Universiteit van Amsterdam

Hoogleraarsbenoemingen UvA

Mw. prof. dr. E.G. Smit (1967) is benoemd tot hoogleraar Media & Advertising aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Edith Smit onderzoekt de rol van reclame in het dagelijkse leven en de effectiviteit van verschillende media formats. Bij haar onderzoek binnen de nieuwe leerstoel Media & Advertising ligt de nadruk op twee thema's die kenmerkend zijn voor ontwikkelingen in het medialandschap: de integratie van media en merken, en de toegenomen customisation van communicatie. Voorbeelden van deze ontwikkelingen zijn Rabobank, die zelf televisie maakt op Rabosport.nl en de iPhone-versie van het Engelse Kraft Foods-magazine met aanbiedingen op maat tijdens het boodschappen doen.

Smit is sinds 2007 bijzonder hoogleraar Customer Media aan de UvA. Voor die tijd was zij onder meer universitair hoofddocent Communicatiewetenschap aan dezelfde universiteit. Smit was acht jaar directeur van SWOCC, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Commerciële Communicatie. Zij ontving verschillende prijzen voor haar publicaties, zoals een Top Paper Award van de International Communication Association en een dissertatieprijs van de MarktOnderzoekAssociatie. Ook ontving Smit een Coq d'Honneur van het Genootschap voor Reclame voor haar inspanningen voor SWOCC.

Dhr. dr. T.E. Swierstra (1960) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Filosofie en Ethiek in de levenswetenschappen vanuit Humanistisch perspectief aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Socrates.

Tsjalling Edsger Swierstra bestudeert hoe ethische en politieke overtuigingen wetenschappelijk en technologisch onderzoek beïnvloeden, maar ook hoe - andersom - wetenschap en technologie leiden tot veranderingen in onze moraal, onze levensbeschouwing en onze politiek. Hoe kunnen we de dynamische wisselwerking tussen wetenschap en techniek enerzijds, ethiek en politiek anderzijds, analyseren, evalueren, en erop anticiperen? Het humanisme vormt voor Swierstra tegelijk een inspiratiebron en een opgave. Inspiratiebron, omdat humanisten moraal en politiek begrijpen als product van menselijke inventiviteit, en daarmee als onderwerp van leerprocessen en revisies. Wetenschap en technologie zijn dynamische krachten die het bestaande voortdurend uitdagen. Alleen als de moraal ook dynamisch leert te zijn, heeft zij kans om de richting van de wetenschappelijke en technologische ontwikkeling te beïnvloeden. Het humanisme vormt ook een opgave, omdat het opnieuw overdacht moet worden in het licht van de nieuwe levenswetenschappen. Als ook de menselijke natuur maakbaar wordt, in hoeverre kan het humanisme zich daar dan nog op beroepen?

Swierstra studeerde filosofie en politieke wetenschappen aan de UvA. Hij promoveerde in 1998 in Groningen op een proefschrift over de verhouding tussen ethiek, politiek, wetenschap en technologie. Sinds 1996 werkt hij bij de vakgroep Filosofie van de Universiteit van Twente, waar hij als universitair hoofddocent leiding geeft aan de onderzoekslijn 'Ethics and Politics of Emerging Technologies'. Hij publiceert vooral over publieke meningsvorming betreffende ontwikkelingen binnen de levenswetenschappen en de nanotechnologie. Naast zijn techniekfilosofische werk publiceert Swierstra ook regelmatig over maatschappelijke kwesties, zoals de keerzijden van het keuzevrijheidsideaal, over de noodzaak van een beschavingsoffensief, over de achtergronden van maatschappelijke polarisatie, of over de meritocratisering van de samenleving.