele onderscheidende betekenis meer en fungeert nog slechts als
heffing om met beroepsvistuigen te mogen vissen. Ik zal in 2010 een
wetswijziging voorbereiden om de Kamer voor de Binnenvisserij en de
visakte uit de Visserijwet te halen.
· De lijst met vissoorten waarop de Visserijwet van toepassing is zal in 2010
worden geactualiseerd. Dit is nodig omdat een aantal veel voorkomende
en beviste soorten als roofblei en een aantal soorten rivierkreeft thans niet
onder de werking van de Visserijwet vallen.
In het verlengde hiervan zal tevens worden gestart met een actualisatie
van het Reglement voor de Binnenvisserij en het Reglement Minimummaten
en gesloten tijden en het Reglement voor de Binnenvisserij. Hierbij
zullen de gesloten tijden en minimummaten voor een aantal vissoorten
aan de recente bestandsontwikkelingen worden aangepast. In het
Reglement voor de Binnenvisserij zal overbodige regelgeving worden
geschrapt, waarbij in ieder geval de huidige vergunningstelsels voor
nachtvisserij en voor electrovisserij zullen worden vervangen door
algemene regels.
· Op dit moment is LNV nog verantwoordelijk voor de uitgifte van
huurovereenkomsten en schriftelijke toestemmingen voor de beroeps- en
sportvisserij op de staatsbinnenwateren. Met de sectororganisaties voor
sport- en beroepsvisserij is afgesproken dat een traject zal worden gestart
om te bekijken of de uitgifte van deze documenten in de toekomst bij de
sectororganisaties kan worden belegd. Hierbij wordt de sectororganisatie
voor beroepsvisserij verantwoordelijk voor de uitgifte van de documenten
voor beroepsvissers en de sectororganisatie voor sportvisserij voor de
documenten voor sportvissers. Dit past binnen het kabinetsbeleid om
kritisch te kijken naar waar de overheid zelf een rol te vervullen heeft, en
verantwoordelijkheden aan maatschappelijke partijen over te laten waar
dat mogelijk en verantwoord is.
Met de bovenstaande beleidsprioriteiten en actiepunten is een gedegen fundament
neergelegd, waarlangs overheid en sector in de komende jaren het beleid voor de
binnenvisserij verder kunnen vormgeven.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit