'Het betwiste politiebestel'. Internationaal vergelijkend onderzoek.

18/11/2009 22:00

Het Programma Politie en Wetenschap

'Het betwiste politiebestel. Een vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van het politiebestel in Nederland, België, Denemarken, Duitsland, Engeland en Wales', nieuwe uitgave in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.

'Politiebestel nergens een rustig bezit..'

Problemen rond politiebestel en bestelverandering zijn zeker niet uniek voor Nederland. In alle onderzochte, ons omringende, landen is het politiebestel voortdurend aan discussie en verandering onderhevig, waarbij elke bestelingreep a.h.w. de opmaat vormt voor nieuwe problemen en discussie. Tegelijk lijken bestelingrepen weinig invloed te hebben op de voortschrijdende professionalisering bij de politie.

Het ideale bestel bestaat niet; enige terughoudendheid met (nieuwe) bestelingrepen lijkt dan ook geboden. Bovendien biedt het bestaande bestel voldoende ruimte voor noodzakelijk geachte verbeteringen in de politiezorg.

Dit zijn enkele van de belangrijkste uitkomsten van een internationaal vergelijkende studie naar de achtergronden en opbrengsten van ingrepen in het politiebestel, die in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap is uitgevoerd door een consortium o.l.v. de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het onderzoeksrapport wordt vandaag gepresenteerd op een studieconferentie van het Tijdschrift voor de Politie over de toekomst van het Nederlands politiebestel in Den Haag.

Het onderzoek strekt zich uit over de landen België, de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen, Denemarken, Engeland en Wales.

Doel is de achtergronden (waarom), richting (hoe) en opbrengsten (resultaten/effecten) van ingrepen in het politiebestel te belichten en daarmee een bijdrage te leveren aan de vigerende besteldiscussie in ons land.

Centraal staan recent doorgevoerde of geplande bestelwijzingen in de vijf landen. Ze worden belicht tegen de achtergrond van enerzijds de specifieke context van nationale systemen en ontwikkelingen en anderzijds beoogde en gerealiseerde opbrengsten.

Het huidige Nederlandse politiebestel dateert van 1994 toen rijks - en gemeentepolitie werden samengevoegd in 25 regionale korpsen en een landelijk korps. Bestaande gezagsrelaties - de uitvoering van de openbare orde handhaving en de hulpverlening onder gezag van de burgemeesters en de opsporing onder het gezag van het Openbaar Ministerie - bleven ongewijzigd, evenals de scheiding tussen gezag en beheer. Het beheer kwam grotendeels in handen van de Korpsbeheerders: in de regel de burgemeesters van de grootste gemeente in de regio.

Dit Nederlandse politiebestel - meer in het bijzonder de wijze waarop de politie gestuurd en gecontroleerd wordt - is misschien uniek, maar er valt toch veel te leren uit internationale vergelijking. Problemen en dynamiek rond het bestel zijn namelijk niet uniek Nederlands, zo leert de studie.

Ook in ons omringende landen wordt geworsteld wordt met het vraagstuk van effectief sturen en controleren van de politie. Alleen ontwikkelen landen voor het zelfde probleem heel verschillende oplossingen. De ene oplossing is echter niet noodzakelijk beter of slechter dan de andere.

Het Nederlands bestel is zeker niet uniek in termen van complexiteit. Ook elders is het bestel een ingewikkeld compromis tussen vele belangen. En, ook in andere landen wordt regelmatig politieke strijd geleverd over verandering van het bestel.

Het ideale bestel bestaat niet. Ieder bestel blijkt eigen voor- en nadelen te hebben. En bij verandering van een bestel blijken telkens sommige problemen wel en andere niet opgelost te worden. Bovendien genereert een nieuw bestel vaak ook nieuwe problemen.

Omdat bestelverandering geen middel tegen alle kwalen is en vaak met grote kosten (financieel, menselijk en qua output van de politie) gepaard gaat, pleiten de auteurs voor terughoudendheid met verandering van het bestel. Veelal kan volstaan worden met minder drastische aanpassing en verandering binnen een bestel. Belangrijk is dan wel dat het bestel daar voldoende ruimte voor laat.

Binnen het huidige Nederlands bestel, op basis van de Politiewet 1993, is inderdaad sprake van veel ruimte voor flexibele aanpassing aan veranderende omstandigheden. Voorbeelden daarvan zijn de oprichting van de Nationale Recherche, de verdere professionalisering van het politievak, maar ook het veel sterker worden van de landelijke sturing van de politie.

Het onderzoeksrapport is uitgegeven in de reeks Politiewetenschap van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, een zelfstandig onderdeel van de Politieacademie. Politie en Wetenschap is in mei 1999 ingesteld om het wetenschappelijk onderzoek en de kennisontwikkeling op het gebied van politie en veiligheid te stimuleren en tevens een impuls te geven aan een betere benutting van onderzoeksresultaten in politiepraktijk en opleiding. Daartoe is een meerjarig onderzoeksprogramma ontwikkeld. De uitvoering van dit programma geschiedt onder leiding van de directeur van het programmabureau, G.C.K. Vlek.