Datum 23 november 2009
1
Betreft Schade verbod verrijkte kooi
Geachte Voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van de motie Atsma c.s.
(Kamerstukken II, 2008-2009, 21501-32, nr. 347) waarin werd verzocht om een
onafhankelijk onderzoek naar de directe en indirecte schade voor de groep onder-
nemers die al geïnvesteerd hebben in een verrijkte of te verrijken kooi. Het onder-
zoeksrapport bied ik u hierbij aan.
De motie Atsma c.s. vloeit voort uit het schriftelijk overleg in het kader van de
nahangprocedure van het besluit tot wijziging van het Legkippenbesluit 2003.
Hierin is een verbod op de verrijkte kooi opgenomen, met een overgangstermijn
voor bestaande verrijkte en te verrijken kooien tot 1 januari 2017. Als alternatief
wordt het systeem van koloniehuisvesting toegestaan. Het onderzoek naar de
schade van een verbod op de verrijkte kooi, zoals verzocht in genoemde motie
Atsma c.s., is uitgevoerd door het Landbouw Economisch Instituut van
Wageningen Universiteit en is besproken met een klankbordgroep met daarin
vertegenwoordigers van het pluimvee-bedrijfsleven en mijn ministerie. De schade
is berekend voor een overgangstermijn tot 1 januari 2017 en tot 1 januari 2021.
Samengevat zijn de conclusies uit het onderzoek:
- Het overgangsbeleid heeft betrekking op 30 legpluimveebedrijven en 5%
van het aantal gehouden leghennen.
- De directe schade of de vermogensschade heeft alleen betrekking op de
inventaris van de stallen. De inventaris bestaat uit meer-etage kooien,
inclusief de verrijkende elementen (zitstok, legnest, strooiselvoorziening).
De directe schade of de vermogens-schade bestaat uit het niet-
afgeschreven deel van de investeringen in de inventaris die verboden
wordt, en als gevolg daarvan niet meer bruikbaar is.
- De totale directe schade of vermogensschade bedraagt bij een
overgangstermijn tot 1 januari 2017 minimaal 7.4 miljoen en bij een
overgangstermijn tot 1 januari 2021 1.5 miljoen. Op 1 januari 2022 is
de directe schade of vermogensschade nihil.
Pagina 1 van 2
- Als de bedrijven met te verrijken kooien al in 2011 omschakelen naar een Directie Agroketens en
Visserij
ander huisvestingsysteem, is de totale directe schade hoger, namelijk Cluster Dierlijke Ketens
8.9 miljoen. Elke betreffende leghennenhouder zal afhankelijk van de
specifieke bedrijfssituatie een andere afweging maken om de te verrijken
Datum
kooien per 2011 al of niet te verrijken. Deze vraag is gesteld omdat het 23 november 2009
bedrijfsleven heeft aangegeven dat een deel van de betreffende Onze referentie
legpluimveebedrijven bij een overgangstermijn tot 2017 niet kan AKVL/2009/2361
investeren in verrijkende elementen, omdat deze investeringen niet
kunnen worden terugverdiend in een periode van vijf jaar en de banken
dergelijke investeringen niet willen financieren.
- Er is geen sprake van indirecte schade of inkomensschade omdat de
legpluimveehouder na de overgangstermijn met een ander
houderijsysteem (koloniehuisvesting of alternatieve niet-kooihuisvesting)
een vergelijkbaar inkomen kan halen.
Met betrekking tot de lengte van de overgangstermijn voor de bestaande verrijkte
en te verrijken kooien, heb ik in mijn brief van 4 december 2008 (Kamerstukken
II 2008-2009, 28 286, nr. 248) een naar mijn mening evenwichtig voorstel
gedaan voor een overgangstermijn tot 1 januari 2021. De Tweede Kamer heeft de
regering verzocht de overgangstermijn terug te brengen tot 1 januari 2017 door
het aannemen van de motie Ouwehand c.s. (Kamerstukken II, 2008-2009, 31 700
XIV, nr. 106). Uit het bijgevoegde onderzoeksrapport blijkt dat bij de gehanteerde
uitgangspunten, bij een overgangstermijn tot 2017 sprake is van een schade van
minimaal 7.4 miljoen. Gemiddeld betekent dit voor de 30 betrokken bedrijven
een schade van bijna 250.000,- per bedrijf.
Ik ga ervan uit dat op korte termijn de nahang-procedure van het besluit tot
wijziging van het Legkippenbesluit 2003 zal kunnen worden afgerond.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit