Videoprentenboek goed voor taalontwikkeling risicokinderen
Multimediale toevoegingen aan traditionele prentenboeken vergroten het
taalbegrip en de woordenschat van risicokinderen. Tot die ontdekking
kwam promovenda Marian Verhallen. `Structurele inzet van
videoprentenboeken in het onderwijs verkleint de kans op
leerproblemen.'
Leesgierig
De onderzoeksuitkomsten van Verhallen ontkrachten het
wijdverbreide geloof dat multimedia kinderen `leeslui' zouden
maken. Het tegendeel is waar, blijkt uit het promotieonderzoek
van Verhallen. Video, muziek en geluidseffecten leiden in
combinatie met gesproken tekst tot een beter begrip van het
voorgelezen verhaal en tot een toename in woordenschat en
grammaticale kennis. Kinderen blijven zich bovendien langer
inspannen om het verhaal te begrijpen, ook als het verhaal al
meerdere keren is voorgelezen.
Marian Verhallen: `Videoprentenboeken bieden nieuwe
mogelijkheden aan kinderen die met een zeer beperkte
woordenschat op school komen.'
Prentenboeken
De Leidse orthopedagoge kwam tot haar conclusies op basis van
een serie experimenten met Turks- en Marokkaans-Nederlandse
kinderen van laagopgeleide ouders. De 5-jarige kleuters kregen
twee verschillende versies van hetzelfde prentenboek op een
computer te zien en te horen. In de ene versie werd de tekst
voorgelezen en met statische illustraties geïllustreerd. In de
andere versie werden de statische illustraties vervangen door
videobeelden en kregen de kinderen bijpassende muziek en
geluiden te horen. Alle kinderen maakten achteraf een toets die
hun begrip van het verhaal en hun woordkennis testte.
Beter begrip
De videobeelden hadden vooral een positief effect op het begrip
van diepere lagen van het verhaal. Kinderen die de multimediale
versie van het prentenboek te zien kregen, begrepen meer van de
doelen en de motieven van hoofdfiguren. `Video neemt kinderen
aan de hand terwijl ze naar de gesproken tekst luisteren,' zegt
Verhallen. `Filmpjes maken beter duidelijk waarom
verhaalfiguren bepaalde dingen doen dan statische
illustraties.'
Turks- en Marokkaans-Nederlandse kinderen van laagopgeleide
ouders leren meer van een prentenboek wanneer zij er
videobeelden bij te zien krijgen.
Woordenkennis
Het is niet zo dat kinderen daardoor volledig gingen leunen op
de filmbeelden en niet meer naar de tekst luisterden. Het
videoprentenboek stimuleerde ook de woordenkennis van kinderen.
Het effect daarvan werd vooral zichtbaar nadat het verhaal
meerdere keren was herhaald.
Beeld en taal verbinden
Verhallen denkt dat kinderen bij het opbouwen van hun
woordenschat beelden aan woorden koppelen. `Wanneer een kind
gelijktijdig naar gesproken tekst luistert en videobeelden voor
zich ziet, gaat het verbanden leggen tussen woorden en beelden.
Hierdoor onthouden kinderen nieuwe woorden beter. Dit effect is
bij statische illustraties minder groot. Bij een statische
illustratie is het moeilijker om te beoordelen welk deel van de
illustratie precies samenvalt met de tekst. Videobeelden
trekken de aandacht naar details die op dat moment in de tekst
genoemd worden. Dat maakt het makkelijker om beeld en taal te
matchen.'
Eye-tracking
Om deze verklaring te toetsen is Verhallen begonnen met een
serie eye-tracking experimenten. Daarin meet zij de
oogbewegingen van kinderen terwijl zij achter de computer
zitten. Een ingebouwde camera legt vast waar de kinderen hun
ogen op fixeren terwijl zij een prentenboek krijgen voorgelezen
en uitgebeeld. `Zo volgen we heel precies wat de kinderen
doen,' vertelt Verhallen. Kinderen bleken vaker en langer te
fixeren op visuele details die door de tekst werden benadrukt
dan op andere visuele details. `Dit vergroot de kans dat
kinderen de juiste visuele details matchen met de juiste
woorden.'
Verhallen meet de oogbewegingen van kinderen op een
computerscherm terwijl zij een prentenboek krijgen voorgelezen.
De blauwe cirkels zijn de oogfixaties van een kind terwijl het
naar de bijbehorende tekst luisterde. Hoe groter de cirkel, hoe
langer het kind naar dit detail keek. De blauwe lijnen laten
zien welke sprongen de ogen maakten van het ene naar het andere
fixatiepunt.
Bron: `Rokko Krokodil' van auteur Ivo de Wijs en illustratrice
Nicolle van den Hurk (Uitgeverij Ziederis).
Onderwijs
Videoprentenboeken hebben daarmee volgens Verhallen veel
toegevoegde waarde voor het onderwijs. De pedagoge werkte 27
jaar in het Haagse onderwijs en zag in die tijd dagelijks hoe
moeilijk het voor risicokinderen is om Nederlands te leren.
`Videoprentenboeken bieden nieuwe mogelijkheden aan kinderen
die met een zeer beperkte woordenschat op school komen.'
Computer in de klas
Verhallen pleit daarom voor een intensiever gebruik van de
computer in het klaslokaal. `De kans op leerproblemen wordt een
stuk kleiner als kinderen via internet toegang krijgen tot een
virtuele bibliotheek van digitale prentenboeken.' Doelgericht
en herhaald gebruik van zo'n bibliotheek van `levende boeken'
is volgens Verhallen cruciaal. `Het voordeel van online
multimedia is dat je herhaaldelijk grote groepen kinderen kunt
bereiken, en dat je als leerkracht tegelijkertijd zorg op maat
kunt bieden.'
Verhallen, M.J.A.J. (2009). Video storybooks as a bridge to
literacy.
Promotie: woensdag 18 november
Faculteit: sociale wetenschappen
Promotor: Prof.dr. A.G. Bus
(17 november 2009/Tristan Lavender)
Nieuwsredactie - 17/11/2009
Universiteit Leiden