Erasmus Universiteit Rotterdam

Oratie Mr.dr.drs. M.A.J.M. Buijsen

Titel oratie
Theorie en definitie van het gezondheidsrecht

---

Leerstoel:
Bijzonder hoogleraar met de leeropdracht Recht en Gezondheidszorg

Datum
20 november 2009 16:30

---

Locatie:
Woudestein, aula

---

Faculteit
instituut Beleid en Management Gezondheidszorg

Basis gelegd voor jonge discipline gezondheidsrecht

Gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen zijn bijna elke dag voorpaginanieuws. Of het nu gaat om het wel of niet inenten van kinderen tegen Mexicaanse griep, disfunctionerende specialisten, de verwikkelingen rondom het elektronische patiëntendossier... Toch is het gezondheidsrecht in academia nauwelijks vertegenwoordigd. In zijn oratie 'Theorie & definitie van het gezondheidsrecht' schetst prof.mr.dr. Martin Buijsen de grondslagen van deze relatief jonge juridische deeldiscipline. Hij aanvaardt hiermee op vrijdag 20 november 2009 de bijzondere leerstoel Recht & Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Bij gezondheidsrecht wordt gewoonlijk gedacht aan zaken als medische aansprakelijkheid, patiëntenrechten, medisch tuchtrecht, beroepsgeheim, euthanasie, etc. Ofschoon onderwerpen als deze onverminderd deel uitmaken van het vakgebied, bestrijkt het gezondheidsrecht allang niet meer uitsluitend de relatie arts-patiënt. Ook de zorgverzekeraar is belangrijk geworden. Het zorgverzekeringsrecht en de wet- en regelgeving inzake de zorgfinanciering rekenen gezondheidsjuristen vandaag de dag evenzeer tot hun vakgebied. Daarnaast doet ook het internationale recht in toenemende mate zijn invloed gelden op het Nederlandse zorgstelsel.

De opkomst van nieuwe juridische disciplines in het recht pleegt gepaard te gaan met theorievorming en scholenstrijd. Omdat recht een interpretatieve praktijk is, kunnen beoefenaren niet zonder rechtstheorie, zonder begrip van grondslagen. Dit begrip wordt aangereikt door academische rechtsgeleerden, die om die redenen al honderden, zo niet duizenden jaren boeken afleveren met titels als `Beginselen van het privaatrecht', `Grondslagen van het privaatrecht', etc. Theorie is nodig om te kunnen verklaren waarom wetgeving en jurisprudentie zijn zoals ze zijn, om ontwikkelingen op die terreinen te kunnen duiden. Theorievorming in de rechtsgeleerdheid ontlokt ook altijd dialectiek en scholenstrijd, gewoonlijk met verdieping van het begrip van het vakgebied tot gevolg.

Het huidige gezondheidsrecht kenmerkt zich echter door de vrijwel volkomen afwezigheid van theoretisch werk. Feitelijk zijn de denkbeelden van de grondlegger van het gezondheidsrecht in Nederland, de Amsterdamse hoogleraar Henk Leenen, onverminderd dominant. Tegenover Leenens kijk op het vakgebied plaatst Buijsen echter een rechtstheorie waarin niet het beginsel van individuele zelfbeschikking maar het alom aanvaarde mensenrecht op gezondheidszorg centraal staat. Dit uitgangspunt `past' niet alleen beter bij het recht zoals het is, het opent de ogen van gezondheidsjuristen ook voor ontwikkelingen op andere wetenschapsgebieden, de gezondheidseconomie en de gezondheidsethiek in het bijzonder. Bovendien doet het ook recht aan de onderzoeksagenda voor de toekomst. In de gezondheidszorg zal het in de nabije toekomst meer dan ooit gaan om verdelingsvraagstukken, om gelijke behandeling en rechtvaardigheid.

De bijzondere leerstoel is ondergebracht bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) en de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Vanuit beide instellingen werkt prof.mr.dr. Martin Buijsen voltijds aan de verdere uitbouw van het vakgebied, zowel op het terrein van het onderzoek als op dat van het onderwijs.