Nationale Ombudsman


Den Haag, 23 november 2009

Ombudsman neemt klacht Bond van Wetsovertreders niet in onderzoek

De Nationale ombudsman neemt de klacht van de Bond van Wetsovertreders over de politie Drenthe niet in onderzoek. Volgens de Bond had de politie beelden van een insluiper in een woning van een bejaarde vrouw niet op internet mogen zetten omdat de man herkenbaar was. Uit het opsporingsbericht en uit navraag bij de politie constateert de ombudsman dat de politie de man redelijkerwijs als verdachte van een ernstig misdrijf kon beschouwen. De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, vindt dat de hoofdofficier van justitie kon beslissen om de politie beelden op internet te laten plaatsen.

Voor het bekendmaken van persoonsgegevens door de politie gelden wettelijke regels. Van belang is dat een goede afweging wordt gemaakt tussen het belang van opsporing van misdrijven en het persoonlijke belang van de getoonde persoon. De zwaarte van het opsporingsmiddel, bijvoorbeeld het plaatsen van beelden op internet, moet in verhouding staan tot het doel. De hoofdofficier van justitie moet op grond van de Aanwijzing opsporingsberichtgeving deze afweging maken voordat hij de politie toestemming geeft voor het inzetten van een opsporingsbericht. In een eerder rapport naar aanleiding van plaatsing van beelden op de site overvallergezocht.nl (2009/190) heeft de ombudsman de vereisten uitgebreid beschreven.

De bejaarde vrouw heeft de man op de videobeelden herkend als iemand die vaker in haar woning is geweest. Daarna waren ook spullen weg. Eerdere pogingen van de politie om de dader op te sporen zijn niet succesvol geweest. Omdat er geen redelijke twijfel kon bestaan dat de man een ernstig strafbaar feit heeft begaan, vindt de ombudsman dat politie en justitie een juiste afweging hebben gemaakt. Hij verwacht niet dat een onderzoek van zijn kant tot een andere conclusie zal leiden. Hij neemt de klacht van de Bond daarom niet in onderzoek.


Noot voor de redactie,