Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Ministerie van VROM

Wijkbezoek Rotterdam Noord: 'Soms mogen jongeren gewoon hangen'

24-11-2009

Rotterdam Noord zet zich flink in om de kinderen en jongeren in wijk betere kansen te geven voor de toekomst én een beter en leuker leven op dit moment. Zo werken de scholen in Crooswijk nauw samen en politie en jongerenwerkers in de wijk hebben de krachten gebundeld. "Sommige kinderen krijgen erg weinig steun van thuis", zegt een bezorgde Crooswijker tegen minister Van der Laan tijdens het wijkbezoek aan Rotterdam Noord op maandag 23 november 2009.

"Een op de zes kinderen in Rotterdam wordt geboren met een achterstand, zowel op gebied van gezondheid als op het gebied van geestelijke ontwikkeling", vertelt Ernie van der Weg van de GGD Rotterdam. "We kunnen deze situatie alleen verbeteren als we allemaal samenwerken." En dat blijkt in de praktijk nog wel eens lastig te zijn. "Ik probeer al een tijdje de juiste mensen om de tafel te krijgen, maar het lukt maar niet." Minister Van der Laan: "Oké, er moet een afspraak komen. Dat gaan we regelen."

Taal

Ook basisschooldirecteur Carol Smits van Oscar Romero heeft zorgen over `zijn' kinderen. "We zijn een school in hartje Crooswijk, een kleurrijke school met 300 leerlingen", vertelt hij met opgewekte trots. Zorgen maakt hij zich over kinderen die al vaak van school zijn gewisseld. "We hebben kinderen in groep 4 die al 6 keer van basisschool zijn veranderd." En over taalachterstand. "Er zijn moeders die ik hier zelf als kind op school heb gehad, die onderwijs hebben genoten en de samenleving kennen, maar die echt tot aan het schoolhek geen Nederlands spreken met hun kinderen."

Van der Laan vindt het erg belangrijk dat iedereen in Nederland de Nederlandse taal spreekt. "Dat is belangrijk voor het vinden van een baan, voor je plek in de samenleving. Bovenal is het belangrijk dat ouders Nederlands spreken met hun kinderen. Daar moet je vanaf het allereerste moment mee beginnen."

Gratis nieuw land

Elders in Rotterdam Noord zijn projecten die bewoners zo veel mogelijk betrekken bij de vernieuwing van de wijk. Zoals aan het Zomerhofterrein. Daar ligt braakliggend land, waar over 2 tot 5 jaar nieuw wordt gebouwd. In de `pauzetijd' mogen bewoners het terrein gebruiken voor een goed project. Er zijn meerdere plannen binnengekomen: de hotelvakschool wil er graag een moestuin beginnen, een sportschool wil het veld graag gebruiken voor zumbalessen, een stuntschool zit het terrein wel zitten om hun stunts te oefenen. En een wijkbewoner heeft een oude Oost-Duitse restauratiewagon van een treinstel op de kop weten te tikken en wil deze wagon graag op het terrein plaatsen en uitbaten als eetgelegenheid.

Hangjongeren

Het debat met bewoners gaat over de mooie plekjes van Crooswijk: de winkelstraat Zwaanshals dat zo belangrijk is voor de wijkeconomie en het speelveldje achter de Crooswijkseweg. Maar vooral praten de bewoners over hangjongeren. Enerzijds veroorzaken ze overlast - Rotterdam heeft op enkele locaties zogenoemde mosquito's geplaatst, een apparaatje dat een irritant hoog geluid maakt en jongeren `wegjaagt'. Politie en jongerenwerkers in Rotterdam Noord werken samen om deze jongeren te helpen. Jongerenwerker Joshua: "Alles staat en valt met hoe je deze jongens benadert. Soms moet je ze gewoon uitleggen hoe iets werkt en ze verantwoordelijkheid geven. Je moet altijd de dialoog met ze zoeken."

En er zijn ook sussende woorden van buurtbewoners: "Jongeren horen bij onze samenleving, het zijn onze kinderen en zij hebben ook recht op een plekje in de openbare ruimte", zegt een bewoner. Een andere mevrouw: "Vaak zijn het niet de kinderen die niet willen meewerken, maar hebben ze ouders die volledige desinteresse tonen. Deze kinderen hebben weinig steun van thuis." Van der Laan: "Heel veel problemen zijn van alle tijden. Ik weet dat dit probleem vaak ontzettend wordt opgeklopt. Maar aan de andere kant moet je het natuurlijk ook niet wegpraten. Een groot deel van de hangjongeren, daar is niks mis mee. Maar die zeggen: `ik wil gewoon kunnen hangen'. Dat is oké. Dat deed ik vroeger ook." Volgens de minister is het daarom erg belangrijk dat `hangjongeren' niet alleen als groep worden benaderd, maar vooral ook individueel.