Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis

Toespraak door ZKH de Prins van Oranje, voorzitter van de UNSGAB, ter gelegenheid van de plenaire openingssessie van de tweede Africa Water Week, Johannesburg

Het is voor mij altijd een genot om Zuid-Afrika te bezoeken, het land dat niet alleen gastheer is van deze Africa Water Week, maar in 2010 ook het wereldkampioenschap voetbal organiseert. Als fervent voetbalsupporter zou ik graag willen filosoferen over een mogelijke wedstrijd tussen Zuid-Afrika en Nederland. Welk team zou winnen en wie schiet de bal in het doel? Vandaag gaan we het echter over andere doelen hebben: de Millenniumontwikkelingsdoelen.

Van de vele honderden internationale overeenkomsten, verklaringen en verdragen zijn het vooral de Millenniumontwikkelingsdoelen die de aandacht van de wereld trekken. Ook na tien jaar prijken zij nog steeds bovenaan de ontwikkelingsagenda in plaats van in een stoffige la te zijn beland. De MDGs leven overal ter wereld in kranten en nationaal beleid, in gemeente- en dorpsraden en in ontwikkelingsstrategieën, en met name in Afrika. We hebben iets heel kostbaars in handen. Als deze inspanningen op niets uitlopen, dan wordt het moeilijk het door de MDGs gegenereerde momentum weer op te pakken. Voormalig Secretaris-Generaal Kofi Annan, een eminente Afrikaan, heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opzet, onderhandelingen en strategische besprekingen die tot de Millenniumontwikkelingsdoelen hebben geleid. Hij heeft ook de Adviesraad van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties inzake Water en Sanitatie in het leven geroepen, waarvan ik voorzitter ben en namens welke ik vandaag het woord voer. Kofi Annan vroeg ons hem niet alleen te adviseren, maar ook te helpen maatregelen te stimuleren, inspireren en coördineren om de MDG-doelen inzake water en sanitatie sneller te verwezenlijken.

In elk rapport lees je dat Afrika achterloopt met praktisch alle MDGs, inclusief de doelstelling het aantal mensen zonder toegang tot veilig water en basissanitatie te halveren. Kijken we naar de huidige voortgangscijfers dan ziet het ernaar uit dat de water- en sanitatiedoelen voor miljoenen Afrikanen niet gehaald zullen worden. Hiermee schetsen we een somber en ontmoedigend beeld. Maar laten we nu eens aandachtig kijken naar hoe de doelen worden gedefinieerd en gemeten.

Ja, volgens het wereldwijde statistische kader voor de millenniumontwikkelingsdoelen loopt Afrika inderdaad achter. Maar we moeten wel voor ogen houden dat MDGs - hoe waardevol ook - gestandaardiseerde, relatieve indicatoren zijn. Ze verschaffen een nuttig inzicht in de mondiale ontwikkelingsniveaus, maar vertellen niet het hele verhaal. Een van de MDG-doelen is bijvoorbeeld dat het percentage mensen dat geen toegang heeft tot schoon water en basissanitatie gehalveerd moet worden. Op nationaal niveau bezien is dat voor een land waar sowieso een hoog percentage van de inwoners niet over veilig water en basissanitatie beschikt natuurlijk een veel zwaardere opgave, helemaal wanneer de bevolking ondertussen snel groeit.

Beide factoren zijn van toepassing op nagenoeg elk land in sub-Sahara Afrika. Volgens andere maatstaven echter boekt Afrika indrukwekkende vooruitgang op het gebied van water en sanitatie. Gemeten naar het percentage van de bevolking dat voor het eerst toegang krijgt tot deze voorzieningen, doen ten minste 17 Afrikaanse landen het wat betreft het uitbreiden van de toegang tot basissanitatie beter dan het wereldwijde gemiddelde. En kijken we naar watervoorziening dan presteren 21 Afrikaanse landen even goed als of zelfs dan het wereldwijde gemiddelde. Nemen we de uitgebreide toegang tot water en sanitatie samen, dan overtreft bijna een derde van de landen in Afrika het wereldwijde gemiddelde.

De cijfers zijn terug te vinden in de gegevens van het Joint Monitoring Programme van UNICEF/WHO. Maar deze positieve ontwikkeling in veel Afrikaanse landen blijft vaak onderbelicht in wereldwijde publicaties, bijeenkomsten of officiële rapporten over vooruitgang op het gebied van de millenniumontwikkelingsdoelen.

Afrika levert geweldige inspanningen om de toegang tot water en sanitatie te verbeteren, en deze inspanningen moeten we onderkennen, steunen en navolging geven. Kunnen we nu voldaan achteroverleunen? Natuurlijk niet. Twee derde van de Afrikaanse landen presteert minder dan het wereldwijde gemiddelde, dus er moet nog veel meer vooruitgang geboekt worden. Nog te veel meisjes en vrouwen zijn dagelijks uren kwijt aan het halen van water voor hun familie. Te veel mensen moeten noodgedwongen emmers of zakken gebruiken om zich te ontlasten. Er sterven nog te veel kinderen aan de complicaties van diarree, die weer het gevolg is van slechte sanitatie. Uit een recent rapport van UNICEF/WHO blijkt dat er elk jaar 1,5 miljoen kinderen van onder de 5 sterven aan diarree. Te veel andere MDGs kunnen nooit verwezenlijkt worden vanwege het ontbreken van watervoorziening en sanitatie; MDG 7 is dus van cruciaal belang om de MDG-inspanningen op het gebied van onder meer gezondheidszorg, schoolbezoek en gendergelijkheid te laten slagen. MDG 7 is een onmisbare schakel in het streven naar gezondheid, waardigheid en ontwikkeling!

Dat een derde van de Afrikaanse landen beter presteert dan het wereldwijde gemiddelde is echter een belangrijk en hoopvol gegeven: er bestaan wel degelijke talrijke oplossingen, effectieve benaderingen en goede praktijken voor toegang tot water en sanitatie op het Afrikaanse continent. De Afrikanen hebben hun mede-Afrikanen veel te bieden.

Dames en heren,

Ik vertel u dit allemaal om u aan te moedigen uw MDG-inspanningen te verdubbelen. Ja, het is op dit continent een grotere uitdaging om de water- en sanitatiedoelen te verwezenlijken, maar ik ben ervan overtuigd dat u deze uitdaging aankunt - en veel landen zijn al op de goede weg. De regionale economische organisaties spelen hierbij ook een rol en moeten versterkt worden. Ze kunnen als doorgeefluik fungeren en de benaderingen die in Afrika werken oppikken en doorgeleiden. Bij welke plaatselijke marktomstandigheden kregen meer mensen toegang tot water en sanitatie? Welk beleid maakte voortgang mogelijk? En welke technologieën waren het meest doeltreffend? Regionale economische gemeenschappen kunnen vaststellen wat werkt en samen met hun minder presterende buren op grotere schaal succesvolle methoden toepassen. Om deze aanpak te laten slagen en meer Afrikanen toegang tot water en sanitatie te geven, is het essentieel dat de landen elkaar vertrouwen, solidair zijn en binnen hun regio beter samenwerken.

De leden van de Afrikaanse Unie hebben een enorme stap in de goede richting gezet toen ze hun commitment onder woorden brachten in de Verklaring van Sharm el-Sheikh inzake het bespoedigen van de verwezenlijking van de water- en sanitatiedoelen in Afrika. Staatshoofden en regeringsleiders hebben er - begrijpelijkerwijs - vaak moeite mee toe te geven dat het hun onderdanen aan basisvoorzieningen ontbreekt. Dat is overal ter wereld altijd al zo geweest. Maar in juli 2008 hebben de Afrikaanse leiders openlijk erkend dat miljoenen Afrikanen nog steeds niet beschikken over schoon water en basissanitatie. En belangrijker, ze beloofden er wat aan te doen. De Afrikaanse burgers roepen hun leiders nu op rekenschap af te leggen - ik ben zeer onder de indruk van de krachtige en niet-aflatende pressie om de verplichtingen van Sharm el-Sheikh in de Afrikaanse dorpen en steden te verwezenlijken. We moeten de urgentie blijven voelen, niet alleen deze week maar ook daarna, net zolang tot alle Afrikanen over dezelfde basisvoorzieningen beschikken die elders als vanzelfsprekend worden beschouwd.

Ik wil ook wijzen op de in de eThekwini-verklaring genoemde praktische en meetbare doelstellingen voor uitbreiding van de toegang tot sanitatie. Deze eenvoudige maar krachtige verklaring bevat heldere verplichtingen om budgetten te vergroten, het afleggen van rekenschap te verbeteren en nationale actieplannen voor sanitatie op te stellen. Een team van organisaties roept regeringen nu door middel van stoplichtrapportages ter verantwoording. UNSGAB houdt op zijn beurt de internationale follow-up van het Jaar van Sanitatie bij en ik kan u vertellen dat Afrika het meest geavanceerde monitoringsysteem heeft opgezet.

Dames en heren,

De klimaatverandering maakt de uitdaging waarvoor we ons gesteld zien nog groter. De klimatologische veranderingen nopen tot snelle maatregelen op het gebied van grensoverschrijdend beheer, afvalwaterzuivering en financieringstrategieën voor water en sanitatie. We weten allemaal dat de gevolgen van klimaatverandering het eerst bij water merkbaar zijn. De steeds prominentere gevolgen van de klimaatverandering, gevoegd bij een snel groeiende vraag naar water, roepen een verontrustend toekomstbeeld op. Water bepaalt steeds sterker de internationale betrekkingen en veiligheidssituatie in Afrika.

Er is dringend behoefte aan grensoverschrijdend beheer gebaseerd op betere regionale samenwerking en vertrouwen tussen regeringen. Nagenoeg alle oppervlaktewaterbronnen in Afrika bevinden zich in de 64 internationale stroomgebieden van het continent. Als deze bronnen op doeltreffende en transparante wijze worden beheerd, zal Afrika politiek stabieler worden.

Ook het opvangen, behandelen en hergebruiken van afvalwater verdient onmiddellijke aandacht. Volgens UNICEF en de WHO wordt slechts 1% van het Afrikaanse riool- en afvalwater behandeld. Nu er op steeds meer plaatsen watertekorten ontstaan en onze ecosystemen worden bedreigd, moet afvalwater afdoende worden gezuiverd en waar mogelijk worden hergebruikt voor de landbouw of industrie.

Er moeten op korte termijn meer fondsen voor water en sanitatie beschikbaar komen en effectiever worden ingezet. Financiering, met name in lokale valuta, blijft een belangrijk obstakel bij het verwezenlijken van de MDG-doelen voor water en sanitatie. Landen moeten trachten een passende mix van tarieven, belastingen en externe overdrachten te vinden. Dit vereist een strategische financiële planning waarbij ministeries van water, die van financiën en lokale waterbedrijven voortdurend met elkaar in gesprek blijven. Daarnaast moeten wettelijke belemmeringen die de toegang tot lokale schuldenmarkten in plaatselijke valuta verhinderen, uit de weg worden geruimd.

Dames en heren,

Ik sprak eerder al over het commitment van de Afrikaanse leiders en de inspanningen om hen verantwoording te laten afleggen. Vandaag zijn er ook vertegenwoordigers van veel donorlanden aanwezig. Ik wil deze landen herinneren aan de afspraken die in 2005 in Gleneagles zijn gemaakt om de financiële steun aan Afrika te verdubbelen. De wereldwijde financiële crisis maakt het er voor de G8-landen vanzelfsprekend niet eenvoudiger op de belofte van Gleneagles gestand te doen, maar de miljoenen Afrikanen die het kwetsbaarst zijn voor de gevolgen van deze crisis mogen we niet in de steek laten.

Onze Raad heeft het genoegen gehad nauw samen te werken met de Afrikaanse Ministerraad voor water (AMCOW) en ik wil de leden danken voor al hun inspanningen bij het voorbereiden van deze week. De AMCOW is uniek in de wereld en weet op doeltreffende wijze maatregelen op het gebied van water en sanitatie op dit continent te sturen en te coördineren. Vanwege onze uitstekende ervaringen met de AMCOW hebben we andere regio's aangemoedigd soortgelijke organisaties in het leven te roepen. Ik ben ervan overtuigd dat onze samenwerking met de AMCOW onder het toekomstige Zuid-Afrikaanse voorzitterschap nog intensiever zal worden.
Ik wil de Zuid-Afrikaanse regering bedanken voor haar optreden als gastvrouw van de tweede Africa Water Week en alle waterpartners voor het organiseren van de talloze sessies deze week. De leden van onze Raad zullen zich onverminderd blijven inzetten voor Afrika en samen met onze Afrikaanse broeders en zusters werken aan het verwezenlijken van de MDG-doelen voor water en sanitatie.


* © RVD