College van Beroep voor het bedrijfsleven
Internetgebruik in strijd met gedragscode maar geen sprake van
dringende reden en van verwijtbare werkloosheid
WW-uitkering blijvend geheel geweigerd vanwege verwijtbare
werkloosheid, ontstaan na ontbinding van de arbeidsovereenkomst door
de kantonrechter wegens verandering van omstandigheden, gelegen in het
geconstateerde internetgebruik in strijd met de geldende gedragscode
en de daaruit voortvloeiende vertrouwensbreuk. Rechtbank heeft dat
besluit vernietigd, omdat het Uwv onvoldoende zelfstandig onderzoek
had verricht. Werkgever heeft hoger beroep ingesteld. Met betrekking
tot het door het Uwv te verrichten onderzoek verwijst de Raad naar
zijn uitspraak LJN BH2387. Ter beantwoording van de vraag of aan de
werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt, dient een
materiële beoordeling plaats te vinden en is de wijze waarop het
dienstverband is beëindigd niet doorslaggevend. Daarmee werd ook het
standpunt dat het Uwv en de bestuursrechter geen van het oordeel in de
ontbindingsprocedure afwijkend standpunt zou mogen innemen, verworpen.
Gezien mediation voornemen heeft werkgever gedrag van werknemer niet
gezien als dringende reden voor ontslag. Vaststaat dat werknemer
eenmalig ongeoorloofd gebruik van het internet heeft gemaakt en enige
malen datingsites voor privégebruik heeft bezocht, waarvan strijd met
de gedragscode niet is komen vast te staan. Dat sprake is van een
voorbeeldfunctie als leraar spreekt in zoverre minder aan dat het hier
gaat om jongvolwassen leerlingen. Daartegenover staat dat werknemer 57
jaar oud was en een - onbetwist - onberispelijke staat van dienst had
van 28 jaar, terwijl voorts de gevolgen van de beëindiging van de
dienstbetrekking zeer ernstig voor werknemer waren. De Raad oordeelt
dat geen sprake is van een dringende reden en geen sprake is van
verwijtbare werkloosheid.
LJ Nummer:
BK2128
Zie het origineel
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 19 november 2009