Gemeente Boekel


Start onderzoek relatie intensieve veehouderij en gezondheid

In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een onderzoek gestart naar een mogelijke relatie tussen intensieve veehouderij en gezondheid. Het onderzoek loopt de komende 1,5 jaar en heeft een landelijke reikwijdte. Metingen vinden plaats bij vier tot acht bedrijven in Oost-Brabant en eventueel Noord-Limburg. Vaststelling van de exacte locaties vindt plaats na bezoek aan zes deelgebieden. Een wetenschappelijke commissie en maatschappelijke klankbordgroep waar onder andere lokale huisartsen, de Brabantse Milieufederatie en het Burgerinitiatief âMegastallen? Nee!â deel van uit maken, bespraken vorige week de opzet van het onderzoek.

GGD Hart voor Brabant.JPG

Bezorgdheid gezondheidsrisicoâs
Huisartsen en bewoners trokken meerdere keren aan de bel over mogelijke gezondheidsrisicoâs van intensieve veehouderij. Ook kreeg het onderwerp veel politieke belangstelling. Gemeenten zijn nu zoekend hoe zij gezondheid mee kunnen wegen in besluiten op het gebied van intensieve veehouderij. Over de relatie tussen veehouderij en de gezondheid van omwonenden is echter nog weinig bekend. Naar verwachting geven de uitkomsten van het onderzoek meer inzicht in de gezondheidsrisicoâs van het wonen in de directe omgeving van intensieve veehouderij.

Onderzoek blootstelling en gezondheidseffecten
Onderdeel van het onderzoek is het meten van de aanwezigheid van fijn stof, bacteriën en virussen in de buurt van verschillende veehouderijbedrijven. Deze metingen starten in februari 2010. Een ander onderdeel is het in kaart brengen van bij de huisarts bekende gezondheidsproblemen van omwonenden. Deze vergelijkt men met gezondheidsproblemen in andere gebieden. Zo ontstaat het inzicht of bepaalde aandoeningen vaker voorkomen in gebieden met intensieve veehouderij. Speciale aandacht gaat uit naar mensen met een aandoening van de luchtwegen, zoals astma, COPD of longontsteking. Naar verwachting zijn de resultaten van het onderzoek eind 2010 bekend.

Samenwerkingsverband
IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences) van de Universiteit Utrecht leidt het project. Verder maken het Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid van de GGDâen Brabant/Zeeland deel uit van het projectteam.