18 november 2009
De bedrijfslichamen spraken op 16 november over hun rol in het
verduurzamen van internationale ketens. SER-voorzitter Alexander
Rinnooy Kan had alle voorzitters en secretarissen van de product- en
bedrijfschappen hiertoe uitgenodigd.
De bijeenkomst sluit aan bij het werk van de commissie Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Deze commissie geeft
invulling aan de verklaring die centrale organisaties van ondernemers
en werknemers in de SER in december 2008 hebben ondertekend. Deze
commissie bracht onlangs haar eerste voortgangsrapportage uit.
De product- en bedrijfschappen kunnen een bijzondere bijdrage leveren
in de organisatie van verantwoord ketenbeheer, zo benadrukte de
commissie in haar eerste rapportage. De bedrijfslichamen zijn goed
uitgerust de verschillende schakels in de productieketen te verbinden.
Daarnaast sluit internationaal mvo goed aan bij hun maatschappelijke
taakstelling.
Tijdens de bijeenkomst is de precieze rol van de schappen verder
verkend. De inleidingen van vertegenwoordigers van verschillende
schappen lieten zien dat vele schappen al een lange betrokkenheid
hebben in de verduurzaming van productie, ook in de keten.
Ketenorganisatie
Voorzitter Wim Oosterhuis van het Productschap Margarine Vetten en
Oliën (MVO), schetste in zijn inleiding waar de kracht van de schappen
ligt. Het schap onderhoudt nauwe banden met betrokken
brancheorganisaties en ondernemingen in de sector, allen met
verschillende posities in de keten. De activiteiten van het
productschap zijn daarom bij uitstek ketengerelateerd.
Eén van de belangrijkste duurzaamheidsthema's van de sector betreft de
voorziening van grondstoffen als soja en palmolie. In deze ketens zijn
talloze partijen betrokken. Productschap MVO neemt al jaren namens de
sector deel aan de internationale ronde tafels van soja en palmolie.
Daarin werken het bedrijfsleven, ngo's en overheden aan zo breed
mogelijk gedragen standaarden voor duurzame soja en palmolie.
Mainstream
Volgens Joost Oorthuizen, directeur van het vorig jaar gelanceerde
Initiatief Duurzame Handel, ligt de grootste uitdaging in het
mainstreamen van duurzaamheid. Het IDH werkt in verschillende sectoren
met grote coalities aan meer duurzamere productieketens. Schaal is
daarbij een belangrijk uitgangspunt. "Pas als een grote schaal bereikt
kan worden, heb je een echte impact. Dan kunnen bovendien de
meerkosten voor de consument reuze meevallen. De schappen kunnen een
unieke rol spelen in het bij elkaar brengen van de benodigde
coalities."
De consument
Vervolgens moet de consument wel weten dat het ene product duurzamer
is dan het andere. Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) erkent dat
de detailhandel hier een cruciale rol kan spelen. Daarbij is er wel
een groot verschil tussen de grote spelers die ook zelf inkopen, en
kleine detaillisten, waarschuwt HBD-voorzitter Vermeer.
Maar juist bij de kleine detaillisten is nu nog een wereld te winnen.
Het begint alleen al bij bewustzijn over duurzaamheidissues bij de
winkelier. Als er bijvoorbeeld een keuze mogelijk is voor duurzaam
hout, moet de consument in de winkel op deze mogelijkheid gewezen
worden. Hier wil het HBD in haar werkprogramma meer aandacht aan
besteden.
Labels kunnen een handige manier zijn voor kleine winkeliers om hun
klanten te wijzen op duurzame keuzes. Het Hoofdbedrijfschap Agrarische
Groothandel (HBAG) nam enkele jaren geleden het initiatief tot de
oprichting voor een label voor duurzame bloemen en planten. Dit label
is in korte tijd in tien verschillende landen uitgegroeid tot een
herkenbare standaard, aldus Ben ter Haar, voormalig HBAG-voorzitter,
nu adviseur bij Fair Flowers Fair Plants.
Volgens Ter Haar is er voor duurzaamheid naast de intrinsieke
motivatie ook een duidelijke business case. "Nederland is naast
producent vooral ook handelaar in bloemen. We merken nu al dat we
marktaandeel zijn verloren aan landen die sneller gaan op het gebied
van duurzame bloemen. De schappen kunnen zich niet permitteren dit
thema lichtzinnig op te nemen".
Verantwoording
Tijdens de bijeenkomst is ook gesproken over hoe de schappen namens de
sector verantwoording kunnen afleggen over internationaal mvo in hun
sector. Het productschap Vis heeft al enige tijd ervaring hiermee.
Onlangs produceerde het schap namens de sector een tweede
maatschappelijk jaarverslag. Directeur Wil van de Fliert: "In het
productschap vis is de hele sector vertegenwoordigd. Tevens
functioneert het als schakel tussen de sector, overheid, ngo's en
onderzoek. Het is dan ook een logische plek om duurzame ketens te
bespreken."
Ook andere schappen hebben plannen om hun productieketens en de
duurzaamheidsissues die daar spelen beter in kaart te brengen. Het
Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA) wil voor akkerbouw en diervoeder een
inventarisatie maken van de duurzaamheidsissues in de desbetreffende
ketens. Daarbij zal het gaan om zaken als dierenwelzijn, en milieu en
sociale issues. Op termijn kan dit wellicht uitmonden een
publieksverslag.
Productschap Tuinbouw heeft vergelijkbare plannen. Anneke Van de Kamp:
"We willen graag op sectorniveau verantwoording afleggen, maar dit
blijkt nog niet zo eenvoudig. De sector kent duizenden ondernemingen
van heel verschillend allooi. Hoe tel je deze bij elkaar op? Daarvoor
zullen we een goede tool moeten ontwikkelen."
Tegelijkertijd kan rapportage ook dienen om te laten zien wat er nu
allemaal al gebeurt. "Eigenlijk doen we al veel dingen op het gebied
van duurzaamheid en ketens. Wij hebben een tool ontwikkeld om voor de
Sociaal-Economische Raad