Universiteit van Tilburg

Persbericht 18 november 2009

Splitsing energieleveringsnetwerken disproportioneel

Eigendomsplitsing van energieleveringsnetwerken binnen de Europese Unie staat niet in verhouding tot het beoogde doel, namelijk meer concurrentie in de energieleveringsmarkt. Dat concludeert de jurist Eckart Ehlers in zijn proefschrift over elektriciteit- en gasleveringsnetwerken in Duitsland, Groot-Brittanni en Nederland. Ehlers promoveert op maandag 23 november.

Energielevering bestaat grofweg uit de onderdelen productie, transport (transmissie en distributie) en verkoop van bijvoorbeeld gas of elektriciteit. Onder meer in het belang van de concurrentie in de Europese energiemarkt (en daarmee de prijzen voor de consument), besloot de Europese Commissie in 2007 dat energietransmissienetwerken gesplitst moeten worden. Die wetgeving geldt sinds september 2009. En onder druk van de Europese Commissie heeft het Duitse bedrijf E.ON onlangs zijn hoogspanningsnet aan de Nederlandse netbeheerder TenneT verkocht.

Ehlers onderzocht of de Europese Commissie energiebedrijven zoals E.ON wel kan dwingen hun energieleveringsnetwerken te verkopen. Ook analyseerde hij de rechtsgeldigheid van de Europese ontvlechtingsmaatregelen. Hij toetste ze aan het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin ook fundamentele economisch rechten zijn opgenomen, en aan de nationale grondrechten van Duitsland, Groot-Brittanni en Nederland.

Ehlers concludeert dat de Europese wetgeving die in september van kracht werd niet in strijd is met de grondrechten, mede omdat de uiteindelijke wetgeving voldoende is afgezwakt in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie in 2007. Maar de splitsing van elektriciteitsnetwerken levert geen of hooguit marginaal voordeel op voor de consument, namelijk als voldoende energie wordt opgewekt, stelt Ehlers. Bovendien schendt de recente wetgeving het fundamentele (Europese) recht van vrij verkeer van kapitaal.

Volgens de Duitse wetgeving zou eigendomsplitsing van energieleveringsnetwerken een disproportionele onteigening zijn, concludeert de promovendus. Ook onafhankelijk systeembeheer kan neerkomen op disproportionele onteigening.

De Europese Commissie wil waarschijnlijk echter nog verder gaan en bijvoorbeeld distributienetwerken (van het hoogspanningsnetwerk tot aan de voordeur) scheiden van transportnetwerken. Nederland is het enige EU-land waar dat al is gebeurd.

Nederlandse energiebedrijven zoals Essent, Nuon en Eneco genieten in principe bescherming van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, hoewel ze in publiek eigendom zijn van gemeenten en provincies. Echter, zolang deze bedrijven een goede prijs krijgen voor onderdelen die ze afstoten, is eigendomsplitsing waarschijnlijk niet disproportioneel, concludeert Ehlers.

Eckart Ehlers LL.M. (1970, Mainz, Duitsland) studeerde rechten aan de Universität Bayreuth (Duitsland) en de University of Leicester (Verenigd Koninkrijk). In Duitsland is hij gekwalificeerd als advocaat (Rechtsanwalt), in het Verenigd Koninkrijk als juridisch adviseur (Solicitor).Tijdens zijn promotieonderzoek werkte hij bij het departement Europees en internationaal publieksrecht van de Faculteit Rechtswetenschappen en het Tilburg Law and Economics Center (TILEC). Later werkte hij aan het Institut für Berg-und Energierecht aan de Ruhr-Universiteit Bochum (Duitsland). Sinds enige tijd is hij werkzaam als advocaat en juridisch adviseur op het gebied van bedrijfsregulering.



Universiteit van Tilburg