2009Z19170/2009D52404
Datum 18 november 2009
Betreft Brief Stuurgroep Technolgy Assessment met betrekking tot mondiale
fosfaatschaarste
Geachte Voorzitter,
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij op
28 oktober jl. verzocht om een reactie op de brief van de Stuurgroep Technology
Assessment over de mondiale fosfaatschaarste. De vaste commissie heeft mij
tevens verzocht om een reactie op het artikel op agd.nl van 23 oktober jl. over
het pleidooi van de Technische Commissie Bodem voor een verbreding van
informatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid. Mede namens de
minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zet ik
onderstaand uiteen wat mijn opvattingen over deze twee onderwerpen zijn.
1. Brief Stuurgroep Technology Assessment over de mondiale
voedselschaarste.
De stuurgroep `Technology Assessment' heeft op 30 september jl. een beleids-
notitie aangeboden over het dreigend mondiaal tekort aan fosfaat, getiteld:
`Fosfaat - van te veel naar tekort'. Deze beleidsnotitie is hoofdzakelijk gebaseerd
op het rapport `Phosphorus in agriculture: global resources, trends and
developments' van Plant Research International (PRI) van Wageningen
Universiteit en Research (WUR).
Het rapport en de notitie gaan over het dreigende fosfaattekort in de wereld en
wat dat betekent voor landbouw en voedselvoorziening. In de beleidsnotitie
worden aanbevelingen gedaan over hoe schaarste te vermijden, onderscheiden
naar aanbevelingen voor de politieke- en de kennisagenda. De aanbevelingen zijn
gericht aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, aan de minster
van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en aan de minister
voor Ontwikkelingssamenwerking. De stuurgroep adviseert een interdepartemen-
tale werkgroep in te stellen voor de ontwikkeling van een coherent fosfaatbeleid
voor de korte en lange termijn.
Pagina 1 van 6
De stuurgroep doet samengevat negen aanbevelingen inzake de dreigende Agroketens en Visserij
Mest en Milieu
schaarste aan fosfaat:
1. Het agenderen van de fosfaatproblematiek in mondiale en Europese fora;
2. Het verkennen van mogelijkheden voor een Europese bestemmingsheffing op Datum
18 november 2009
fosfaat;
Onze referentie
3. Het ontwikkelen van beleid in Nederland voor de recycling van fosfaat in AKVL/2009/2768
reststromen zoals dierlijke mest, zuiveringsslib, slachtafval en as en slak van
industriële verbrandingsprocessen;
4. Het bevorderen van een verdere ontwikkeling van daarvoor benodigde
technologie;
5. Een herevaluatie van de regelgeving voor het gebruik van reststromen van
dierlijke oorsprong voor bemesting en diervoeders;
6. Het zo spoedig mogelijk instellen van een verplichting tot hergebruik van
fosfaat in de verbrandingsas van rioolslibverbranding;
7. Het bevorderen van hergebruik van de restproducten van de productie van
biobrandstoffen;
8. Het bevorderen van landbouwkundig onderzoek naar een meer zorgvuldig
bemestingsregiem ten aanzien van fosfaat;
9. Het geven van prioriteit aan fosfaat bij ontwikkelingssamenwerking.
Naar de mening van de Stuurgroep liggen er op diverse punten belangrijke kansen
voor een voortrekkersrol van Nederland.
Reactie
De zorg om het dreigend tekort aan fosfaat is een zorg die gedeeld wordt door het
kabinet. De stuurgroep stelt een belangrijk probleem aan de orde. De beschik-
baarheid van kunstmest doet licht vergeten hoe eeuwenlang uitwerpselen van
mens en dier en huisvuil bijeen zijn gesprokkeld om landbouwgronden van
voldoende nutriënten te voorzien. De stuurgroep signaleert terecht dat fosfaat niet
onbeperkt als grondstof voorradig is. Opraken van de fosfaatvoorraden zou
desastreus zijn voor de mondiale landbouw en voedselvoorziening zoals we die nu
kennen. Het is daarom goed dat tijdig actie wordt genomen om er voor te zorgen
dat de diffuse verliezen van fosfaat zoveel mogelijk voorkomen worden en het
beschikbare fosfaat optimaal gebruikt wordt.
Omdat de regering al eerder heeft onderkend dat grondstoffenschaarste in de
toekomst een belangrijk probleem kan worden, heeft zij het thema Schaarste &
Transitie geagendeerd als één van de vijf strategische thema's voor de vraag-
articulatie aan planbureaus en adviesraden.
Dit thema is verkend door de interdepartementale projectgroep `Schaarste en
Transitie'. Het resultaat van deze verkenning, de kennisagenda `Schaarste &
Transitie', is in juli door het kabinet vastgesteld. Fosfaatschaarste is geïdentifi-
ceerd als een prioritair thema dat vraagt om een integrale en multidisciplinaire
benadering: van de geopolitieke aspecten van fosfaatschaarste tot aan efficiënter
gebruik en recycling.
De kennisvragen van deze kennisagenda worden momenteel nader gespecificeerd
en omgezet in onderzoeks- en adviesvragen die in de werkprogramma's van 2010
meegenomen worden.
Pagina 2 van 6
Ik verwijs u hiervoor ook naar de voortgangsrapportage over de motie Agroketens en Visserij
Mest en Milieu
Schuurmans (Eerste Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32123, B).
De notie dat de problematiek van de fosfaatschaarste een internationale Datum
18 november 2009
benadering vraagt, onderschrijf ik. In het kader van de beleidsagenda Duurzame
Onze referentie
Voedselsystemen en de Nota Duurzame Veehouderij verken ik de mogelijkheden AKVL/2009/2768
om voer-mestkringlopen te sluiten. Dit laat onverlet dat nu reeds op Europees en
nationaal niveau actie mogelijk en reeds gaande is. Omdat ook de aanbevelingen
voor een groot deel op het nationale niveau betrekking hebben, zal ik mijn reactie
hierop toespitsen.
Nederland
De stuurgroep Technology Assessment constateert terecht dat voor Nederland een
dreigende schaarste aan fosfaat een relatief nieuw probleem is. De stuurgroep
adviseert prioriteit te geven aan het hergebruik van fosfaat uit reststromen en de
ontwikkeling van daartoe benodigde technologie. De stuurgroep traceert
verschillende segmenten waar verliezen optreden: industrie, landbouw en
huishoudens en doet daar aanbevelingen over.
Voor een deel van deze aanbevelingen geldt dat deze al geheel of gedeeltelijk deel
uitmaken van het bestaande beleid. Dit geldt in elk geval voor de aanbevelingen
drie, vier, zeven en acht.
Om met deze laatste aanbeveling te beginnen: Vanuit het gegeven dat Nederland
in de landbouw vooral een fosfaatoverschotprobleem kent, dat zich uit in
eutrofiëring van het oppervlaktewater, voert de regering al sinds jaren een beleid
gericht op het verminderen van de bemesting van landbouwgronden met fosfaat.
Het vierde actieprogramma Nitraatrichtlijn, waarover ik eerder dit jaar uitvoerig
met uw Kamer gesproken heb, voorziet in een aanscherping van de fosfaat-
gebruiksnormen, waarbij rekening wordt gehouden met de fosfaattoestand van de
bodem.
In het vierde actieprogramma is ook beschreven hoe de regering initiatieven
ondersteunt op het gebied van doelmatiger fosfaatbemesting, lagere fosfaat-
gehaltes in diervoeders, mestscheiding en mestverwerking, precisiebemesting,
voorlichting en kennisverspreiding. Ik beschouw aanbeveling acht van de stuur-
groep dan ook als een ondersteuning voor de inzet van de regering op dit vlak.
Vanuit het mestbeleid maak ik mij sterk voor doelmatiger gebruik en hergebruik
van waardevolle bestanddelen in dierlijke mest en andere reststromen. In dat
kader past ook mijn opdracht aan WUR om samen met het bedrijfsleven te
werken aan technieken voor het terugwinnen van fosfaat uit dierlijke mest. Het
mestbeleid biedt verder de mogelijkheid om fosfaat in reststromen uit afval-
verwerking en industrie, zoals compost, zuiveringsslib en schuimaarde, als mest-
stof te gebruiken in de landbouw. Naar mijn mening laat het voorgaande zien dat
de regering de aanbevelingen drie, vier en zeven van de stuurgroep al voor een
belangrijk deel in het staande beleid heeft vorm gegeven. Het feit dat de stuur-
groep reden ziet om deze aanbevelingen te doen, sterken mij in het voornemen
om te blijven zoeken naar mogelijkheden voor verbetering.
Pagina 3 van 6
In aanvulling op het bovenstaande merk ik ten aanzien van aanbeveling 3 en 6 Agroketens en Visserij
Mest en Milieu
nog het volgende op. Het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP) bevat het
Nederlandse beleid voor afvalbeheer. In het LAP wordt veel aandacht besteed aan
de nuttige toepassing van afvalstoffen en wordt door middel van minimum- Datum
18 november 2009
standaarden aangegeven welke verwerkingswijzen minimaal moeten worden
Onze referentie
gehanteerd voor de (categorieën van) afvalstoffen die in de afzonderlijke AKVL/2009/2768
sectorplannen worden behandeld.
In het LAP wordt geconstateerd dat de inzet van een deel van de reststromen van
biomassaverbranding als meststof mogelijk is. Door het inzetten van de assen in
het gebied waar de biomassa vandaan komt, kunnen nutriëntkringlopen worden
gesloten. Dit sluit aan bij het streven naar het sluiten van kringlopen en het nuttig
toepassen van afvalstoffen op een zo hoogwaardig mogelijke wijze en met zo min
mogelijk verlies aan kwaliteit. Gezien de verwachte toename van de toepassing
van biomassa en schaarste van vooral fosfaat is dit een wenselijke ontwikkeling.
Om ingezet te kunnen worden als bouwstof of meststof is kwaliteitsborging van de
reststoffen noodzakelijk. Dit is in Nederland nog niet uitgewerkt waardoor het op
dit moment niet mogelijk is de reststromen binnen de Nederlandse wetgeving
nuttig toe te passen als meststof.
Tijdens de komende planperiode zal op initiatief van het ministerie van VROM
onderzoek worden gedaan naar de condities waaronder reststromen van
biomassaverbranding, inclusief de verbrandingsassen van rioolslibverbranding,
nuttig kunnen worden toegepast. Mochten hieruit mogelijkheden naar voren
komen dan zal de minimumstandaard hierop worden aangepast.
Ten aanzien van aanbeveling 5 merk ik het volgende op. Het gebruik van rest-
stromen van dierlijke oorsprong als grondstof voor veevoer heeft zoals bekend
grote risico's voor de gezondheid van mens en dier. Om die reden zijn daaraan,
ook in Europees kader, beperkingen gesteld. Heroverweging van dit beleid komt
pas in beeld indien afdoende kan worden gewaarborgd dat geen diersoorteigen
diermeel in diervoeder zit. Daarop is nog geen uitzicht.
Die beperkingen betekenen overigens niet dat alle fosfaat in dierresten thans voor
voedselproductie verloren gaat. Een niet onbelangrijk deel komt direct of indirect
weer beschikbaar als meststof voor de landbouw.
Europees niveau
De Stuurgroep stelt dat de EU voor haar voedselvoorziening in de toekomst meer
dan nu al het geval is afhankelijk zal zijn van de import van fosfaat. De stuur-
groep adviseert de mogelijkheden te verkennen van een Europese bestemmings-
heffing op fosfaat. Dit advies heeft de Stuurgroep inmiddels ook aan EU-
commissaris Fisher Boel gedaan.
Vastgesteld kan worden dat ook op Europees niveau de notie groeit dat stappen
nodig zijn om fosfaat doelmatiger te gebruiken. De discussie hierover is echter
nog niet gevorderd tot op het instrumentele niveau, maar verkeert nog vooral in
de verkennende sfeer. Zo is in de `2nd SCAR Foresight' de fosfaatschaarste als
één van de te onderzoeken thema's opgekomen. Begin dit jaar heeft de Europese
Commissie een tender uitgezet, vooral gericht op de recycling van fosfaat.
Een discussie over nut en noodzaak van een heffing is daarom op dit moment niet
aan de orde.
Pagina 4 van 6
Agroketens en Visserij
Mest en Milieu
Mondiaal niveau
Op dit niveau spelen zowel de erosie van landbouwgronden als de geopolitiek een
grote rol. Erosie, omdat dit de grootste verliespost van fosfaat is. Geopolitiek Datum
18 november 2009
omdat in de loop van deze eeuw een `rat race' dreigt om de slinkende fosfaat-
Onze referentie
voorraden. De stuurgroep verzoekt om initiatieven om de internationale organi- AKVL/2009/2768
saties als FAO, UNDP, WTO, WHO, Wereldbank en OESO te wijzen op hun verant-
woordelijkheid inzake de dreigende fosfaatschaarste.
De regering onderschrijft dat de problematiek van de fosfaatschaarste op de
agenda moet staan van internationale organisaties die hierin een belangrijke rol
kunnen hebben, zoals de FAO, UNDP, WHO, de Wereld Bank, UNEP, WTO en
OECD. Een aantal van deze organisaties, waaronder de FAO en de OECD,
besteden reeds aandacht aan dit onderwerp. Vooral de FAO is al lang actief op het
gebied van erosiebestrijding en bevordert Good Agricultural Practices. Ook tijdens
de 17e zitting van de VN Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CDS17), die ik
heb voorgezeten, is aandacht gevraagd voor het dreigende fosfaattekort. Ik zal
relevante internationale organisaties oproepen aandacht aan dit onderwerp te
besteden, c.q. hiermee door te gaan.
Slinkende fosfaatvoorraden kunnen ernstige gevolgen hebben voor de voedsel-
zekerheid in de wereld door afnemende beschikbaarheid en hogere prijzen van
fosfaatmeststoffen. Vooral in Afrika kan dat het geval zijn. De vorig jaar aan de
Kamer aangeboden Beleidsbrief over landbouw, rurale bedrijvigheid en voedsel-
zekerheid (TK, 2007-2008, 31 250 nr. 14) gaat nader in op de Nederlandse inzet
op dit terrein, met speciale aandacht voor Sub-Sahara Afrika.
Als voorbeeld kan genoemd worden het programma in samenwerking met het
International Center for Soil Fertility & Agricultural Development (IFDC) gericht op
een duurzame productiviteitsverbetering in zeven landen in West-Afrika. Een
geïntegreerd en efficiënt gebruik van verschillende soorten meststoffen speelt
daarbij een belangrijke rol.
2. Pleidooi Technische Commissie Bodem voor verbreding informatie LMM
Naast een reactie op de brief van de Stuurgroep Technology Assessment vraagt
uw Kamer tevens om een reactie op het artikel op agd.nl van 23 oktober 2009
met als titel `De Technische Bodem Commissie (TCB) pleit voor een verbreding
van informatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM)'.
Momenteel wordt, in opdracht van de ministers van VROM en LNV, een evaluatie
uitgevoerd van het LMM ten behoeve van het vaststellen van een LMM-programma
voor de komende jaren. De TCB is gevraagd om op drie momenten in de evaluatie
een review uit te voeren. Recent heeft de TCB de review van de eerste fase, het
plan van aanpak van de evaluatie, afgerond. Deze review heeft geresulteerd in
een advies dat per brief van 6 oktober 2009 door de commissie is aangeboden
aan de minister van VROM. De TCB zal in het vervolg nog een review uitvoeren op
de analyse van de resultaten en op de eindrapportage.
Pagina 5 van 6
Op dit moment wordt gestart met de uitvoering van de evaluatie. Het eindrapport Agroketens en Visserij
Mest en Milieu
dient voor de zomer van 2010 afgerond te zijn. Dan is ook het moment daar om
beleidsconclusies te trekken en uw Kamer hierover te informeren.
Datum
18 november 2009
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
Onze referentie
VOEDSELKWALITEIT, AKVL/2009/2768
G. Verburg
Pagina 6 van 6
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit