Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z20762
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de leden Besselink, Depla (bei-
den PvdA) en Van Dijk (SP) van uw Kamer inzake "de functiemix in de bve-sec-
tor".
De vragen werden mij elektronisch toegezonden met kenmerk 2009Z20762.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
na 1 van 3
Pagi
2009Z20762 Datum
Vragen van de leden Besselink, Depla (beiden PvdA) en Jasper van Dijk (SP) aan Onze referentie
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de functiemix in de bve- DL/A/169839
sector. (Ingezonden 6 november 2009)
1
Geldt in de bve-sector een convenant met de afspraak dat het verloop van de
functies LB, LC, LD en LE (functiemix) in benchmark-presentaties op basis van
een nulmeting worden bezien vanuit de Benchmark MBO 2007? 1)
Antwoord:
In de bve-sector geldt een convenant met de afspraak dat het verloop van de
functies die beloond worden volgens de schalen LB, LC en LD, wordt gemonitord
door het ministerie van OCW, op basis van de personele gegevens die de instellin-
gen via hun salarisverwerker laten aanleveren aan het departement. Belangrijk
element in het convenant is de afspraak voor de levering van personele gegevens
door de instellingen aan het departement. Met deze gegevens kan de ontwikkeling
van de functiemix in de bve-sector en in de afzonderlijke instellingen worden
gemonitord. Tot op heden was dit niet goed mogelijk in de bve-sector, door het
ontbreken van goede afspraken omtrent gegevenslevering.
Daarom konden in zowel de eerste als de tweede halfjaarlijkse Voortgangsrappor-
tage Leerkracht van Nederland (respectievelijk als zelfstandig rapport dd. 29 april
2009, TK 27923-79 en als onderdeel van de Nota Werken in het onderwijs 2010
dd. 14 september 2009, TK 27923-88) nog geen gegevens over de sector bve
worden gepresenteerd. De afspraken omtrent gegevenslevering waren nog niet
rond waardoor de gegevens onvoldoende dekkend waren voor de sector.
In de Voortgangsrapportage van het voorjaar 2010 verwacht ik gegevens te kun-
nen opnemen over de ontwikkeling van de functiemix in de bve-sector en zal ik op
grond van de dan beschikbare resultaten ingaan op de ontwikkeling van de func-
tiemix in de bve-sector.
2
Zijn bij de eerste presentatie in 2008 deze cijfers niet gepresenteerd?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1.
3
Hoe beoordeelt u dat bij de instellingen waar de onderhandelaars van
UNIENFTO/CMHF kijken naar de procentuele verdeling tussen de functies, bijna
overal een stijging van het percentage LB-functies valt waar te nemen en een
daling van het percentage functies in de schalen LC en LD?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1.
4
Worden LC- en LD-functionarissen bij de betrokken instellingen die weggaan, niet
vervangen door nieuwe vergelijkbare docentfuncties en worden doorgroeimoge-
lijkheden van de LB-functie naar hogere functies niet benut?
Pagina 2 van 3
Antwoord: Datum
Uit de gegevens die de instellingen gaan leveren op grond van de inmiddels ge-
maakte afspraken (zie antwoord op vraag 1), zal voor alle instellingen blijken hoe Onze referentie
de ontwikkeling van hun functiemix verloopt. DL/A/169839
5
Welke effecten verwacht u van deze ontwikkeling voor de aantrekkelijkheid van
het lerarenberoep in de bve-sector op lange termijn?
Antwoord:
Belangrijk doel van het Actieplan Leraren is om het beroep van leraar aantrekke-
lijker te maken, mede door een betere salariëring binnen de schaal (inkorting van
de carrièrelijnen en eindeschaaltoeslag) en een verbetering van de mogelijkheden
voor loopbaanontwikkeling binnen het leraarsberoep (in de Randstad: versterking
van de functiemix). In de voortgangsrapportage die in het voorjaar van 2010
wordt gepresenteerd, zal het voor het eerst mogelijk worden om een beeld te ge-
ven van de ontwikkeling van de functiemix in de bve-sector.
6
Welke stappen gaat u zetten om de bve-instellingen alsnog ertoe te bewegen om
recht te doen aan de geest van het Actieplan LeerKracht?
Antwoord:
Er is inmiddels een convenant met de sector waar de afspraken over de functie-
mix zijn bekrachtigd (zie ook antwoord op vraag 1), en waarin afspraken over de
gegevenslevering zijn gemaakt zodat gemonitord kan worden of de instellingen
zich daadwerkelijk aan de afspraken houden. Afgesproken is dat instellingen die
zich niet houden aan de gemaakte afspraken, tot 100 procent gekort kunnen wor-
den op de convenantsmiddelen (zowel de middelen voor verkorting van de sala-
risschalen en voor de schaaluitloop, als (in de Randstad) voor versterking van de
functiemix).
Verder ben ik voornemens om via het periodiek overleg met de sociale partners in
de bve-sector te gaan volgen of de afspraken daadwerkelijk worden uitgevoerd.
7
Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg inzake leraren op 19
november 2009?
Antwoord:
Bij deze.
1) UNIENFTO Tijdschrift, 30 oktober 2009: "Van de voorzitter: Wordt de functie-
mix toch nog een probleem?"
Pagina 3 van 3