Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


* http://www.minlnv.nl/pls/portal/url/page/minlnv/actueel/voorlooppagina?p_file_id=45182

Datum 10 november 2009
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 19-20 november 2009

Geachte Voorzitter,

In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad die op 19 en 20 november 2009 plaatsvindt in Brussel en mijn inzet tijdens die bijeenkomst.
Op de agenda staan zowel landbouw- als visserijonderwerpen. In de Raad zal gesproken worden over de situatie op de zuivelmarkt. Andere landbouwonderwerpen zijn: een Pools verzoek om staatssteun te mogen verlenen voor de aankoop van landbouwgrond door kleine familiebedrijven, vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de toekomst van het EU-plattelandsbeleid (tweede pijler GLB). De visserijonderwerpen zijn: verordening technische maatregelen, visserijonderhandelingen EU-Noorwegen en vangstmogelijkheden Zwarte Zee. Onder diversen staan het terugdringen van incidentele bijvangsten van zeevogels en de 26e Conferentie van Directeuren van EU-betaalorganen geagendeerd.
Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering. Zuivel
(Politiek akkoord)
De Raad zal ter aanvulling op de eerdere voorstellen uit de Commissiemededeling van 22 juli 2009 naar verwachting een politiek akkoord bereiken over twee wetgevingsvoorstellen. Het betreft ten eerste een facultatieve nationale opkoopregeling voor quota voor herstructurering. Daarnaast heeft de Commissie voorgesteld om de bevoegdheden van de Commissie tot ingrijpen in de markt onder bijzondere omstandigheden uit te breiden tot de zuivelsector (artikel 186 van Verordening
1234/2007).
Het Commissievoorstel maakt het mogelijk om opkoop van quota te financieren via de nationale reserve. Ik steun deze vrijwillige maatregel. Ik ben evenwel niet van plan deze toe te passen in Nederland. Nederlandse melkveehouders betalen nu al ruim 40 miljoen euro aan superheffing en ik wil dat bedrag niet nog verder laten oplopen.

Onder artikel 186 van de Gemeenschappelijke Marktordening heeft de Commissie voor een reeks landbouwproducten de bevoegdheid om marktmaatregelen te nemen in extreme marktsituaties. De zuivelsector valt op dit moment nog niet onder de werking van dit artikel. Het voorstel van de Commissie maakt het mogelijk dat zij ook in de zuivelsector sneller en daadkrachtiger optreedt bij marktverstoringen. Zoals ik uw Kamer al eerder liet weten, ben ik van mening dat het opnemen van zuivel in artikel 186 van de Gemeenschappelijke Marktordening een goede aanvulling is op de eerder genomen maatregelen in de zuivelsector. Staatssteun voor de aankoop van landbouwgrond
(Besluit)
De Raad zal een besluit nemen over het verzoek van de Poolse delegatie om de dit jaar aflopende overgangsregeling, die het mogelijk maakt staatssteun te verlenen aan kleine familiebedrijven voor de aankoop van landbouwgrond, te verlengen tot het einde van 2013. Polen motiveert dit verzoek door aan te geven dat de combinatie van de ongunstige bedrijfsstructuur in het land (veel landbouwbedrijven van vijf hectare of kleiner) met een, ten opzichte van de 'oude' 15 lidstaten lager niveau van directe betalingen, veel boerenfamilies verhindert hun leefomstandigheden te verbeteren.
In beginsel is Nederland niet enthousiast over verzoeken om staatssteun. Ik heb echter wel begrip voor de Poolse situatie. Ik ben dan ook voornemens unanimiteit in de Raad over het Poolse verzoek niet in de weg te staan. Vereenvoudiging van het GLB
(Gedachtewisseling)
In vervolg op de in mei jl. aangenomen Raadsconclusies over het voortgangsverslag over de vereenvoudiging van het GLB, zal de Raad opnieuw van gedachten wisselen over dit onderwerp. Net zoals veel andere lidstaten acht Nederland een verdere vereenvoudiging van het GLB noodzakelijk. Daarbij is intensieve samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie van groot belang om de doelstelling van de Commissie te bereiken om in 2012 de administratieve lasten met een kwart te hebben verminderd.
In het kader van de health check van het GLB hebben de lidstaten en de Commissie gezamenlijk al een aantal vereenvoudigingen kunnen doorvoeren. Voor de nabije toekomst zijn er met name mogelijkheden op het gebied van de directe betalingen. Begin dit jaar heeft Nederland samen met elf andere lidstaten een paper opgesteld met 39 concrete vereenvoudigingsvoorstellen voor diverse onderdelen van het GLB. Commissaris Fischer Boel heeft toegezegd deze voorstellen op hun waarde te zullen beoordelen en de uitkomsten van haar beoordeling aan de Raad van november 2009 te rapporteren. Op dit moment is de positie van de Commissie over de 39 voorstellen nog niet bekend. Er is daarom nu nog geen duidelijk beeld welke voorstellen de Commissie - al dan niet in gewijzigde vorm - wil overnemen.
Ik blijf inzetten op verdere concrete vereenvoudiging van alle onderdelen van het GLB en vind dat lidstaten een belangrijke taak hebben in het aandragen van concrete ideeën en voorstellen voor vereenvoudiging. Een inzet die opnieuw werd

herbevestigd tijdens de Conferentie van Directeuren van EU-betaalorganen van oktober 2009 in Visby (Zweden). Op voorstel van Nederland is afgesproken dat de Directeuren van de betaalorganen halfjaarlijks wordt gevraagd met concrete vereenvoudigingsvoorstellen te komen, die vervolgens in de Raad met een reactie van de Europese Commissie worden geagendeerd.
Toekomst EU-plattelandsbeleid (tweede pijler GLB)
(Debat)
Het Zweeds Voorzitterschap heeft een discussie over de toekomst van het EUplattelandsbeleid geagendeerd voor de Raad. Hiervoor zijn (nog) geen stukken beschikbaar. Derhalve is op dit moment niet duidelijk welk accent het Zweeds Voorzitterschap in deze discussie wil aanbrengen. De Nederlandse inzet in de discussie over de toekomst van het GLB in het algemeen en over het plattelandsbeleid in het bijzonder is vastgelegd in de 'Houtskoolschets Europees Landbouwbeleid 2020'. Daar zal ik mijn inbreng op baseren, zowel voor de inhoud als voor de vormgeving van het GLB-plattelandsbeleid.
Verordening technische maatregelen
(Politiek akkoord)
Het Voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord in de Raad over het voorstel inzake de technische maatregelen in de visserij. In het betrokken voorstel worden regels gesteld aan de maaswijdten, aan de toegang tot bepaalde gebieden, aan de minimale aanlandingsmaten en aan de netvoorzieningen. Tevens biedt het voorstel het kader voor de toelating van de pulsvisserij en voor de implementatie van de visserijmaatregelen in de Natura 2000-gebieden. In verband met de toekomstige codecisieprocedure voor de regelgeving op visserijgebied heeft de Commissie ervoor gekozen aan de Raad een kaderverordening voor te leggen, waardoor op basis van comitologie de meer gedetailleerde bepalingen per regio kunnen worden ingevuld.
Niet alleen over de inhoud van het ter tafel liggend voorstel, maar ook over het principe - een kaderverordening met per regio Commissieverordeningen - bestaat nog verschil van mening tussen lidstaten en de Commissie. Een aantal lidstaten wil een minder vergaande delegatie van bevoegdheden dan de Commissie voorstelt. Ik ben van oordeel dat op dit punt een pragmatische houding moet worden aangenomen. Met de voorgestelde delegatie van bevoegdheden kan ik instemmen op voorwaarde dat er een bevredigend inhoudelijk akkoord over de technische maatregelen wordt bereikt. Het ter tafel liggend voorstel moet dan wel op een aantal punten worden aangepast. Aan de netvoorzieningen wordt een aantal voorwaarden gesteld, die niet in te passen zijn in de thans gangbare praktijk in de visserij. Ook heeft de Commissie voorgesteld dat vissers per reis slechts één maaswijdtecategorie van netten aan boord mogen hebben. Deze voorstellen leveren voor de Nederlandse visserij grote praktische problemen op. De voorgestelde technische maatregelen zijn gericht op het terugdringen van teruggooi in de visserij (discards). Het verminderen en tegengaan van teruggooi van vis heeft naar mijn mening prioriteit. Over de manier waarop daar inhoud aan gegeven moet worden, wordt nog nader overleg gevoerd.
Ik ben van mening dat de nieuwe technische maatregelen voldoende flexibiliteit dienen te bevatten en ook redelijkerwijs in te passen moeten zijn in de bestaande visserijpatronen en -praktijken.

In het voorstel is de mogelijkheid opgenomen om - in afwijking van het verbod op het gebruik van elektriciteit in de visserij - op basis van comitologie te besluiten over toelating van de pulsvisserij. Ik ben ingenomen met dit onderdeel van het voorstel en zet mij ervoor in om de pulsvisserij op permanente basis toe te staan. Deze ontwikkeling bevordert de duurzaamheid in de boomkorvisserij: de pulsvisserij leidt tot aanzienlijk minder brandstofgebruik, reductie van bijvangsten in de tongvisserij en aanzienlijk minder bodemberoering. Of de Raad nu zal besluiten om deze mogelijkheid te bieden hangt af van de beschikbaarheid en de inhoud van een aanvullend advies van ICES (International Council on the Exploration of the Sea) over de impact van de pulskor op een aantal 'niet-doelsoorten' als kabeljauw, haaien en bodemdieren. Naar verwachting zal ICES nog voorafgaand aan de komende Raad een aanvulling op haar advies uit 2006 presenteren. Visserijonderhandelingen EU-Noorwegen
(Gedachtewisseling)
Jaarlijks onderhandelt de Commissie met Noorwegen over de vangsthoeveelheden voor de gezamenlijk beheerde visstanden, alsmede over de ruil van vangstmogelijkheden. Het onderhandelingsproces verliep de afgelopen jaren moeizaam en de Commissie verricht evenals vorig jaar veel inspanningen om de onderhandelingen in goede banen te leiden. Doel is om deze vóór de Raad van december 2009 af te ronden. De Raad van oktober heeft een oriënterend debat gevoerd en de eerste onderhandelingsronde (16 -19 november) met Noorwegen moet nog starten. De Commissie wil in de Raad ingaan op actuele zaken, alvorens zij de tweede onderhandelingsronde ingaat. Daarbij staan onder meer centraal de vaststelling van de vangsthoeveelheden voor de gezamenlijk met Noorwegen beheerde bestanden, de balans in de uitruil van visserijmogelijkheden tussen de Gemeenschap en Noorwegen alsmede de gezamenlijke beheerplannen. Ook voor de problemen in de makreelvisserij is er nog geen passende oplossing. Mijn inzet is gericht op een evenwichtig akkoord met Noorwegen, waarin ook de belangen van de Nederlandse visserijsector tot hun recht komen. Vangstmogelijkheden (TAC en quota) Zwarte Zee
(Politiek akkoord)
De Europese Commissie heeft een voorstel aan de Raad voorgelegd voor de maximaal toegestane vangstmogelijkheden (total allowable catches, TAC) en de technische voorwaarden daarbij in de Zwarte Zee voor het jaar 2010. De discussie zal gaan over de verdeling van de vangstmogelijkheden tussen de twee betreffende lidstaten Roemenië en Bulgarije voor tarbot en sprot en de voorgeschreven minimale maaswijdten. Het Voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord in de Raad.
Nederland heeft geen visrechten in de Zwarte Zee. Ik kan de voorstellen van de Commissie ondersteunen. Ze liggen in lijn met de doelstellingen van een langjarig beheer gericht op duurzaam gebruik.
Diversen
Terugdringen incidentele bijvangsten van zeevogels

(Presentatie door de Commissie)

De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) heeft in 1999 een actieplan voor de reductie van bijvangsten van zeevogels door visserij gepubliceerd in het kader van de gedragscode voor verantwoorde visserij. In maart 2009 heeft de FAO-Committee on Fisheries (COFI) aanvullende richtlijnen aangenomen die zeevogels meer effectief zouden moeten beschermen tegen de visserij met lijnen, getrokken tuig en staand want. Sterfte van zeevogels door bijvangst is nihil in Nederland. Elders in de wereld leidt het tot problemen, onder andere voor albatrossen in de visserij op tonijn met lange lijnen en haken. Ik steun een aanpak van deze problematiek zoals voorgesteld door de FAO. 26e Conferentie van Directeuren van EU-betaalorganen (Informatie van het Voorzitterschap)
Van 5-7 oktober 2009 vond in Visby (Zweden) de 26e Conferentie van de Directeuren van de EU-betaalorganen plaats. De Conferentie richtte zich op de uitwisseling van ervaringen met de implementatie van het systeem van identificatie van landbouwpercelen, de uitvoering van het stelsel van de randvoorwaarden en de administratieve gevolgen van de health check. Knelpunten in de uitvoering werden in aanwezigheid van de Commissie besproken met als oogmerk verdere vereenvoudiging en stroomlijning van EU-regelgeving. Het voorzitterschap zal de conclusies van de jaarlijkse Conferentie van Directeuren van EU-betaalorganen, zoals gebruikelijk, ter informatie voorleggen aan de Raad. Informele lunchbijeenkomst: hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Tijdens de lunch zal gesproken worden over de toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Dat beleid moet uiterlijk 2013 hervormd zijn. De Commissie heeft over dit onderwerp in het voorjaar van 2009 een Groenboek gepubliceerd. Kern daarvan is dat hervorming van het beleid nodig is om een werkelijk duurzame visserij te realiseren. Ik heb mijn visie op het toekomstig Europees Visserijbeleid recent ontvouwd in de nota 'Vis, een duurzaam kapitaal', die ik Uw Kamer heb toegezonden op 2 november jl. (Kamerstuk 32201). Daarin staan de lijnen waarlangs volgens Nederland een hervorming gerealiseerd zou moeten worden. Dit betreft respect voor het ecologisch kapitaal van de zee, meer ruimte en aandacht voor ondernemerschap en marktwerking en een minder centraal geregelde besluitvorming. Ik zal volgens deze lijnen een inbreng in het debat leveren.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg