KNHS

KNHS Bestuurdersdag brengt noodzaak tot vernieuwing aan oppervlak

23 november 2009

UTRECHT (KNHS) - De tweede KNHS Bestuurdersdag, waarvoor alle KNHS-verenigingen waren uitgenodigd om een bestuursafvaardiging te zenden, bracht de noodzaak om op verenigingsniveau te vernieuwen duidelijk naar voren. De ruim 350 aanwezigen kregen een aantal boeiende voordrachten voorgeschoteld. De inleiding van KNHS-directeur John Bierling was, mede omdat hij regelmatig uit eigen ervaring sprak, soms confronterend voor de aanwezigen. Aan de andere kant bracht het de noodzaak om te vernieuwen duidelijk naar voren.

Het zou te gemakkelijk zijn om de KNHS Bestuurdersdag af te doen als de ultieme poging van bestuur en management om de verenigingen te pressen meer leden te winnen. De KNHS heeft op dit moment ruim 200.000 leden, maar in Nederland zijn bijna 500.000 mensen die de paardensport regelmatig beoefenen. In de ogen van vice-voorzitter Jaap Werners moet het huidige aantal van 65.000 verenigingsleden in een paar jaar met 40.000 nieuwe leden kunnen toenemen. Deze toename van leden lijkt een reële, vooral als de drempel voor 130.000 KNHS leden die nu niet in wedstrijdverband de sport beoefenen lager komt te liggen. Dat houdt wel in dat de verenigingen zich de vraag moeten stellen of datgene wat zij bieden aansluit bij de vraag van vandaag. Temeer omdat er 300.000 paardensporters in Nederland zijn die geen lid van een vereniging of klant bij een FNRS manege zijn.

Wat wil de paardensporter?
Er waren twee cruciale vragen die Bierling opriep. De eerste was of de verenigingen wel te vinden zijn voor een potentiële paardensporter. Zijn antwoord, gestoeld op eigen ervaring, was heel nuchter: Nee. De tweede vraag was: Wat wil de paardensporter? Onderzoek heeft aangetoond dat de omgang met dieren voor ruim tweederde van de leden een belangrijke reden is om de paardensport te gaan beoefenen en voor slechts 19% is die reden om in wedstrijdverband de hippische sport te beoefenen. Verenigingen zullen in de visie van Bierling zich de vraag moeten stellen in welke richting zij zich willen ontwikkelen. Is dat op de brede doelgroep die de sport dichtbij huis in een manege beoefent en daar tussen de 500,- tot 600,- euro per jaar aan besteedt, of is dat de smalle doelgroep met een eigen paard die zich naast de hoge investeringen ook de onderhoudskosten van 300,- euro of meer per maand kan permitteren? Wordt er gekozen voor de brede doelgroep, dan dient het aanbod te bestaan uit de mogelijkheid om de sport te beoefenen op alle niveaus. Daarnaast zullen activiteiten als viertallen, F-proeven, Bixie en Enjoy the Ride die nu al hun bestaansrecht meer dan hebben bewezen aangeboden dienen te worden. Bijkomend voordeel is dat een brede deelname ook leidt tot een breed maatschappelijk draagvlak. Om dit te realiseren lijkt er een centrale rol weggelegd te zijn voor de verenigingen samen met de exploitanten van professionele accommodaties, waardoor hippische gemeenschappen gaan ontstaan die voor elk wat wils te bieden hebben.

Actieplan KNHS Verenigingen
Deze vernieuwing maakt een planmatige aanpak bij de verenigingen noodzakelijk. Zij zullen zich moeten afvragen wat hun doelgroep is en wat de vereniging zelf wil zijn. Ook zal de vraag gesteld dienen te worden welke paardensporters worden bediend en welke daaraan gekoppelde producten worden aangeboden. Maar ook: Gaan we samenwerken, en zo ja: Hoe en met wie? Bierling wees op één gemeente met 10 statutair zelfstandige verenigingen, bestaande uit 3 ponyclubs, 4 verenigingen voor ruiters met paarden en 3 waar zowel met paard als met pony wordt gereden. Vier hebben zich gericht op de discipline dressuur, 2 op het springen en bij 4 worden alle disciplines beoefend. In het boekje 'Actieplan KNHS Verenigingen' is veel te lezen en zijn de nodige handvatten te vinden om een impuls te geven over het nadenken of de noodzaak tot vernieuwing voor iedere bij de KNHS aangesloten vereniging telt.

Sporten richting 2028
Voorafgaand aan Bierling kreeg de onlangs voorgedragen nieuwe voorzitter van NOC*NSF André Bolhuis het woord. Hij sprak hoofdzakelijk over de route richting 2028. In deze plannen staat voorop om in Nederland een breed draagvlak te creëren voor de totale sportbeleving. Niet alleen passief en actief, ook zullen de nationale sportbonden zich dienen in te spannen om internationale kampioenschappen naar Nederland te halen. De ultieme uitkomst: de mogelijke komst van de Olympische Spelen in 2028 naar Nederland. Op de van hem bekende wijze vatte presentator/entertainer Willem Gunneman de voordrachten zingend samen, waarbij hij de gehele zaal mee wist te krijgen.

De instructeur van de toekomst
Na de lunch verzorgde Henk van Bergen een inleiding over het thema instructie. Van Bergen maakte een onderscheid tussen instructeurs, trainers en coaches. "Een goede instructeur is iemand die er plezier in schept zijn kennis te delen met zijn leerlingen en bij wie de leerlingen terugkomen. Een trainer is meer prestatiegericht en tracht zo snel mogelijk het talent te herkennen, om die meer begeleiding te geven. Een coach pronkt met de rijkunstige veren van een ander. Hij heeft niet de verplichting de fouten die hij constateert te herstellen. Hij weet echter wel wat pieken is en kan zijn ruiters en paarden dat dan ook op exact het juiste moment laten doen", aldus Van Bergen, die zich er over verbaasde dat hij als mogelijk de meest traditionele instructeur was uitgenodigd een verhaal te vertellen over de instructeur van de toekomst. "Opvallend is dat wij als instructeurs en als trainers veel meer collega's geworden zijn, in plaats van elkaar vliegen afvangende lesgevers. We delen veel meer dan in het verleden onze kennis en dat is volgens mij mede te danken aan het Rabo Talentenplan en aan het Trainersplatform", aldus Van Bergen.

Omgaan met sponsoring
Heleen Crielaard, manager sponsoring van Rabobank, maakte duidelijk dat pas nadat de handtekening onder het sponsorcontract is gezet de relatie begint tussen sponsor en gesponsorde. "Wat kan de één voor de ander betekenen is de hoofdvraag. Bovendien zijn wij het plakken van logo's reeds lang voorbij. Het gaat om beleving, dus probeer zaken te vinden die aansluiten bij de doelen van de sponsor. Organiseer je een buitenrit, stel dan je sponsor in de gelegenheid een aantal gasten uit te nodigen die ook mee kunnen op die rit. Wij doen regelmatig onderzoek hoe men onze sponsoring gericht op wielrennen, hockey en paardensport ervaart. Deze centraal gestuurde sponsoring levert een meetbaar grote respons op bij de sportliefhebber. Ze vinden daarom de Rabobank net iets leuker, omdat wij iets extra's te bieden hebben en gaan daarom ze zaken met ons doen", aldus Crielaard. Rabobank investeert in sponsoring 50.000.000,-- euro, waarvan de helft nationaal en de andere helft regionaal wordt geïnvesteerd.

Praktijkvoorbeelden
In het middagprogramma waren ook drie korte gesprekjes opgenomen met vertegenwoordigers van vernieuwende verenigingen. In de Kring Midden Limburg wordt onder het motto 'samenwerken' daadkrachtig samengewerkt. Eén van de directe resultaten is dat er gemakkelijker mensen gevonden kunnen worden om vrijwilligerswerk te verrichten. "We vinden specifieke taken voor bepaalde tijd en dan is het vinden van mensen geen probleem. Daarnaast beleggen we ook voor ruiters en fokkers gezamenlijk regiobijeenkomsten en die worden goed bezocht, net als de kringvergaderingen, die tegenwoordig veel beter worden bezocht dan in het verleden. Daarnaast zijn we in de media veel zichtbaarder geworden", aldus de vertegenwoordigster van de Kring Midden Limburg.

Twee heren van de Hippische Vereniging Epe schetsten in heldere woorden de gestage teloorgang van drie verenigingen en de fase van ombouw. "We hebben drie jaar gewerkt met een overkoepelend bestuur, met daaronder een drietal commissies die gevormd waren uit de oude besturen. Maar dat werkte niet. Het bleef gestaag bergafwaarts gaan. We hebben na drie jaar gezegd: in het rijden lossen we het voorwaarts op, nu doen we dat ook bestuurlijk. We gaan voor de totale fusie. Met de instructie hadden we in het begin een avond voor de wedstrijdruiters en een avond voor wat wij noemen 'de recreanten'. Daar zijn we mee gestopt, want het blijkt dat het gaat heel goed gaat als deze twee groepen samen instructie krijgen en ze lekker door elkaar heen rijden".

Dagvoorzitter Maria Henneman had het meest verrassende toetje tot het einde bewaard en wel de PC De Schieruiters uit Overschie. Deze vereniging wordt helemaal gerund door vrijwilligers, waardoor er naast de statuten een huishoudelijk reglement is wat onderschreven dient te worden als men lid wordt. "Als je van vrijwilligers afhankelijk bent dan moet je het wel strak regelen. Als iemand de afspraken schendt, krijgt men eerst een waarschuwing en na drie waarschuwingen volgt royement. Ze weten waar ze aan beginnen als ze bij Overschie lid worden. De club heeft 140 leden waarvan de contributie voor 40 leden wordt betaald door de deelgemeente Overschie. De 70 kinderen die de beschikking hebben over een eigen pony kunnen een korting krijgen op het pensiongeld als zij hun pony viermaal in de week uitlenen aan een 'éénuurslid'. Deze kinderen, ook ongeveer 70 stuks, verzorgen de pony die dag en mesten de stal uit. Kinderen tot zestien jaar zijn vrijgesteld van vrijwilligerswerk, dat dan door de ouders dient te worden gedaan, maar na hun zestiende helpen ze volop mee. Onlangs is men als vereniging begonnen met het leasen van pony's waarvan voor de aankoop door de vereniging fondsen geworven worden", aldus één van de bestuursleden van de PC De Schieruiters.

De vereniging, de hoeksteen van de KNHS
Het was een goede bijeenkomst in het auditorium van de Rabobank in Utrecht. Niet alleen omdat men oude bekenden tegenkwam, maar vooral omdat de KNHS duidelijk kon maken de vereniging nog steeds te zien als de hoeksteen van deze overkoepelende hippische organisatie. Bouwstenen werden aangereikt om besturen van verenigingen te helpen de positie van hun organisatie te verstevigen in hun gemeente en regio. Daarvoor biedt de KNHS publicatie 'Actieplan KNHS verenigingen 2010-2012' talloze handvaten.

Klik hier voor de presentaties van de KNHS Bestuurdersdag 2009

Foto's: Jacob Melissen