Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)
PERSBERICHT
Verdere verlaging transvetzuren in frituurvetten
Rijswijk, 17 november 2009 - De producenten van vaste frituurvetten verplichten zich
tot het verder terugbrengen van het gehalte aan transvetzuren in vaste frituurvetten
voor de horeca. Per 1 januari 2011 mogen vaste frituurvetten voor de horeca niet meer
dan 10% transvetzuren bevatten, en per 1 januari 2012 is 5% het maximum.
Eind 2007 is binnen de Margarine, Vetten en Oliën (MVO)- sector de zogeheten `Code of
Practice' opgesteld, een overeenkomst waarbij de fabrikanten van frituurvetten zich
verplichten om het gehalte aan transvetzuren in vaste frituurvetten voor de horeca terug te
brengen. Transvetzuren evenals verzadigde vetzuren - verhogen het cholesterolgehalte
en vergroten daarmee het risico op hart- en vaatziekten. Onverzadigde vetzuren
daarentegen, verlagen juist het cholesterolgehalte en daarmee het risico op hart- en
vaatziekten. Bij het verlagen van het transvetzuurgehalte, wordt omwille van dit
gezondheidseffect gestreefd naar een zo hoog mogelijk gehalte aan onverzadigd vet in
frituurvetten.
Het terugbrengen van transvetzuren in vaste frituurvetten is een goede stap in de richting
van een betere inname van vetten. Daarnaast zet de MVO-sector zich in om
het gebruik van vloeibare frituurvetten in de horeca te vergroten ten koste
van vaste frituurvetten. Vloeibaar frituurvet is de beste keuze omdat het
naast een laag gehalte aan transvetzuren ook een hoog gehalte aan
onverzadigd vet bevat. Daarom wordt op initiatief van het
Voorlichtingsbureau MVO in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland sinds een
aantal jaren de campagne Verantwoord Frituren gevoerd.