Openbaar Ministerie

Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling

13 november 2009 - Arrondissementsparket Utrecht

Vorige week is voor de eerste maal ín Utrecht de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde man voor een deel herroepen. De man ging op vakantie en nam zodoende twee weken niet deel aan een verplichte training. Hiermee overtrad hij de voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de man nu weer een week de cel in moet.

Sinds 1 juli 2008 is er geen sprake meer van de vervroegde invrijheidsstelling, die in de regel automatisch werd toegestaan. Hierop bestond veel kritiek. In plaats daarvan is er nu de voorwaardelijke invrijheidstelling. Veroordeelden worden zodoende niet meer automatisch eerder vrijgelaten. Zo is het mogelijk de voorwaardelijke invrijheidstelling uit of af te stellen, bijvoorbeeld bij misdragingen of ontvluchtingen. En is de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid gesteld, dan kan dit worden herroepen wanneer hij of zij de voorwaarden overtreedt.

Dit laatste deed zich onlangs in het Utrechtse arrondissement voor. De betrokkene werd op 8 mei 2009 voorwaardelijk vrijgelaten. Hij had toen nog een restant van 244 dagen staan. Gedurende de periode van de voorwaardelijke invrijheidstelling moest hij zich aan een aantal voorwaarden houden. Zo moest hij een training Cognitieve Vaardigheden volgen, een Leefstijltraining volgen, hij mocht geen harddrugs gebruiken en moest twee keer per week zijn urine laten controleren. Op 3 juli gaf hij aan twee weken met vakantie te willen. Op 17 juli kreeg hij bericht van de Reclassering dat hij niet op vakantie mocht gaan zolang hij deelnam aan de Leefstijltraining. De man is daarop toch op vakantie gegaan.

Ter zitting eiste de officier van justitie dat hij een vierde deel van de 244 dagen, 61 dagen, weer terug naar de gevangenis zou moeten. De rechtbank oordeelde dat de overtreding niet zo ernstig was dat de man 61 dagen terug zou moeten naar de gevangenis. En omdat uit de rapportage van de Reclassering niet duidelijk werd of en wanneer de man de urinecontroles had gemist, viel hem alleen aan te rekenen dat hij zich had onttrokken aan de Leefstijltraining. Volgens de Reclassering was de achterstand die hij hiermee had opgelopen niet meer in te halen en voortzetting van de training zou geen zin meer hebben. De rechtbank te Utrecht besloot bij vonnis van 5 november 2009 de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen voor de periode van één week.