Ministerie van Economische Zaken

Beantwoording vragen over buitenlandse investeringen van netbeheerder TenneT

Datum 18 november 2009

Betreft Beantwoording vragen over buitenlandse investeringen van netbeheerder TenneT

Mede namens de minister van Financiën zend ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Zijlstra over buitenlandse investeringen van landelijk netbeheerder TenneT. De vragen werden mij toegestuurd op 30 september 2009 onder nummer 2009Z17611.

1
Bent u bekend met de nieuwsberichten over vermeende gesprekken tussen TenneT en het Duitse energieconcern E.ON over de overname van diens hoogspanningsnet?
Antwoord
Ja.

2
Hoe beoordeelt u een eventuele overname van dit Duitse hoogspanningsnet, waarvan de waarde geschat wordt op ¤ 1.8 miljard, door TenneT, in het licht van de wettelijke taak van TenneT om voldoende transportcapaciteit voor handen te hebben en het feit dat er aanzienlijke congestie is te verwachten wegens het te laat gereed komen van voldoende investeringen in deze transportcapaciteit, onder meer omdat TenneT momenteel geen duidelijke financiële prikkel heeft om tijdig te investeren in uitbreiding van transportcapaciteit? Antwoord
TenneT draagt als landelijke netbeheerder de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor voldoende transportcapaciteit. In het wetsvoorstel 31904 treft de minister van Economische Zaken maatregelen waarmee in de toekomst financiering, planning en realisatie van hoogspanningsverbindingen zal worden verbeterd. Dit gebeurt in aanvulling op de Rijkscoördinatieregeling (RCR) die sinds kort van toepassing is op deze infrastructuren. De investeringen, die TenneT in Nederland moet doen, ondervinden geen hinder omdat de overname van Transpower door TenneT buiten de tariefregulering in Nederland valt.
3
Wat vindt u in zijn algemeenheid van een dergelijke overname door een publieke netbeheerder, kijkend naar de op kosten georiënteerde tarieven die een netbeheerder rekent, wanneer een deel van die kosten feitelijk in het buitenland wordt gemaakt?
Antwoord
De activiteiten van TenneT in Duitsland zijn gescheiden van de gereguleerde activiteiten van TenneT TSO Nederland: de eigendommen en belangen zijn juridisch en financieel gescheiden van de overige activiteiten van TenneT Holding. Deze situatie bestond al voor de overname en vloeit voort uit paragraaf 5 van de Elektriciteitswet 1998. Doel van deze wettelijke regeling is te voorkomen dat nietgereguleerde activiteiten van TenneT Holding invloed hebben op TenneT TSO Nederland. De kosten, die gemoeid zijn met de overname, kunnen derhalve niet verrekend worden in de tarieven. Deze investering wordt terugverdiend uit de inkomsten uit het Duitse elektriciteitsnet.

4
Deelt u de mening dat dergelijke investeringen gefinancierd dienen te worden vanuit de toekomstige tarieven van het buitenlandse netwerk, zodat voorkomen wordt dat Nederlandse gebruiker hogere tarieven moeten betalen voor buitenlandse investeringen door TenneT? Zo niet, waarom niet? Antwoord
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, zijn de activiteiten van TenneT in Duitsland gescheiden van de gereguleerde activiteiten die TenneT in Nederland uitvoert en worden de kosten van de overname niet verrekend in de Nederlandse tarieven.

5
Onder verwijzing naar een vergelijkbare overname die twee jaren geleden heeft plaatsgevonden in de gassector, toen het Nederlandse Gas Transport Services het Duitse BEB Erdgas overnam van Shell en Exxon Mobil, kunt u de Kamer inlichten over uw visie op dit soort overnames en welke criteria u hanteert bij het beoordelen van dergelijke initiatieven? Kunt u daarbij ingaan op de kostenoriëntatie van nettarieven en mogelijke verschillen tussen de Nederlandse gassector en de elektriciteitssector? Kunt u daarbij tevens ingaan op het publieke belang dat dit soort partijen dient en het risico dat met dit soort transacties gepaard gaat? Kunt u tevens ingaan op de strategische aspecten die spelen bij de overname van buitenlandse netwerken? Wat betekent dat bijvoorbeeld voor de Nederlandse positie op de Europese energiemarkt?
Antwoord
De minister van Financiën dient, als aandeelhouder van TenneT (en Gasunie), goedkeuring te geven voor investeringen, waaronder overnames, boven een bepaald drempelbedrag. Dit soort proposities wordt op hun merites beoordeeld. In eerste instantie wordt de propositie beoordeeld op de strategische rationale, of te wel op welke wijze dient deze het publieke belang dat verbonden is aan de onderneming. Voor wat betreft het energiebeleid zijn de publieke belangen betaalbaarheid, betrouwbaar en schoon het uitgangspunt. Over de meer specifieke publieke belangen die voor TenneT gelden als netbeheerder is uw Kamer geïnformeerd in de brief over de invulling van het aandeelhouderschap van 24 april jl. (28165, no. 97). Voorts toetst de minister van Financiën of de financiële propositie overtuigend is, of de vermogenspositie stabiel blijft en of de risico's voldoende en op juiste wijze gemitigeerd zijn.
Zoals ook gemeld in de brief (PM 28165, no. 104) sluit de overname aan bij de kabinetsambities en de publieke belangen ten aanzien van de energievoorziening. De Nederlandse markt voor elektriciteit raakt steeds meer verweven met de Noordwest-Europese markt. Met name voor Nederland, met een geliberaliseerde energiemarkt en onafhankelijk netbeheer, is een volledige en onbelemmerde toegang tot de Europese elektriciteitsmarkt van groot belang. TenneT krijgt door de overname meer mogelijkheden om marktkoppeling te bewerkstelligen en versnelde prijsnivellering tot stand te brengen. Dit heeft, gelet op de gemiddeld hogere stroomprijzen in Nederland, een positief effect voor afnemers. Verder stelt de overname TenneT in staat om twee verschillende netten optimaal op elkaar aan te laten sluiten, waardoor de balanshandhaving efficiënter kan plaatsvinden en investeringen kunnen worden afgestemd. Bovendien biedt de overname de mogelijkheid om de kennis van Transpower, dat meer ervaring heeft met de inpassing van duurzame energie, te benutten.
Deze maatschappelijke baten zijn zorgvuldig afgewogen tegen de volgende nadelen en risico's. Evenals in Nederland, zal er ook in Duitsland de komende jaren moeten worden geïnvesteerd om het netwerk geschikt te maken voor verduurzaming van de energievoorziening. Voor wat betreft de financiering hiervan zal TenneT, evenals voor de investeringen in Nederland, een beroep doen op de publieke en onderhandse kapitaalmarkt. Gelet op het gereguleerde profiel is de verwachting dat TenneT in staat zal zijn om dit tegen relatief aantrekkelijke voorwaarden te doen. De mate waarin het pakket van investeringen zich zal materialiseren is afhankelijk van tal van factoren, maar wel hebben wij TenneT verzocht ons hier blijvend inzicht in te geven. Net als in Nederland is er in Duitsland sprake van een risico dat de toezichthouder na een bepaalde reguleringsperiode de regulering aanscherpt voor netbeheerders. De toezichthouder dient bij het vaststellen van de reguleringsmethode echter rekening te houden met het noodzakelijke investeringen. Wij verwachten daarom dat dit risico beperkt is. Voor wat betreft de risico's, die gemoeid zijn met het inroepen van de te verstrekken staatsgarantie, verwijzen wij u naar de brief van 16 oktober jl.
Een vergelijkbaar traject is gevolgd bij de overname door Gasunie/GTS van BEB Erdgas. Het publieke belang van Gasunie ziet op het borgen van de voorzieningszekerheid van gas in Nederland. Zoals ook in de brief van 24 april 2009, en eerder in beantwoording van kamervragen, is aangegeven, heeft Gasunie uit hoofde van dit belang het Duitse BEB Erdgas overgenomen. Met deze overname denkt Gasunie de ambitie om een strategisch knooppunt te vormen in het Europese gasnet beter te kunnen realiseren en zo het publieke belang van de voorzieningszekerheid beter te borgen. Zowel het reguleringskader voor de gassector als voor de elektriciteitssector is ingericht op kostengeoriënteerde tarieven, hoewel tussen beide wel verschillen bestaan. Zo kent de gassector een systematiek waarbij invoeders meebetalen via entry-tarieven, terwijl in de elektriciteitssector tot dusverre alleen de afnemers betalen.

(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven

Minister van Economische Zaken