VU medisch centrum
VUmc tekent landelijk Charter Talent naar de Top
Meer vrouwen op wetenschappelijke topposities
19 november 2009
Sla een krant of tijdschrift open, en waarschijnlijk wordt er minstens
één artikel gewijd aan de positie van vrouwen in het bedrijfsleven.
Yolande Schaeffer geeft toe dat ze - vanwege de hype - soms ook bijna
het punt bereikt dat ze 'klaar' is met dit onderwerp. "Toch ben ik nog
steeds heel gemotiveerd om de diversiteit van het personeelsbestand in
alle lagen van VU medisch centrum te doen toenemen."
Yolande Schaeffer Foto: Digidaan Het is aangetoond dat een organisatie
die diversiteit hoog in het vaandel heeft staan, betere en creatievere
resultaten boekt. "Met het ondertekenen van het Charter Talent naar de
Top willen we een hogere toestroom, doorstroom en vooral behoud van
vrouwelijk talent in wetenschappelijke topposities bereiken; meer
vrouwelijke hoogleraren dus", aldus Yolande Schaeffer, directeur
personeel en organisatie.
Talent naar de top
Begin 2010 gaat VU medisch centrum het Charter Talent naar de Top
ondertekenen. Met deze vrijwillige ondertekening zegt de organisatie
toe, de komende jaren concrete maatregelen te nemen om meer vrouwelijk
talent op hoge posities te krijgen. Het Charter is tot stand gekomen
in nauwe samenwerking tussen VNO-NCW, de FNV, de Sociaal Economische
Raad en vertegenwoordigers van bedrijven, het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische
Zaken, en richt zich op alle werkgevers in Nederland. Het idee is dat
een breed gedragen ondertekening en naleving van het Charter op
termijn leidt tot de beoogde toename van het aantal vrouwen in
topfuncties, of in de aanloop daar naartoe.
Schaeffer vertelt hoe VUmc denkt die toename van het aantal
vrouwelijke hoogleraren te bewerkstelligen. "We leggen onze ambities
vast in harde doelstellingen voor de komende jaren. Nu zijn we bezig
om de huidige situatie in kaart te brengen. Onze startmeting,
doelstellingen en strategie dienen we leveren we aan in 2010 bij het
Charter. In VU medisch centrum zullen we niet gaan werken met een
quotum. Het zal zaak zijn om vrouwelijk talent eerder te herkennen en
te stimuleren. Ook moet er bijvoorbeeld oog zijn voor het verschil in
waardering van zogenaamd vrouwelijke en mannelijke eigenschappen.
Zolang de ene sekse, in dit geval mannen, oververtegenwoordigd is in
de topfuncties, en daarmee vaak ook in de gremia die betrokken zijn
bij benoemingen, moet dit verschil een punt van aandacht zijn."
Stimuleren talent
Marceline van Furth, hoogleraar kindergeneeskunde in het bijzonder
infectieziekten en de vijfde Desmond Tutu hoogleraar, werd op 1
oktober officieel benoemd. Zij herkent wat Schaeffer zegt over
seksespecifieke eigenschappen. "Ik stond met mijn mond vol tanden toen
een trainer een aantal jaar geleden op een managementcursus aan mij
vroeg, waarom ik nog geen hoogleraar was. Hij merkte namelijk op dat
ik, op basis van mijn takenpakket, al lang zover had kunnen zijn -
maar dat ik er wél zelf om moest vragen. Ik wist dat niet, maar vond
het ook doodeng. Ik denk dat vrouwen meer geneigd zijn aan zichzelf te
twijfelen en mannen zichzelf eerder naar voren zullen schuiven."
De kersverse hoogleraar heeft zichzelf ten doel gesteld haar
vrouwelijke kwaliteiten in te zetten en ze niet onder te laten
sneeuwen. "Ik ben erg gericht op 'gezamenlijkheid' en minder op
competitie. Daar wil ik gebruik van maken, ook bijvoorbeeld in de
begeleiding van jonge, talentvolle vrouwen. Ik zit zelf in een
intervisiegroepje van vrouwelijke hoogleraren. Op een dergelijke wijze
zou ik ook wel jonge, ambitieuze vrouwen in VUmc willen begeleiden en
aanmoedigen."
Bewuste strategie
Vroegtijdige begeleiding en stimulering van jonge vrouwelijke
wetenschappers zal volgens Victor van Hinsbergh, voorzitter van de
commissie topkader, een van de belangrijkste middelen moeten zijn om
te komen tot een goede verdeling tussen mannen en vrouwen op de
wetenschappelijke topposities. Hoewel Van Hinsbergh verwacht dat het
grote aantal vrouwelijke geneeskunde studenten uiteindelijk vanzelf
zal zorgen voor meer vrouwen aan de top, ziet hij wel degelijk het
belang van een bewust te voeren strategie.
"Van de laatste tien benoemde hoogleraren is toevallig de helft vrouw.
Hieraan ligt echter geen bewust beleid ten grondslag. Wel proberen we
op allerlei manieren vrouwelijk talent te herkennen en te laten zien.
Nu worden nog maar vijf van de 44 afdelingen in VUmc geleid door een
vrouw. Als die posities meer gelijk worden verdeeld, werkt dat weer
stimulerend voor andere vrouwen in de organisatie."
Mariet Buddingh
bron: Tracer