Vrije Universiteit Amsterdam

Verschillen in de gevoeligheid voor glucocorticoïden in multiple sclerosis


* Startdatum: 17-11-2009


* Tijd: 10.45


* Locatie: Aula


* Titel: Verschillen in de gevoeligheid voor glucocorticoïden in multiple sclerosis


* Spreker: L.M.L. van Winsen-Weenink


* Promotor: prof.dr. C.H. Polman


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Immuuncellen van MS-patiënten zijn minder gevoelig voor glucocorticoïden dan immuuncellen van controlepersonen. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Lisa van Winsen.

Multipele sclerose (MS) is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel die gepaard gaat met ontstekingen. Bij het in toom houden van een ontsteking spelen glucocorticoïden (GC) een belangrijke rol. Bij MS worden soms GC (een soort prednison) gegeven om de ontsteking te onderdrukken. GC worden ook in het lichaam zelf gemaakt, namelijk in de bijnierschors. Zo zorgt het lichaam er zelf voor dat ontstekingen onderdrukt worden.

Van Winsen beschrijft dat immuuncellen van MS-patiënten minder gevoelig zijn voor GC dan immuuncellen van controlepersonen. Haar hypothese is dat door verminderde GC-gevoeligheid de ontsteking minder goed in toom wordt gehouden en chronisch kunnen worden. Zij vond ook aanwijzingen dat een verandering in het gen van de glucocorticoïd receptor (GR), waarvan is aangetoond dat dit een verminderde gevoeligheid voor GC veroorzaakt, (de aanwezigheid van het polymorfisme ER22/23EK) samen gaat met een agressiever ziektebeloop bij patiënten met MS. Hoewel dit polymorfisme slechts bij ongeveer 8% van de mensen voorkomt, zou het een rol kunnen spelen bij het maken van een profiel om patiënten op te sporen met een hoog risico op een meer agressief beloop.

In het tweede deel onderzocht Van Winsen de manier waarop het effect van een behandeling met GC gemeten kan worden. Zij vond aanwijzingen dat de Expanded Disability Status Scale (EDSS), de meest gebruikte uitkomstmaat in klinische trials, niet erg responsief lijkt voor veranderingen die door de MS-patiënten als merkbaar worden ervaren. Een combinatie van twee functietesten (een looptest en een armfunctietest) leek beter in staat patiënten op te sporen die zelf vonden dat ze een verandering hadden ondergaan.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam