Universiteit van Tilburg

Persbericht 17 november 2009

Geen grote terugloop verenigingsleven en vrijwilligerswerk

Promotie Erik van Ingen 18 november

Deelname aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk is de afgelopen dertig jaar veranderd in Nederland. Maar volgens socioloog Erik van Ingen is het niet zo dat Nederlanders minder ondernemen in verenigingen of meer van hun vrijetijdsactiviteiten alleen doen. Wel steken mensen minder tijd in de serieuzere, organisatorische taken binnen verenigingen. Van Ingen promoveert op 18 november aan de Universiteit van Tilburg.

De veranderde deelname aan verenigingen en vrijwilligerswerk is onder andere te danken aan secularisering en toenemende tijdsdruk en - fragmentatie, blijkt uit Van Ingens onderzoek. Maar het beeld dat Van Ingen schetst over de neergang van het verenigingsleven is genuanceerder dan tot nu toe werd aangenomen. Hoewel de terugloop in kerkgang een deel van de terugloop in het vrijwilligerswerk verklaart, zijn de gevolgen beperkt gebleven. De deelname aan vrijwilligerswerk onder de kerkgangers die overblijven neemt namelijk juist toe. Verwacht was dat de toename van het onderwijsniveau de afname van verenigingswerk nog verder had kunnen compenseren, want hoger opgeleiden worden altijd verondersteld meer vrijwilligerswerk te doen. Dit is niet gebeurd, omdat de verschillen in het doen van vrijwilligerswerk tussen hoog- en laagopgeleiden in de loop van de tijd bijna verdwenen zijn.

Van Ingen concludeert verder dat het niet juist is te veronderstellen dat de deelname aan verenigingsleven de politieke interesse, vaardigheden en activiteiten van mensen vergroot. Wel kunnen verenigingsleden rekenen op meer sociale contacten die ze kunnen gebruiken voor hulp en steun. Deze effecten zijn gering in de bevolking als geheel, maar wezenlijk onder ouderen,alleenstaanden en allochtonen. Hij laat verder zien dat vrije tijd vaker in informele groepen wordt doorgebracht (met vrienden, familie, of beide) dan vroeger. Dit is het sterkst in het domein van de sport en onder jongeren en hoger opgeleiden.

Minder op visite
Van Ingen vond geen bewijs voor een verschuiving van publieke sociale participatie (waaronder verenigingsdeelname en vrijwilligerswerk) naar sociaal contact in de privésfeer. De belangrijkste vorm van sociaal contact prive, op visite gaan en visites ontvangen, neemt juist relatief hard af. In de afgelopen dertig jaar zijn Nederlanders hieraan een derde minder tijd gaan besteden (van 8,4 uur per week in 1975 naar 5,6 uur per week in 2005).

Erik van Ingen (Nijmegen, 1978) studeerde vrijetijdswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg en is benoemd tot universitair docent aan de UvT.