ABP


Persbericht

ABP: verbeterde financiële positie biedt ruimte voor enige indexatie

Heerlen, 16 november 2009. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ABP is voornemens de pensioenen in 2010 gedeeltelijk te laten meegroeien met de gemiddelde loonontwikkeling in de sectoren Overheid en Onderwijs. De indexatie is vooralsnog vastgesteld op 0,45%. Ook heeft het ABP bestuur besloten dat de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen aangepast wordt. Die zal in 2010 uitkomen op 20,3%, uitgedrukt in een percentage van de premiegrondslag (salaris na aftrek van de franchise).
Het bestuur is blij dat het deze voorgenomen besluiten heeft kunnen nemen: "ABP is bezig met een inhaalslag, de financiële positie van het fonds is weliswaar verbeterd, maar biedt nog beperkte mogelijkheden tot indexatie. Er zijn nog stappen te zetten op weg naar verder herstel. In mei 2010 zullen we opnieuw de situatie beoordelen en bekijken of, bij aanhoudend herstel, het pensioen verder verhoogd kan worden of dat er, bij economische tegenwind, misschien nog andere maatregelen, zoals een herstelopslag op de premie, nodig zijn." De voorgenomen besluiten van het ABP bestuur worden op 26 november voor advies voorgelegd aan de deelnemersraad en de werkgeversraad.

Enige verhoging pensioenen

Op basis van de dekkingsgraad van ultimo oktober 2009, die 105% bedraagt, kan het ABP bestuur de pensioenen gedeeltelijk laten meegroeien met de gemiddelde loonontwikkeling in de sectoren Overheid en Onderwijs. Die bedroeg 2,20% in 2009. De pensioenen gaan in totaal omhoog met 0,45% per 1 januari 2010. Daarvan is 0,28% structureel en 0,17% eenmalig. Pensioenfonds ABP kent een voorwaardelijke indexatie, dat wil zeggen indexatie vindt plaats tenzij de financiële positie van het fonds zich hier dwingend tegen verzet. Juist vanwege die financiële positie, kan het fonds nu de pensioenen slechts gedeeltelijk laten meegroeien met de loonontwikkeling. Bij een ruimere financiële positie (dekkingsgraad boven 135%) heeft ABP de ambitie om eerder niet verleende indexatie alsnog te verlenen. Dat is eerder ook gebeurd toen ABP de niet verleende indexatie over de jaren 2003 tot en met 2006 alsnog kon verlenen.

Premie aangepast

De premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen wordt voor 2010 vastgesteld op 20,3%. Deze premie wordt voor 70% door de werkgever betaald en voor 30% door de werknemer. De premie bedroeg in de eerste helft van 2009 20% en in de tweede helft van het jaar, door invoering van een herstelopslag van 1% per 1 juli, 21%. Deze herstelopslag kan per 1 januari 2010 vervallen en de herstelopslag van 2% die mogelijk per 1 januari 2010 zou ingaan, wordt ook niet ingevoerd. Dat betekent dat de tijdelijke herstelopslag op de premie, die voortvloeide uit het herstelplan van ABP, volledig verdwijnt. Dat is mogelijk omdat de financiële positie van ABP is verbeterd. In de premie van 2010 is tevens een kleine stijging verwerkt (0,3%), die wordt veroorzaakt doordat enerzijds de deelnemers langer doorwerken en anderzijds er jaarlijks steeds minder deelnemers onder het overgangsrecht FPU, dat een lagere pensioenopbouw kent, vallen. Het ABP bestuur heeft de premie zodanig vastgesteld dat deze drie jaar lang constant kan blijven. Voorbehoud daarbij is dat wet en regelgeving niet wijzigen en de halfjaarlijkse herbeoordeling van de financiële positie van het fonds die het nodig kan maken de herstelopslagen alsnog toe te passen. Het ABP
1/2 bestuur heeft ook besloten de gevolgen van de steeds hogere leeftijdsverwachtingen in 2010 integraal in de premie te verwerken.

De premie voor de ANW-reparatie (Algemene Nabestaandenwet) daalt van 0,4% in 2009 naar 0,3% in 2010. De premie voor het AOP (het arbeidsongeschiktheidspensioen) blijft voorlopig gehandhaafd op het niveau van de voorgaande jaren (gemiddeld 0,5%).
Voor meer informatie: