Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)
---
18 november 2009
Nieuwe Dierlijke Bijproductenverordening gepubliceerd
Zaterdag jl. is in het Publicatieblad van de EU de nieuwe Dierlijke
Bijproductenverordening gepubliceerd. Deze Verordening (EG) nr.
1069/2009 is een kaderverordening en vervangt per 4 maart 2011 de
huidige, de vele malen gewijzigde Verordening (EG) nr. 1774/2002. De
bij deze kaderverordening horende uitvoeringsverordening (met onder
meer de modellen handelsdocument en gezondheidscertificaten) wordt
naar verwachting begin 2010 gepubliceerd.
In de nieuwe kaderverordening is de indeling van dierlijke
bijproducten en afgeleide producten in drie categorieën gehandhaafd,
evenals andere belangrijke onderdelen van de systematiek van
verordening 1774/2002, zoals scheiding, kanalisatie en tracering van
de onderscheiden stromen. Categorie 1- en 2-materiaal mag niet worden
vervoederd, categorie 3-materiaal wel, behalve enkele soorten
nauwkeurig omschreven categorie 3-materiaal: keukenafval en
etensresten (waaronder afgewerkte bak- en braadolie), rauw vetweefsel
dat is verwijderd van dieren die vóór de slacht zijn goedgekeurd
voor menselijke consumptie en dat na de slachting niet wordt gekeurd
(zgn. âadipose tissueâ), en huiden, hoeven, veren, wol, hoorn, haar en
bont afkomstig van bepaalde dode dieren. Als een product eenmaal een
dierlijk bijproduct is geworden, naar de regels van de communautaire
wetgeving of door de keus van de producent of andere exploitant, mag
het niet opnieuw in de voedselketen komen. Exploitanten die fysiek met
dierlijke bijproducten en afgeleide producten te maken hebben
(inzameling, opslag, verwerking), moeten erkend worden, ook als het om
producten die bestemd zijn om bijvoorbeeld als brandstof te worden
verstookt; transporteurs en handelaren dienen slechts geregistreerd te
zijn. Alle exploitanten dienen het volgen van de stromen dierlijke
bijproducten van categorie 1 en 2 alsmede van dierlijke eiwitten van
categorie 3 via aanmelding bij het Traces-systeem mogelijk te maken.
Voornaamste redenen om met een nieuwe Dierlijke
Bijproductenverordening te komen, zijn ten eerste de wens om een
duidelijker structuur in de voorschriften aan te brengen, ten tweede
de noodzaak om een betere scheiding aan te brengen met andere
communautaire wetgeving (o.a. door een eindpunt op te nemen en
bepalingen beter af te stemmen op andere verordeningen), en ten derde
het besluit om de Europese Commissie meer bevoegdheden te geven voor
het tussentijds wijzigen van de verordening n.a.v. nieuwe
wetenschappelijke inzichten. In de nieuwe kaderverordening worden
onderwerp, toepassingsgebied en definities in de artikelen 1 t/m 3
geregeld. De materialen die categorie 1, 2 resp. 3 zijn, worden
omschreven in de artikelen 8, 9 en 10. Voorschriften voor verwijdering
en gebruik van categorie 1-, 2- en 3-materiaal zijn te vinden in resp.
de artikelen 12, 13 en 14. Vanaf artikel 21 staan de verplichtingen
van de exploitanten beschreven. Klik hier voor de volledige tekst
van Verordening (EG) nr. 1069/2009. De nieuwe verordening treedt in
werking op 4 december a.s. en is vanaf 4 maart 2011 van toepassing. Op
laatstgenoemde datum wordt ook Verordening (EG) nr. 1774/2002
ingetrokken. Klik hier voor een Engelse, Franse en Duitse versie van
genoemde verordening.