Vilans


Ouderen gezond houden vraagt om betere lokale samenwerking

Risicogroepen nog moeilijk te bereiken

Utrecht, 17 november 2009 Gemeenten en lokale organisaties als de GGD, thuiszorg- en welzijnsorganisaties zouden beter moeten samenwerken om gezondheidsproblemen bij ouderen te voorkomen of vroegtijdig te signaleren. Het aanbod van preventieve activiteiten is nu erg versnipperd en met name risicogroepen zijn moeilijk te bereiken. Dit blijkt uit de quickscan Zorg voor morgen die Vilans uitvoerde op verzoek van het Ministerie van VWS.

Veel activiteiten, maar te weinig regie en kennis De belangrijkste bevindingen uit de quickscan zijn:
* Op lokaal niveau zijn er al veel preventieve activiteiten om problemen als sociaal isolement, te weinig beweging, depressies, slechte voeding, vallen en verkeerd medicijngebruik te voorkomen. Veel activiteiten zijn gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl en het voorkomen van psychische problemen.
* Hoewel er al veel activiteiten zijn, is het aanbod zeker nog niet compleet. De ondervraagde gemeenten en lokale organisaties geven aan dat er vooral op het gebied van eenzaamheid bij ouderen en vroegsignalering van dementie behoefte is aan meer interventies.
* Het aanbod is erg versnipperd en niemand heeft het overzicht. Bijna alle gemeenten en organisaties die aan het onderzoek hebben meegewerkt, geven aan dat het preventieve aanbod beter op elkaar moet worden afgestemd. Gemeentes zouden een regierol kunnen hebben, maar hebben nog geen goed beeld van wat van hen wordt verwacht.

* De financiering van preventieve activiteiten is versnipperd en zelden structureel.

* Er is grote behoefte aan meer kennis over de effectiviteit van preventieve activiteiten. Er is nu te weinig zicht op wat wel werkt en wat niet.

Risicogroepen moeilijk te bereiken
Maatwerk en aandacht voor verschillen tussen ouderen is een voorwaarde om tot een goed preventiebeleid te komen. Dit geldt zeker voor risicogroepen, zoals ouderen met een laag inkomen, eenzame ouderen, ouderen met overgewicht en allochtone ouderen. Hoewel zij een verhoogde kans hebben op fysieke, sociale of psychische problemen, zijn juist deze ouderen moeilijk te bereiken. Dit wordt vooral veroorzaakt door gebrek aan capaciteit en er wordt nog niet veel prioriteit aan gegeven. Om meer ouderen uit risicogroepen te bereiken is het van belang om de wensen en behoeften van deze ouderen in kaart te brengen.

Achtergrond: Gemeenten straks verantwoordelijk voor preventief ouderenbeleid
In de Wet publieke gezondheid (Wpg) staat dat gemeenten straks zorgdragen voor preventief gezondheidsbeleid voor ouderen. Maar tot nu toe bestond er onduidelijkheid over hoe de gemeenten het preventieve beleid gericht op ouderen moeten vormgeven. Vilans inventariseerde daarom welke preventieve activiteiten er op lokaal niveau zijn voor ouderen, hoe dit aanbod gefinancierd wordt, waar lacunes zijn in het aanbod en of ouderen wel bereikt worden. Het onderzoek bestond uit een eerste telefonische inventarisatie in vijf gemeenten en vervolgens uit een vragenlijst onder gemeenteambtenaren en medewerkers van zorg- en welzijninstellingen in 40 gemeenten. Ook sprak Vilans in vier gemeenten met ouderen en zijn acht landelijke organisaties geïnterviewd.

Het rapport
A. Schippers, B. Albers, M. Kuijper, T. Marx, R. van Overbeek, M. Spreeuwenberg, M. Vermaas en G. Visser. Zorg voor morgen. Schets van preventieve zorg voor ouderen. ISBN 978-90-8839-079-1. Het rapport is voor 15 euro te bestellen of gratis te downloaden via www.vilanswebwinkel.nl.
Laatst gewijzigd op: 18 november 2009