voortgang circulaire migratie
Kamerbrief inzake voortgang circulaire migratie
Kamerbrief | 20 november 2009
Mede namens de Staatssecretaris van Justitie wil ik u met deze brief
informeren over de voortgang van de pilot circulaire migratie, zoals
toegezegd tijdens het AO Migratie en Ontwikkeling van 12 februari jl.
Aanbesteding:
De aanbestedingsprocedure die eerder dit jaar in gang was gezet voor
het uitvoeren van de pilot circulaire migratie werd in maart 2009
gesloten. Drie inschrijvingen werden ontvangen, waarvan er twee
voldeden aan de gestelde eisen. De door de inschrijvers beraamde
uitvoeringskosten bleken echter onaanvaardbaar hoog. Na overleg werd
daarom besloten de opdracht niet te gunnen en de aanbesteding mislukt
te verklaren.
Op 16 juli 2009 werd de pilot circulaire migratie opnieuw openbaar
aanbesteed, maar in een aanzienlijk soberder opzet. Er werd een
uitgavenplafond van 3,8 miljoen euro (exclusief BTW) ingebouwd. De
sluitingsdatum voor inschrijving was 7 september jl.
Gunning:
Drie offertes werden ontvangen, waarvan die van de Stichting Hersteld
Vertrouwen in de Toekomst (HIT) als beste werd beoordeeld. Een
belangrijk punt daarbij was dat in de offerte van HIT een relatief
groot bedrag rechtstreeks ten goede komt aan de voorbereiding,
tewerkstelling en reïntegratie van de circulaire migrant. Daarnaast
besteedt HIT veel aandacht aan de terugkeer van de circulaire
migranten; het te hanteren Persoonlijk Ontwikkelingsplan per migrant
is hierop gericht. HIT spant zich ook meer in voor het vinden van
nieuw werk en ondersteunt de circulanten beter bij het opzetten van
een eigen bedrijf in het land van herkomst.
Evaluatie en monitoring:
De pilot zal worden gemonitoord en geëvalueerd door de Wereld Bank (de
World Bank Development Research Group), die deze taak graag op zich
neemt en de pilot op de voet zal volgen vanwege het vernieuwende
karakter. Ten behoeve van de externe evaluatie en monitoring van de
pilot is een uitgebreide Terms of Reference opgesteld.
Korte inhoud pilot:
De pilot wordt uitgevoerd in het kader van het migratie- en
ontwikkelingsbeleid.
Voor de pilot komt een kleine groep middelbaar geschoolde
arbeidsmigranten uit Indonesië en Zuid-Afrika (uit elk land maximaal
80 personen) maximaal twee jaar in Nederland werken en leren
(`learning on the job').
Zowel Indonesië als Zuid-Afrika zijn landen die voorkomen op de
OS-partnerlijst.
Voor Indonesië is gekozen omdat dit land een grote economische
capaciteit heeft en de regering veel belang hecht aan de ontwikkeling
van arbeidsmigratiebeleid. De regering bespreekt momenteel een
concreet en geïntegreerd terugkeerbeleid in termen van sociale,
economische en financiële assistentie. Voor Zuid-Afrika is gekozen
omdat het land een hoog aanbod heeft van gekwalificeerde
beroepsbeoefenaren en omdat de kennis van het Engels onder de
doelgroep geen uitzondering, maar regel is. Zuid-Afrika is in de
eerste plaats een immigratieland met een grote aantrekkingskracht op
arbeidsmigranten uit omliggende landen. De Zuid-Afrikaanse regering
hecht echter ook veel waarde aan terugkeer van Zuid-Afrikanen die een
meerwaarde kunnen leveren op de arbeidsmarkt door hun
buitenlandervaring. Het land heeft geen overkoepelend
reïntegratiebeleid. Wel ontplooit het Ministerie van Arbeid een aantal
initiatieven op het gebied van arbeidsintegratie, onder andere gericht
op het starten van een eigen bedrijf. De pilot zal daarbij aansluiten.
De migranten zullen reguliere arbeid gaan verrichten in beroepen
waarvoor op dit moment tekorten bestaan op de Nederlandse arbeidsmarkt
(tekortberoepen). Een analyse door UWV Werkbedrijf en gesprekken met
ondernemers en internationale uitzendbureaus wijst op dit moment naar
beroepen in de metaal (scheeps- en machinebouw),
voedingsmiddelenindustrie, agribusiness en logistiek. Gezien de
volatiliteit van de huidige arbeidsmarkt zal deze analyse in de
startfase van de pilot opnieuw worden uitgevoerd.
Om optimaal gebruik te maken van het leer-werktraject in Nederland en
om de maximale ontwikkelingsimpact te realiseren wordt een Persoonlijk
Ontwikkelingsplan (POP) opgesteld. Het POP focust op de professionele
ambities van de migrant en is een voortdurend leerproces, met als
uitgangspunten de lange-termijn doelen van de werknemer (in het land
van herkomst), de lange-termijn doelen van de werkgever, de huidige en
de toekomstige functie-eisen en het functioneren van de werknemer.
Daarnaast is er voor elke migrant een persoonsgebonden budget
beschikbaar, te besteden aan training en/of opleiding op basis van de
doelen die in het POP zijn geformuleerd.
Terugkeer is essentieel voor het succes van de pilot. Centraal in de
aanpak van terugkeer en reïntegratie staat het ontwikkelen van nieuwe
competenties en vaardigheden die circulanten in het land van herkomst
niet kunnen leren en die de circulanten bij terugkomst te gelde kunnen
maken. Daarnaast is er ondersteuning in het thuisland in de vorm van
een breed en werkbaar economisch en sociaal netwerk, in combinatie met
investeringsmogelijkheden, training en reïntegratieondersteuning
(arbeidsbemiddeling of ondersteuning bij het opzetten van een eigen
bedrijf).
Met de in Nederland opgedane werkervaring kunnen de migranten, na
terugkeer, hun professionele positie verbeteren of een eigen bedrijf
opstarten, en zo bijdragen aan duurzame ontwikkeling van hun land van
herkomst. De pilot leidt tot een grotere zelfredzaamheid van de
individuele circulant en stimuleert de migrant zijn individuele
potentieel zo volledig mogelijk te benutten. Deze microbenadering
vormt het uitgangspunt. De potentie op lange termijn zit in
armoedebestrijding en het tegengaan van brain drain. Daarmee wordt
rechtstreeks bijgedragen aan de ontwikkelingsdoelstellingen van de
Nederlandse overheid. In het kader van de pilot is gezinshereniging
niet toegestaan.
De pilot zal op 1 december a.s. van start gaan. Einddatum is 30
november 2012.
HIT zal het eerste half jaar gebruiken voor overleg met herkomstlanden
en sociale partners, voor het opzetten van wervings- en
selectieprocedures, voor de identificatie van Nederlandse werkgevers
en arbeidsmarkttekorten, voor het creëren van profielen van
circulanten, voor het plaatsen van advertenties, e.d. De eerste
migranten zullen dan ook pas in de zomer van 2010 in Nederland kunnen
worden verwelkomd. De circulanten zullen maximaal twee jaar arbeid in
Nederland verrichten.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Ministerie van Buitenlandse Zaken