Universiteit van Tilburg

Persbericht 16 november 2009

Brabants dialect zoekt nieuwe vorm door botsing met standaard Nederlands

Oratie Jos Swanenberg 16 november

In de laatste decennia heeft het spreken van dialect in ons land behoorlijk wat aan terrein ingeboet, zo luidt de algemene opinie. Toch betekent dat niet dat we allemaal hetzelfde Nederlands zijn gaan spreken. Volgens hoogleraar Jos Swanenberg ontstaat er in Brabant een tussenvorm: regiolect. Volgens hoogleraar Jos Swanenberg kiest men in Brabant tegenwoordig voor een tussenvorm: regiolect. Er doen zich daarin allerlei nieuwe elementen voor. Bovendien neemt door globalisering de waardering voor het regionale, ook in taal, toe en vindt nieuwe uitdrukking in bijvoorbeeld het geschreven dialect.

'Piefke' voor jointje verspreidt zich snel over het internet; clubske komt tussen clubke en clubje te staan en hojje tussen houdoe en doei of doeg. Dit zijn volgens Swanenberg voorbeelden van tussenvormen tussen lokaal dialect en standaardtaal. Ze worden gebruikt als mensen niet precies meer weten hoe het in het dialect werd gezegd, omdat ze dat niet van hun ouders hebben geleerd. Ook worden deze zogeheten hyperdialectvormen gebruikt om stoer te doen.

In hedendaags Noord-Brabant staan lokale dorpsdialecten en Standaardnederlands niet langer als twee afzonderlijke systemen naast elkaar. Er is juist volop beweging in de ruimte tussen die twee registers. Daar bevinden zich variëteiten zoals regiolect en Nederlands met regionale kenmerken, zoals een Brabants accent.

Opvallend is ook is de opkomst van het geschreven dialect in literatuur, theater en muziek. Van oorsprong is dialect alleen een natuurlijke gesproken taal.

Glokalisering
Swanenberg constateert dan ook een duidelijke hernieuwde belangstelling voor dialecten. Die waardering past volgens hem in een proces wat men 'glokalisering' noemt: herwaardering van afkomst in een globaliserende samenleving. Gedrag is het meest aan variatie onderhevig onder jongeren, en dat geldt ook voor taalgedrag. Hij pleit niet voor onderwijs in dialecten, omdat er een standaardtaal moet zijn, maar wil wel voorlichting over de waarde en inhoud van dialecten op scholen.

A.P.C. (Jos) Swanenberg (1968) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij promoveerde in 2000 aan de Radboud Universiteit te Nijmegen (toen KUN) en voerde diverse onderzoeksprojecten uit aan de Radboud Universiteit. Sinds 2004 is hij streektaalfunctionaris namens de Stichting het Brabants, die met ingang van 2009 opging in Erfgoed Brabant. Hij is sinds februari bijzonder hoogleraar 'Diversiteit in taal en cultuur in Brabant' aan de UvT. Deze leerstoel is een initiatief van de Toon Weijnen Stichting.