Ingezonden persbericht


17-11-2009

Tien nieuwe leden voor De Jonge Akademie van de KNAW

De Jonge Akademie krijgt er tien leden bij. Het zijn onderzoekers uit verschillende disciplines die zich wetenschappelijk al hebben bewezen, maar nog geen tien jaar geleden zijn gepromoveerd. De Jonge Akademie is in 2005 opgericht om jonge onderzoekers in contact te brengen met collega's uit andere vakgebieden. De Jonge Akademie is een zelfstandig opererend onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Zij organiseert interdisciplinaire wetenschappelijke bijeenkomsten, geeft haar mening over maatschappelijke en politieke thema's en wil het brede publiek enthousiasmeren voor de wetenschap.

De nieuwe leden:

Dr. Arianna Betti (geschiedenis en filosofie van de logica, Vrije Universiteit Amsterdam) Het onderzoek van Arianna Betti (1970) betreft de relatie tussen taal en wereld, in het bijzonder de negentiende- en twintigste-eeuwse filosofie van Centraal-Europa. Arianna Betti heeft een indrukwekkend internationaal netwerk en weet specialistische onderwerpen op voortreffelijke wijze te verbinden met brede, algemene inzichten. Zij ontving in 2008 een starting grant van de European Research Council (ERC).

Dr. drs. Bé Breij (Griekse en Latijnse taal en cultuur, Radboud Universiteit Nijmegen) Bé Breij (1972) heeft zich in razend tempo ontwikkeld tot internationaal gerespecteerde en zeer productieve onderzoekster en verwierf in 2008 een VENI-subsidie. Haar onderzoek is sterk interdisciplinair: ze gebruikt retorische teksten die in een specifieke literaire context horen als bron voor onderzoek naar de sociaal-culturele problematiek van het Romeinse Rijk. Deze innovatieve onderzoeksstrategie is zeer succesvol. Bé Breij werkt mee aan de bestrijding van het lerarentekort op het gebied van de klassieke talen door haar onderwijs aan zij-instromers.

Dr. Tamara van Gog (onderwijspsychologie, Erasmus Universiteit Rotterdam) Tamara van Gog (1979) doet onderzoek op het snijvlak van onderwijspsychologie, cognitieve psychologie en neurowetenschappen. Haar wetenschappelijke productiviteit is uitzonderlijk en het vernieuwende karakter van haar onderzoek blijkt onder andere uit de ontwikkeling van een nieuwe methode voor het blootleggen van cognitieve processen en het gebruik van neurowetenschappelijke inzichten voor onderwijsonderzoek.

Prof. dr. Holger Gzella (Hebreeuwse en Aramese taal- en letterkunde, Universiteit Leiden) Holger Gzella (1974) is een expert op het gebied van talen uit de wereld van het Oude Testament en heeft internationale ervaring opgedaan aan topuniversiteiten en -instellingen. Zijn onderzoek, dat is gericht op de evolutie van het premoderne Hebreeuws tegen zijn taalkundige achtergrond, draagt bij aan een beter begrip van Bijbelse teksten en is gericht op een nieuwe historische grammatica van het Hebreeuws. Holger Gzella houdt zich tevens bezig met de historische grammatica van het Aramees.

Dr. ir. Ronald Hanson (quantum nanowetenschappen, Technische Universiteit Delft) Ronald Hanson (1976) is een pionier in het bouwen van quantuminformatietechnologie. Hij heeft tijdens zijn promotieonderzoek individuele elektronen opgesloten en gemanipuleerd in zelfontworpen halfgeleiderstructuren. Daarna heeft hij een onderzoekslijn opgezet rond speciale defecten in diamant, dat is uitgegroeid tot een erg actief onderzoeksgebied. Zeer recent heeft hij een techniek ontwikkeld om diamanten nanodeeltjes op te pakken en te positioneren met nanometrische precisie. Ronald Hanson heeft vier publicaties in Nature en Science op zijn naam staan.

Dr. Joost Hoenderop (fysiologie, Radboud Universiteit Nijmegen) Onze nieren zorgen ervoor dat het waardevolle calcium niet wordt uitgeplast. Joost Hoenderop (1969) ontdekte voor het eerst dat poriën in de niercellen, zogenaamde calciumkanalen, het calcium weer terug het lichaam in brengen. Hij leidt momenteel een internationale onderzoeksgroep binnen de afdeling fysiologie van het UMC St Radboud. In 2006 ontving hij de prestigieuze European Young Investigator Award (EURYI) en daarnaast andere subsidies van onder andere de Nierstichting en NWO. Naast samenwerkingsverbanden met genetici en nefrologen gaat hij in een landelijk consortium met andere onderzoekers een 'BioKidney' ontwikkelen in het laboratorium.

Prof. dr. Ingrid Robeyns (praktische filosofie, Erasmus Universiteit Rotterdam) Ingrid Robeyns (1972) is de internationaal meest geciteerde praktisch filosoof die werkzaam is in Nederland. Zij doet onderzoek op het raakvlak van de analytische politieke filosofie, ethiek, economie, en genderstudies. Ze heeft een indrukwekkende publicatielijst opgebouwd, met een aantal publicaties die nu al als invloedrijk worden beschouwd. Haar theoretische werk over rechtvaardigheid is vernieuwend omdat het nieuwe thema's aansnijdt, zoals rechtvaardigheid tussen ouders en niet-ouders en omdat het rechtvaardigheid ook op immateriële terreinen bestudeert.

Dr. Bettina Speckmann (informatica, Technische Universiteit Eindhoven) Bettina Speckmann (1972) werkt op het snijvlak van wiskunde, informatica en cartografie. Haar achtergrond is in de geometrische algoritmiek, een onderzoeksgebied dat zich bezighoudt met abstracte meetkundige berekeningsproblemen. Zij is gespecialiseerd in de toepassing van de geometrische algoritmiek in de cartografie en geografische analyse. Ze vervult bijvoorbeeld een leidende rol in een Europees interdisciplinair project over de analyse en visualisatie van ruimtelijk bewegende objecten zoals vogels, voetgangers en voertuigen. Bettina Speckmann heeft in vier landen gewerkt, waardoor ze een brede kijk op wetenschap en universitaire structuren heeft.

Dr. Dolf Weijers (biochemie, Wageningen Universiteit en Researchcentrum) Dolf Weijers (1976) onderzoekt hoe verschillende celtypes worden aangelegd in het plantenembryo en hoe deze communiceren om een functioneel orgaan te maken. Hij combineert in zijn onderzoek genetica, moleculaire biologie, genoomonderzoek en biochemie. Zijn wetenschappelijke artikelen zijn veelal in toonaangevende tijdschriften gepubliceerd. In 2006 ontving hij een VIDI-subsidie en de prijs voor jong talent van de Nederlandse Vereniging voor Moleculaire Biologie en Biochemie.

Dr. Ysbrand van der Werf (cognitieve neurowetenschappen, Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen NIN-KNAW en Vrije Universiteit Medisch Centrum Amsterdam) Ysbrand van der Werf (1971) probeert in zijn onderzoek een brug te slaan tussen fundamenteel onderzoek en de toepasbaarheid daarvan. Bij het NIN en het VUMC heeft hij twee onderzoekslijnen ontwikkeld: naar slaap en slaapverstoring en naar cognitieve stoornissen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Recent ontdekte hij dat als je vlak voor het slapen de vaardigheid die je wilt leren aandachtig bekijkt, je de volgende dag beter bent in het uitvoeren van die handeling.

Een commissie met leden van De Jonge Akademie en de KNAW selecteert jaarlijks tien nieuwe leden op wetenschappelijke excellentie, een interdisciplinaire aanpak en een brede belangstelling voor de wetenschap. Leden van De Jonge Akademie treden na een vijfjarig lidmaatschap af. De eerste lichting DJA-ers treedt af per 1 april 2010. Na toetreding van de nieuwe leden telt De Jonge Akademie dan vijftig leden.

De officië le installatie van de nieuwe leden van De Jonge Akademie is op donderdag 18 maart 2010 in het Trippenhuis, het gebouw van de KNAW in Amsterdam. De Jonge Akademie viert op deze datum tevens haar vijfjarig jubileum. Meer informatie over de activiteiten van De Jonge Akademie vindt u op www.dejongeakademie.nl.