Herstel portemonnee blijft uit

Amsterdam, 18 november 2009

Consumenten zien zichzelf er niet op vooruit gaan de komende zes maanden. Het economisch herstel vertaalt zich niet in koopkrachtwinst. Het vertrouwen van consumenten in hun eigen portemonnee is stabieler dan in de economie.

De meeste consumenten zien hun eigen financiële situatie de komende zes maanden niet verbeteren. Dat blijkt uit de ING Vraag van Vandaag van donderdag. Een derde (32%) van de 58.600 respondenten verwacht er op achteruit te gaan en bijna de helft (46%) denkt dat de financiële situatie zal stagneren. Een op de vijf (22%) respondenten heeft meer vertrouwen in de eigen portemonnee en voorziet verbetering. Omdat er meer pessimisten dan optimisten zijn, is de stemming per saldo negatief.

Geen extra koopkracht in het vat

In 2009 komt de economie uit op krimp, maar zit de koopkracht in de plus. Dat komt omdat de lonen nog behoorlijk zijn gestegen, terwijl de prijsstijgingen erg zijn meegevallen - onder andere door goedkopere energie. Volgend jaar is het andersom. De economie vertoont dan weer groei, maar dat zullen huishoudens niet terugzien in hun koopkracht. Het economische herstel kan namelijk niet voorkomen dat de arbeidsmarkt nog verder verslechtert. Sommige werknemers zullen hun baan verliezen en anderen zien hun loon minder hard stijgen. Ook houden niet alle pensioenen de prijsstijgingen bij en stijgen de zorgpremies (zie ook Koopkracht 2010: inzicht in 10 stappen van 16 september).

Meer vertrouwen in portemonnee dan in economie

De afgelopen twee jaar is het sentiment over de eigen financiële vooruitzichten veel stabieler geweest dan het vertrouwen van consumenten in de economie. In de eerste helft van 2008 waren er veel meer optimisten over de economie dan pessimisten - het 'overschot' bedroeg ruim 20%. Vervolgens daalde de stemming naar een laag niveau in 2009 - tot een gemiddeld overschot aan pessimisten van ruim 45%.

Consumenten zijn dus veel negatiever geworden over de economie. Over de gevolgen van de recessie voor hun eigen portemonnee zijn zij een stuk milder. Op het dieptepunt van de stemming in augustus vorig jaar waren er 25% meer negatieve dan positieve respondenten over de eigen financiële voorzichten. Inmiddels bedraagt het verschil nog maar 10%.

Het vertrouwen in de eigen bestedingsmogelijkheden heeft zich dus minder uit het veld laten slaan dan het vertrouwen in de economie. Bovendien laat de stemming voorzichtig een stijgende lijn zien.

© 2009 ING Economisch Bureau