Gemeente Gaasterlân-Sleat
Feestelijke bijeenkomst in Balk i.v.m. eigendomsoverdracht Friese Meren
De provincie Fryslân is vanaf heden weer eigenaar van de Friese meren.
Donderdag 12 november droeg staatssecretaris Jan Kees de Jager van
Financiën namens het Rijk de Friese meren over aan mevrouw
Jannewietske de Vries, gedeputeerde van de provincie Fryslân. Hiermee
is een 200 jaar geleden genomen beslissing uit de napoleontische tijd
teruggedraaid. De officiële eigendomsoverdracht was in Den Haag, maar
later op de dag is ook in Fryslân bij de overdracht stilgestaan. In
Balk, bij paviljoen Badmeester Keimpe aan het Sleattemer Mar, vond 's
avonds een feestelijke bijeenkomst plaats voor bestuurders en
betrokkenen van het Friese Merenproject. Wethouder Meint Jelsma van
Gaasterlân-Sleat verzorgde het welkomstwoord.
Jelsma benadrukte de positieve impuls die het Friese Merenproject
geeft, niet alleen aan de provincie, maar ook aan de afzonderlijke
gemeenten, waaronder Gaasterlân-Sleat. 'Het project heeft een
voorstuwende kracht', ook lokaal zorgt het project bij betrokken
ondernemers voor allerlei ideeën en initiatieven.
Boek Friese Meren/Fryske Marren
Mede-auteur Klaas Jansma overhandigde in Balk een exemplaar van zijn
boek Friese Meren/Fryske Marren aan gedeputeerde mevrouw De Vries. Dit
boek is gemaakt ter ere van het historische moment van overdracht. Tot
nu toe lag het eigendom nog bij het Rijksvastgoed- en
ontwikkelingsbedrijf (RVOB) van het Ministerie van Financiën. In
totaal gaat het om 9300 hectare water. Het is logischer om beheer en
eigendom van de meren in één hand neer te leggen. "Er kan zoveel meer
met Friese meren, ecologisch, economisch, landschappelijk. De Friese
meren zijn goud waard, voor Fryslân en voor Nederland", aldus De
Vries.
Fryslân zet investeringen door
Met Het Friese Merenproject werkt de provincie al vanaf 2001 aan de
kwaliteit van de Friese wateren. Tot 2009 is flink geïnvesteerd in
infrastructuur en voorzieningen voor de watersporter, met als
resultaat vele verbeteringen, waaronder vijf nieuwe aquaducten. In het
vervolg zet Fryslân de investeringen door met het accent op
oplossingen voor de gevolgen van klimaatverandering, betere promotie
van de (elf) cultuurhistorische watersteden en blijvend scho(o)ne
Friese meren. Deze thema's worden gebiedsgericht en op innovatieve
wijze uitgewerkt, om te beginnen in de pilot Van Stavoren tot Sneek.
Belangrijk onderdeel daarvan is bijvoorbeeld de capaciteitsuitbreiding
van de sluis in Stavoren, een belangrijke verbinding met het
IJsselmeer. In totaal investeert de provincie samen met het Rijk,
gemeenten, ondernemers en brancheorganisaties tot een half miljard
euro in toeristisch aantrekkelijke, duurzaam schone meren. De Friese
meren zijn van groot economisch belang en hebben regionaal een
belangrijke maatschappelijke en toeristische waarde. Watersport en dus
de meren zijn echter ook van groot nationaal belang, aangezien steeds
meer toeristen Nederland bezoeken om de watersport te beoefenen. Het
Rijk heeft geen direct belang bij het daadwerkelijk beheer van de
meren. Vanwege de grote betrokkenheid en de goede kennis van het
gebied en het feit dat het nautisch beheer al door de provincie wordt
uitgevoerd, ligt het voor de hand dat de provincie de meren in
eigendom krijgt. Het RVOB draagt ze daarom over. De provincie krijgt
meer zeggenschap over de meren. In samenwerking met de betrokken
Friese gemeenten kan zij daardoor slagvaardiger opereren, vooral op
het gebied van kwaliteit van het landschap, milieu en behoud en
versterking van de natuurwaarden.