ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega-Marijn debat: Toerismebepaling en
Winkeltijdenwet
Bijdrage Cynthia Ortega-Marijn debat: Toerismebepaling en Winkeltijdenwet
donderdag 19 november 2009 14:30
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Een collectieve
rustdag is noodzakelijk voor gezamenlijke aandacht voor het gezin,
vrijwilligerswerk en mantelzorg. Dat wil de fractie van de
ChristenUnie echt blijven koesteren. Hoofdregel is dat winkels zijn
gesloten op zondag. Met de mogelijkheid van twaalf koopzondagen per
jaar en de toeristenbepaling kan inderdaad een uitzondering worden
gemaakt op de hoofdregels.
Ik ben heel blij met de debatten en ik ben ook heel blij
en tevreden met de inzet van de initiatiefnemers bij de beantwoording
van de verschillende vragen. Ook ben ik heel tevreden met de heldere,
duidelijke en uitgebreide beantwoording van de minister. Hierdoor is
er volgens mij ook naar buiten heel veel helderheid ontstaan over de
bedoeling van de regering en de coalitiefracties in dezen. Het ging er
ons om duidelijkheid te krijgen over het substantiële, autonome
toerisme. Wanneer kun je daarvan wel gebruik maken en wanneer niet?
De ChristenUnie-fractie is sowieso een voorstander van
lokale autonomie. Wij hebben heel goed gekeken naar het
initiatiefwetsvoorstel van de initiatiefnemers. Ik ben ook blij dat de
initiatiefnemers hebben aangegeven dat zij een wijziging wilden
indienen. Die centrale toetsing was inderdaad een heel pijnlijk punt,
maar dat wat niet het enige. Ook in een aantal andere zaken in het
initiatiefwetsvoorstel kan de ChristenUnie-fractie zich niet vinden.
Dat heeft ook te maken met de lokale autonomie, zoals de mogelijkheid
om met een AMvB voorstellen te doen voor de inhoudelijke invulling van
de toeristenbepaling om die bijvoorbeeld te verduidelijken.
Ik ben heel blij dat de minister hier klip-en-klaar heeft
aangegeven dat zij volledig achter haar wetsvoorstel staat, het
wetsvoorstel van de regering. Zij zegt heel duidelijk dat zij zelf de
drijvende kracht is in dit alles. Ik heb de laatste tijd allerlei
aantijgingen gehoord aan het adres van de fractie van de ChristenUnie.
Ik heb gehoord over een mantelpak waar ik in genaaid zou zijn, vandaag
hoorde ik over een fokspeen en noem maar op. Daarom ben ik zo blij dat
de minister heeft aangegeven dat zij helemaal achter het wetsvoorstel
staat. Er is in het debat heel veel geprobeerd om de coalitiefracties
uit elkaar te drijven door aantijgingen en door zaken tegen elkaar uit
te spelen. Ik moet nu zeggen, publiekelijk: het is ze niet gelukt.
De heer Van der Ham (D66): Voorzitter, ik moet daarop reageren.
De voorzitter: Heel kort alstublieft, mijnheer Van der Ham.**
De heer Van der Ham (D66): Ik ben heel blij dat u zo blij bent met
deze minister, mevrouw Ortega. U hebt ook een fantastisch mantelpak
aan, moet ik zeggen. Ik constateer -- dat hebt u ook gehoord -- de
kans groot is dat de inwerkingtreding van deze wet, dus het echt
materieel worden ervan, pas na deze kabinetsperiode plaatsvindt. Dan
vraag ik mij werkelijk af of die blijdschap die u hier toont -- die
gun ik u, hoor -- uiteindelijk niet zal eindigen in enige zuurheid.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Nee hoor, die zal helemaal niet
eindigen in zuurheid. U probeert in een glazen bol te kijken, mijnheer
Van der Ham. Daar doe ik niet aan, hoewel ik een spiritueel mens ben.
Ik ben een geestelijk mens, ik geloof in de Heer. Het is niet de
bedoeling dat deze wet, zoals u zegt, niet materieel in werking
treedt. Daar blijf ik tegen ageren. Ik ben ervan overtuigd dat er
duidelijkheid zal komen over wat nu substantieel autonoom toerisme is
en de wijze waarop dat kan worden toegepast.
Voorzitter, ik ga verder.
De voorzitter: Kunt u ook afronden, mevrouw Ortega?
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb in het debat gewezen op
de belangen van kleine winkeliers en werknemers. De minister heeft in
haar beantwoording heel duidelijk aangegeven dat deze wat haar betreft
inderdaad vallen onder de economische bedrijvigheid. Ik ben heel blij
met het amendement dat de heer Van der Staaij en mevrouw Gerkens
hebben ingediend. Mijn fractie wil dat van harte mede-indienen.
Ik ben blij dat de minister heeft geluisterd naar de
signalen uit de Kamer om de wetswijziging na instemming van beide
Kamers zo snel mogelijk in te voeren, uiterlijk 1 juli 2010. Daar dank
ik haar voor. Wij vertrouwen erop dat de minister de vaart erin houdt.
Kan de minister nog specifiek toelichten hoe het proces eruit ziet na
instemming van de Eerste Kamer? Daar is namelijk wat mijn fractie
betreft nog wat onduidelijkheid over.
Tags
Cynthia Ortega