INLIA
Update uitvoering pardonregeling 19/11/2009
De staatssecretaris van Justitie mw N Albayrak heeft kort voor het
overleg met de Vaste Commissie voor Justitie in de Tweede Kamer een
brief gestuurd, waarin de meest actuele ontwikkelingen worden
geschetst. Hieronder volgt de integrale tekst van deze brief d.d.
18/11/09 met als onderwerp Update stand van zaken uitvoering
afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet.
In mijn brief van 13 juli 2009 heb ik u bericht over de stand van
zaken van de uitvoering van de Regeling ter afwikkeling van de
nalatenschap van de Oude Vreemdelingenwet (hierna: Regeling). Op 15
september 2009 heeft u gevraagd om voor zover mogelijk deze informatie
te actualiseren. Mede namens de Minister van Justitie informeer ik u
over de actuele ontwikkelingen.
1. Proces vergunningsverlening
Tot 1 november 2009 zijn ongeveer 28.000 vergunningen verleend. Dit
ligt nog steeds binnen de brandbreedte van de bij de start van de
Regeling uitgesproken verwachting over de omvang van deze groep van
tussen 25.000 en 30.000 personen. Als gevolg van de uitvoering van de
Regeling, zijn op dezelfde peildatum ongeveer 21.400 lopende
procedures ingetrokken.
Voor circa 6.000 personen heeft de ambtshalve beoordeling door de IND
niet geleid tot toekenning van een vergunning in het kader van de
Regeling. In ongeveer 35% van de gevallen was dat vanwege 1F (of
lopend onderzoek hiernaar), openbare orde-aspecten of het verstrekken
van onjuiste persoonsgegevens. De overige circa 65% betrof personen
van wie geen onafgebroken verblijf kon worden geconstateerd, van wie
de verblijfplaats niet kon worden achterhaald of die het voorgelegde
aanbod niet accepteerden.
Op dit moment is in ongeveer 3.600 dossiers bezwaar aangetekend tegen
de niet-verlening van een ambtshalve vergunning. De toename van het
aantal bezwaarschriften is voornamelijk een gevolg van
burgemeesterverklaringen die nog zijn binnengekomen bij de IND na de
sluiting van de Regeling. Door de projectmatige aanpak van de IND zijn
inmiddels reeds 3.360 bezwaarschriften afgehandeld. Naar verwachting
zal het resterende deel van deze bezwaarschriften voor het einde van
dit jaar grotendeels zijn afgerond. Het indienen van een
bezwaarschrift heeft in 175 gevallen alsnog geleid tot het doen van
een aanbod.
De weigering tot het verlenen van een vergunning op grond van de
Regeling na bezwaarschrift is in 1.900 dossiers aanleiding geweest tot
het indienen van beroep door betrokkene. Thans zijn ruim 900
beroepszaken afgehandeld waarvan in 190 zaken het beroep gegrond is
verklaard. In 125 dossiers is hoger beroep ingesteld waarvan er reeds
50 zijn afgehandeld.
2. Terugkeer
Tot dusver zijn 5.850 dossiers van de
afvallers aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) overgedragen.
Hiervan zijn er op dit moment nog zo een 1.100 in behandeling.
Ongeveer 4.750 zaken zijn afgesloten.
Van de circa 4.750 afgesloten zaken, zijn bijna 3.800 personen
vertrokken, daarvan zo een 600 personen onder toezicht. Tot slot zijn
ongeveer 1.000 vreemdelingen uitgestroomd wegens tijdens het
terugkeertraject indienen van toelatingsvragen, vanwege
vergunningverlening of door overlijden.
3. Opvang en huisvesting
Op 1 november 2009 waren bijna 25.800 personen gehuisvest. De
populatie die in het COA verbleef is nagenoeg uitgestroomd: de laatste
135 personen die tot de doelgroep behoren en nog in de opvangcentra
zitten, zullen hoogstwaarschijnlijk voor het einde van dit jaar
gehuisvest zijn.
Van de buiten-COA-groep, de doelgroep die niet door het COA werd
opgevangen, is het overgrote deel inmiddels gehuisvest. Een klein
deel, ongeveer 1.600 personen, is nog niet aangemeld voor de
taakstelling. Volgens de eindrapportage van de Taskforce Huisvesting
Statushouders heeft dit verschillende oorzaken:
- een deel staat op een wachtlijst voor bemiddeling naar
woonruimte;
- een deel is wel gehuisvest, maar nog niet aangemeld bij
het COA of nog niet verwerkt door het COA;
- een deel woont, volgens de gemeentelijke criteria, niet
passend en komt voor herhuisvesting in aanmerking maar wil in de
woning blijven wonen;
- een deel heeft woningaanbod geweigerd (geldt zowel voor
binnen- als buiten-COA-groep)
- een deel is eerder dan 2007 aangemeld voor de reguliere
taakstelling en nu door de gemeente niet alsnog aangemeld als
gepardonneerde;
- een beperkt aantal is door gemeenten meermaals opgeroepen
zich te melden, zodat de huisvestingssituatie kan worden beoordeeld,
maar heeft hier geen gehoor aan gegeven. Mogelijk zijn zij niet meer
in die gemeente (of op dat adres).
De Taskforce Huisvesting Statushouders heeft op 6 oktober 2009, door
middel van een slotmanifestastie, zijn activiteiten beeindigd. De
Taskforce constateerde bij zijn afscheid dat de huisvesting van de
doelgroep zo voorspoedig verliep, dat de intensieve begeleiding van
een landelijke aanjager en procesbegeleider bij de huisvesting van de
doelgroep niet meer nodig was. Gedurende zijn bestaan heeft hij echter
wel als die aanjager en procesbegeleider gefungeerd, en met meetbaar
succes. Samen met de Minister voor WWI bekijk ik momenteel op welke
wijze de door de Taskforce achtergelaten erfenis gebruikt kan worden
voor structurele verbeteringen aan het uitplaatsings- en
huisvestingsproces van de reguliere groep vergunninghouders. Daarbij
betrekken wij nadrukkelijk de provincies, als toezichthouders, en de
gemeenten zelf.
4. Noodopvang
In het Bestuursakkoord dat ik in mei 2007 heb afgesloten met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten is naast de Regeling ter
Afwikkeling van de Nalatenschap van de Oude Vreemdelingenwet ook
vastgelegd dat de noodopvang uiterlijk eind 2009 dient te worden
beeindigd. Zoals ik u heb laten weten in mijn brief van 7 september
2009 (TK 2008-2009, 31018, nr. 53) is uit onderzoek, dat in opdracht
van de VNG is uitgevoerd, gebleken dat het totale aantal
ex-asielzoekers dat nog in gemeentelijke noodopvang verblijft flink is
afgenomen in de periode van december 2007 tot mei 2009.
Momenteel wordt door gemeenten die nog over noodopvang beschikken met
ondersteuning van de DT&V en de IND intensief gewerkt aan het verder
terugbrengen van de omvang van de noodopvang. Dit proces verloopt
voorspoedig, en ik verwacht dat per 1 januari 2010 de nu nog bestaande
structurele noodopvang afgebouwd zal zijn. De beeindiging van de
noodopvang is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf. De
Rijksoverheid faciliteert gemeenten daarbij echter maximaal. Voor
zover er nog sprake is van rechtmatig in Nederland verblijvende
vreemdelingen in de noodopvang, beslist de IND met prioriteit op de
lopende aanvraag. Waar het gaat om onrechtmatig in Nederland
verblijvende vreemdelingen, is de DT&V beschikbaar om het vertrek te
faciliteren. In het kader van dit proces kan overplaatsing van de
vreemdeling vanuit de noodopvang onder oplegging van de
vrijheidsbeperkende maatregel plaatsvinden, in beginsel is dit naar de
Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) in Ter Apel.
De Staatssecretaris van Justitie,