Minister Van der Hoeven maakt Windpark Noordoostpolder financieel mogelijk

Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken heeft met de initiatiefnemers van het Windpark Noordoostpolder, samenwerkend in de Koepel Windenergie NOP, overeenstemming bereikt over de financiële voorwaarden waaronder het windpark tot stand kan worden gebracht. Zij schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat om een windpark van 429 Megawatt (MW) waarmee meer dan 400.000 huishoudens van stroom kunnen worden voorzien. Het Windpark Noordoostpolder zal hiermee verreweg het grootste windpark in Nederland worden.

Voor de totstandkoming van dit windpark stelt minister Van der Hoeven een subsidie op grond van de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE) ter beschikking van rond 880 miljoen euro, waarmee de zogeheten onrendabele top van de elektriciteitsproductie van dit windpark via een bedrag per aan het elektriciteitsnet geleverde Kilowattuur wordt gecompenseerd. Daarnaast wil de minister een investeringssubsidie van in totaal maximaal 116 miljoen verstrekken vanwege het innovatieve karakter van dit windpark, dat extra onzekerheden met zich meebrengt. Minister Van der Hoeven: "De totstandkoming van dit windpark is van het allergrootste belang om de doelstellingen die het Kabinet heeft met betrekking tot duurzame energie in het algemeen en windenergie in het bijzonder te halen. Hiermee zetten we een forse stap in de goede richting."

De initiatiefnemers van het windpark kunnen nu verder met hun plannen. Ze hebben inmiddels de vergunningaanvragen ingediend. Hierbij hoort ook een Milieueffectrapport (MER), dat bij de gemeente Noordoostpolder en Flevoland is ingediend. Voor dit project is de Rijksprojectenprocedure van toepassing. De minister Van Economische Zaken zal coördinerend optreden met betrekking tot alle benodigde vergunningen en in overeenstemming met haar collega Cramer van Ruimte en Milieu een ontwerp Rijksinpassingsplan vaststellen. Minister Van der Hoeven : "We zullen dit ontwerp Rijksinpassingsplan zo snel mogelijk vaststellen, voorleggen aan andere betrokken overheden en vervolgens ter inzage te leggen. Belanghebbenden kunnen daar dan op inspreken. Ik zal bij de vaststelling van het Rijksinpassingsplan ook nadrukkelijk rekening houden met de positie van bij voorbeeld de gemeente Urk."