Nederlandse Vereniging van Journalisten
`Kranten, accepteer dat geld'
donderdag 19 november 2009 | Hoofdredacteuren hoeven niet bang te zijn
hun onafhankelijkheid te verliezen als ze een bijdrage van de overheid
accepteren, betogen Bianca Rootsaert en Ernst Jan Rozendaal.
BIANCA ROOTSAERT
ERNST JAN ROZENDAAL
Vandaag besluit de Tweede Kamer over het voorstel van minister
Plasterk om extra gelden vrij te maken voor de dagbladen. De
dagbladuitgevers hadden de noodklok geluid. Dalende
advertentieomzetten, dalende oplage, aandeelhoudersbelangen,
concurrentie van (deels door de overheid gefinancierde) omroepen,
gratis internetsites die zelf nauwelijks investeren maar wel geld
verdienen aan nieuws dat door dagbladen is gegenereerd.
Dagbladen zijn niet belangrijk voor het medialandschap omdat nieuws op
papier per se moet blijven bestaan, maar omdat zij veel van de
onafhankelijke vrije nieuwsgaring op zich nemen.
Vanuit de dagbladen zijn er journalisten, hoofdredacteuren en ook
uitgevers die niet zitten te springen om subsidie. Op buitenstaanders
moet het vreemd overkomen: krijg je geld, is het weer niet goed. Angst
voor afhankelijkheid van de overheid speelt hierbij een grote rol. Je
kunt geen geld aannemen en dus afhankelijk worden van een partij die
je openlijk kritisch dient te volgen.
Daar zit wat in. Anderzijds kun je ertegen inbrengen dat de publieke
gefinancierde omroepen al jaren uitstekende onafhankelijke
journalistieke programma's afleveren en geen last hebben van enige
interventie door een overheid. Natuurlijk hebben ook zij last van een
overheid die regelmatig vindt dat het anders en goedkoper zou moeten,
dat heeft gevolgen voor het aantal journalistieke programma's dat je
kunt maken. Daarin schuilt dus wel zeker een indirecte
afhankelijkheid.
Wat de tegenstanders van publiek gefinancierde journalistiek echter
onvoldoende laten meewegen is hoe fnuikend het is afhankelijk te zijn
van winstcijfers, aandeelhouders, raden van bestuur die liever
investeren in puzzelbladen en golfmagazines, die hun radiostations
uitsluitend plaatjes laten draaien en die redactiebudgetten afknijpen
om een optimaal rendement te halen. In de afgelopen jaren hebben wij
niet anders dan grote reorganisaties gezien bij de dagbladbedrijven
onder invloed van tegenvallende cijfers. Redacties in winstgevende
bedrijven zijn niet onafhankelijker dan redacties die geld van de
overheid ontvangen.
In het huidige medialandschap ben je dus rechtsom of linksom altijd
afhankelijk. Vraag is wat het minst bedreigend is voor de vrije
nieuwsgaring. In een recent Amerikaans onderzoek wordt geconstateerd
dat de onafhankelijke pers bedreigd wordt als die afhankelijk is van
één partij, een overheid of een bedrijf.
Voor alle nieuwsredacties in Nederland is het zaak toe te werken naar
een financieringsmodel dat put uit verschillende bronnen. In de
Verenigde Staten, toch niet het minst liberaal denkende land, gaan er
stemmen op om `national funds for local news' op te richten
gefinancierd uit collectieve inning op internet en telefoongebruik en
radio- en tv-licencies. In Nederland is door de commissie-Brinkman ook
een dergelijk voorstel gedaan, vooral gericht op regionale
nieuwsgaring die kwetsbaar is geworden de afgelopen jaren.
De Tweede Kamerleden die zich vandaag buigen over dit onderwerp doen
er dan ook verstandig aan subsidies voor het aannemen van jonge
journalisten definitief toe te kennen aan de branche. Hoofdredacteuren
die daar moeite mee hebben zouden we willen aanraden om hiervan toch
gebruik te maken. Een evenwichtige mix van verschillende
financieringstromen biedt namelijk de meeste kans op onafhankelijke
berichtgeving.
Dit artikel verscheen op donderdag 19 november in de Volkskrant.