Zangvogel slaagt voor grammaticatoets met ezelsbruggetje
Zangvogels blijken in plaats van meer complexe grammaticale taalregels
ezelsbruggetjes te gebruiken om structuren waarin ze getraind zijn, te
herkennen. Over deze ontdekking publiceert de Leidse gedragsbiologe
Caroline van Heijningen dinsdag 17 november in PNAS.
Recursieve structuur
Deze ontdekking is in tegenspraak met onderzoek van enkele
jaren geleden. Dat was enkele jaren geleden groot nieuws. De
onderzoekers claimden toen dat een andere diersoort, de
spreeuw, net als mensen in staat is meer complexe grammaticale
taalregels te gebruiken. Het onderzoek van Van Heijningen en
haar collega's toont aan dat deze claim voorbarig is. Evenals
voorgaande onderzoekers richtte van Heijningen zich op het
vermogen tot herkennen van `recursieve' taalstructuren. In een
recursieve structuur is de ene zin ingebed in de andere met een
zelfde structuur. Bijvoorbeeld in `de zebravinken, die de
onderzoeker testte, zongen', is de zin `de onderzoeker testte'
ingebed in de zin `de zebravinken zongen'.
Zebravink (Taeniopygia guttata). Foto Herman Berkhoudt
Drostestructuur
Deze inbedding - een soort Drostestructuur - zou een uniek
menselijke eigenschap van taal zijn volgens een controversiële
maar populaire wetenschappelijke opvatting. In de afgelopen
jaren zijn een aantal diersoorten onderzocht op het vermogen om
de Drostestructuur te herkennen, zoals het penseelaapje en de
spreeuw. Spreeuwen leken aanvankelijk in staat tot het
onderscheiden van deze structuur met behulp van de
recursieregel in omgebouwde spreeuwenzang. Op die manier zou
dit verschijnsel niet uniek voor mensen zijn. Maar er ontbrak
een cruciale test, namelijk of spreeuwen die structuur
herkennen in andere geluiden dan die waarmee ze getraind zijn.
Caroline van Heijningen
Zebravink
Van Heijningen heeft deze test uitgevoerd bij een andere
zangvogelsoort, de zebravink. Net als de spreeuwen leken de
zebravinken na een training in staat om onderscheid te maken
tussen recursieve en niet-recursieve kunstmatige zang. Maar
toen ze vervolgens werden getest met onbekende zanggeluiden met
dezelfde structuren bleken zeven van de acht dieren niet meer
in staat om het onderscheid te maken. Eén zebravink bleek dit
wel te kunnen.
Abstracte regels
Nader onderzoek bracht aan het licht dat de zebravinken
simpelere regels toepasten om de taak op te lossen dan de
recursieregel, ook de vink die in eerste instantie wel de
recursieregel geleerd leek te hebben. Op zich heel slim: waarom
moeilijk doen als het makkelijk kan? Hoewel zangvogels in staat
blijken simpele, maar relatief abstracte regels te gebruiken,
is de conclusie vooralsnog dat er geen overtuigend bewijs is
dat andere diersoorten dan de mens in staat zijn meer complexe
grammaticale regels te herkennen.
Uniek menselijke eigenschap
Inmiddels is uit onderzoek met mensen gebleken dat de
Drostestructuur in taal als uniek menselijke eigenschap
waarschijnlijk minder belangrijk is dan aanvankelijk gedacht:
mensen zijn zelf ook geneigd om simpelere regels in dit soort
taken te gebruiken. Er zijn bovendien twijfels over hoe en in
welke vorm de Drostestructuur in natuurlijke, menselijke talen
voorkomt. Samengevat is de claim dat andere diersoorten ook
deze complexe grammaticale regels zouden kunnen herkennen
voorbarig.
Geluidsfragmenten:
Twee `zinnen' volgens patroon ABAB (wav) en `Ingebedde zin'
volgens patroon AABB (wav).
Artikel: Simple rules can explain discrimination of putative
recursive syntactic structures by songbirds: A case study on
zebra finches Caroline A. A. van Heijningen, Jos de Visser,
Willem Zuidema, and Carel ten Cate, Proceedings of the National
Academy of Sciences USA (17 november 2009/SH)
Nieuwsredactie - 17/11/2009
Universiteit Leiden