Ministerie van Economische Zaken
Beantwoording vragen over de televisiereclame 'Friendfinder'
Datum 13 november 2009
Bijgaand zend ik u, mede namens de minister van Justitie, de beantwoording van
de vragen van het lid Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA) over de televisiereclame
'Friendfinder' (ingezonden 29 september 2009).
1
Bent u bekend met de televisiereclame 'Friendfinder', waarin mensen via
telefoonnummer 0900-7040 de mogelijkheid wordt geboden de verblijfplaats van
iemand via zijn of haar mobiele telefoon op te sporen?
Antwoord
Ja, ik ben bekend met televisiereclame voor de dienst Friend Finder. Ik heb niet
geconstateerd dat bij deze dienst gebruik is of wordt gemaakt van een betaald
0900-telefoonnummer. Een dergelijke dienst wordt onder verschillende
benamingen door meerdere aanbieders aangeboden. Het gaat bij Friend Finder om
een betaalde SMS-abonnementsdienst. In minstens één geval is deze dienst
inmiddels gestaakt. Ik merk overigens op dat het regelmatig voorkomt dat
sommige SMS-diensten maar kortstondig worden aangeboden.
Consumentenproblemen rondom betaalde SMS-abonnementsdiensten hebben
mijn volle aandacht. Binnenkort evalueer ik deze situatie (zie het antwoord op
vraag 3).
2
Mag een commercieel bedrijf binnen vigerende wet- en regelgeving een
verblijfplaats opsporen en verstrekken aan derden? Zo nee, wat doet u om de
aanbieders te stoppen?
Antwoord
Conform de artikelen 11.5 en 11.5a van de Telecommunicatiewet is het in
beginsel niet toegestaan dat aanbieders van elektronische communicatiediensten
mobiele locatiegegevens of andersoortige locatiegegevens van hun abonnees, die
worden verwerkt in een elektronisch communicatienetwerk, aan derden
verstrekken. Een uitzondering hierop vormt de situatie waarin de abonnee of
gebruiker, op wie die locatiegegevens betrekking hebben, voor het gebruik van
die gegevens voor andere diensten dan elektronische communicatiediensten
uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven (opt-in regime). In casu betekent dit dat
de verstrekking en het gebruik van de genoemde locatiegegevens door de
aanbieder van Friend Finder alleen is toegestaan als daarvoor toestemming is
verkregen van de desbetreffende gebruiker van het (mobiele) nummer. De
abonnee of gebruiker kan de gegeven toestemming te allen tijde intrekken en
hiermee het verstrekken van diens gegevens per direct laten beëindigen. Namens
de staatssecretaris van Economische Zaken is het Agentschap Telecom bevoegd
bij overtreding van de Telecommunicatiewet op te treden jegens de betrokken
aanbieders.
3
Als blijkt dat klanten niet de verblijfplaats ontvangen van de persoon waarvan zij
het mobiele telefoonnummer doorgaven, handelt de aanbieder dan in strijd met
het consumentenrecht, omdat niet geleverd wordt wat beloofd is? Wat kunt u hier
vervolgens tegen doen?
Antwoord
Op basis van de artikelen 6:193a e.v. Burgerlijk Wetboek inzake oneerlijke
handelspraktijken moeten aanbieders van goederen en diensten juiste, duidelijke
en niet-misleidende informatie verschaffen over het aangeboden product, zodat
consumenten een geïnformeerde keuze kunnen maken over de eventuele aankoop
daarvan. Daarbij kan worden gedacht aan informatie over de aanbieder zelf, de
kenmerken van het product, de prijs ervan en bijvoorbeeld ook de van het gebruik
te verwachten resultaten. Het verrichten van een oneerlijke handelspraktijk levert
een onrechtmatige daad jegens de consument op (art. 6:193b lid 1 BW).
Indien een aanbieder op voorhand al weet dat het te verwachten resultaat niet of
vrijwel nooit zal worden bereikt, maar achterwege laat dit aan de consument te
melden, is doorgaans sprake van een oneerlijke handelspraktijk. De
Consumentenautoriteit is bevoegd op te treden bij overtreding van de regels met
betrekking tot koop op afstand en oneerlijke handelspraktijken. Daarnaast is OPTA
bevoegd op te treden bij overtreding van de Telecommunicatiewet. De
omstandigheden waaronder mobiele diensten zoals SMS-diensten worden
aangeboden, zijn in het algemeen een aandachtsgebied voor zowel de
Consumentenautoriteit als OPTA. De aanpak van de Consumentenautoriteit van
dergelijke aanbiedingen heeft tot dusver onder meer geresulteerd in drie besluiten
waarbij boetes zijn opgelegd. Ook heeft de Consumentenautoriteit inmiddels 21
uitingen onder de aandacht gebracht bij de Stichting SMS gedragscode. De
Consumentenautoriteit en de OPTA zullen in onderlinge samenwerking ook de
komende periode scherp blijven toezien op aanbieders die de wettelijke regels
overtreden bij het aanbieden van mobiele diensten, en zo nodig wordt
handhavend opgetreden door het opleggen van een boete en/of last onder
dwangsom.
Overigens heb ik in het op 21 oktober jl. verstuurde antwoord op vragen van het
lid Gerkens over de gedragscode SMS-dienstverlening van 28 augustus jl.
(kamervragen met antwoord, Handelingen Tweede Kamer, 2009-2010, nr. 425)
uw Kamer geïnformeerd over mijn aanpak van de consumentenproblemen rondom
betaalde SMS-diensten, waaronder een evaluatie van de werking van de
gedragcode SMS-diensten. Ik zal, mocht dat nodig blijken, niet aarzelen om
aanvullende maatregelen te nemen. Hierover zal ik uw Kamer naar verwachting
nog deze maand informeren.
(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken