Slachtoffers en nabestaanden positief over informatie over strafverloop dader

Slachtoffers en nabestaanden zijn positief over de mogelijkheid om informatie te krijgen over het strafverloop van de dader. Dat blijkt uit een onderzoek dat minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het informeren van slachtoffers en nabestaanden loopt echter niet altijd goed.

Voor het onderzoek, dat is uitgevoerd door bureau Regioplan, zijn zestig slachtoffers geïnterviewd. Het gaat om slachtoffers van ernstige delicten die hebben aangegeven informatie te willen krijgen over het strafverloop van de dader. De informatie geeft hen een gevoel van veiligheid. In totaal heeft 82% van deze slachtoffers informatie in de bevestigingsbrief en/of daarna van het LIJV ontvangen. 18% van de slachtoffers en nabestaanden heeft (nog) geen informatie gekregen. Het bereik van slachtoffers van jeugddelinquenten blijft achter bij het bereik van slachtoffers van tbs-gestelden. Mogelijk is de oorzaak dat het informatieproces voor deze groep nog niet op alle fronten goed verloopt of omdat er nog geen informatie is.

Voor slachtoffers van ernstige delicten is het van groot belang om te weten wanneer de dader voor verlof in aanmerking komt of vrijkomt. Een onverwachte ontmoeting met de dader kan een schok teweeg brengen en het slachtoffer psychische schade toebrengen. In 2005 is gestart met de informatieverstrekking over tbs- gestelden en in 2006 over jeugdige daders. In het onderzoek is de aandacht gericht op het huidige proces van de informatieverstrekking over de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel, de pij-maatregel en jeugddetentie (met een strafrestant vanaf 6 maanden) aan slachtoffers.

De informatieverstrekking loopt als volgt. Het Openbaar Ministerie laat slachtoffers van ernstige misdrijven via een brief weten dat ze op de hoogte kunnen worden gehouden van de stand van zaken gedurende de tbs, pij of jeugddetentieperiode. Bij de brief zit een antwoordformulier bijgesloten, waarop de informatiebehoefte kan worden aangekruist. Van de 60 slachtoffers heeft 75% aangegeven dat ze een aankondigingsbrief hebben ontvangen, 17% heeft zelf de informatiebehoefte gemeld en 8% heeft geen aankondigingsbrief ontvangen.

Vervolgens stuurt het Landelijk Informatiepunt Justitiële Verloven een bevestigingsbrief dat het verzoek om informatie is ontvangen. In sommige gevallen wordt in deze brief ook al gemeld dat de veroordeelde inmiddels is geplaatst in een Forensisch Psychiatrisch Centrum of dat de veroordeelde inmiddels verlof heeft gekregen. 70% van de respondenten geeft aan na de bevestigingsbrief (verdere) informatie te hebben ontvangen. Van de slachtoffers die informatie hebben gekregen, geeft 39% aan dat de informatie voldoende, helder en begrijpelijk is. Echter, 61% van de slachtoffers vindt de informatie onvoldoende: te weinig informatie over wanneer het verlof precies plaatsvindt en waar de veroordeelde naar toe mag.

Reactie

De minister schrijft aan de de Kamer dat er snel een betrouwbaar en sluitend systeem van informatieverstrekking moet komen. Met het oog op de verwachte invoering van het wetsvoorstel 'versterking positie slachtoffers in het strafproces' gaat het hierbij niet alleen om het verbeteren van bestaande informatieprocessen, maar ook om het uitbreiden ervan. Het wetsvoorstel is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer en zal naar verwachting op korte termijn worden behandeld in de Eerste Kamer. Belangrijke voorwaarde voor een goed functionerend systeem is dat de handelingen die nu vaak nog handmatig worden uitgevoerd, worden geautomatiseerd. Het ministerie is inmiddels in overleg getreden met onder meer het OM, DJI en de Justitiële Informatiedienst. De minister zal de Tweede Kamer in juni 2010 informeren over de uitkomsten van dit overleg.

Voor de korte termijn wordt de capaciteit van het LIJV uitgebreid. Het ministerie van Justitie werkt op dit moment de praktische, financiële en personele consequenties uit, zodat eind dit jaar er een bedrijfsplan voor de omvang en positionering van het LIJV gereed is.

De aanbeveling van de onderzoekers om slachtoffers periodiek te informeren, neemt de minister op dit moment niet over. De beschikbare capaciteit wordt eerst ingezet om het proces van informatieverstrekking dusdanig te organiseren en uit te voeren dat slachtoffers er zeker van kunnen zijn dat zij geïnformeerd worden op het moment dat er nieuwe informatie beschikbaar is.