Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Beantwoording openstaande vragen AO Europa 3 juni

Kamerstuk, 24 november 2009

IZ 2970908

24 november 2009

Geachte voorzitter,

Tijdens het Algemeen Overleg Europa van 3 juni jl. heb ik de Kamer de toezegging gedaan nader in te gaan op:

* de Stuurgroep Weesgeneesmiddelen;

* patentgeneesmiddelen.

Mijn antwoorden bied ik u hierbij aan.

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Stuurgroep Weesgeneesmiddelen

In de Stuurgroep Weesgeneesmiddelen hebben vertegenwoordigers van verschillende relevante partijen zitting. Patiƫntenorganisaties en behandelaars (artsen) behoren tot deze partijen. Het bevorderen van een tijdige diagnostiek van een zeldzame aandoening is voor alle partijen in de Stuurgroep belangrijk, maar in het bijzonder voor de twee genoemde. Vroegtijdige diagnostiek door meer aandacht te vragen voor de problematiek van de zeldzame aandoeningen heeft vanaf de instelling van de Stuurgroep (in 2001) tot de opdracht behoord en de Stuurgroep heeft meerdere activiteiten op dit terrein ontplooid. In de evaluatie van de Stuurgroep is ook aan dit aspect aandacht besteed. Vanaf 2011 zullen de in de Stuurgroep participerende partijen taken overnemen en zelfstandig gaan verrichten. Zij zijn hiertoe in staat, omdat ze in de loop van tien jaar expertise hebben verworven op hun specifieke werkterrein, evenals op het terrein van de andere partijen, waardoor zij de problematiek van de zeldzame aandoeningen als geheel beter kunnen overzien.
Het stellen van een tijdige diagnose is bij uitstek het werk van artsen. Wat betreft zeldzame ziekten zullen dat vooral universitair werkzame artsen zijn. De Stuurgroep Weesgeneesmiddelen is, in overleg met vertegenwoordigers van NFU en UMC's over de vraag hoe dezen invulling kunnen geven aan het voorgenomen beleid van taken, geleidelijk overdragen. Ik heb daar vertrouwen in vanwege de betrokkenheid van universitaire artsen gedurende de afgelopen jaren en omdat zeldzame aandoeningen bij uitstek het werkterrein zijn van universitaire artsen. Overigens is het beleid van de afgelopen jaren erop gericht geweest dat ook niet-universitair werkende artsen op de hoogte raken van het voorkomen van zeldzame aandoeningen. Het toekomstig beleid is nadrukkelijk gericht op het in stand houden van de inmiddels verworven expertise en zo mogelijk op het uitbreiden daarvan.

Verlengen van patenten voor geneesmiddelen

Geneesmiddelenfabrikanten maken gebruik van de mogelijkheden die de octrooiwetgeving biedt en voeren juridische procedures om hun octrooipositie zeker te stellen. Als dit binnen de termen van de octrooiwetgeving valt is dit legitiem. Voor zover er gesproken kan worden van kartelafspraken en misbruik van een economische machtspositie kunnen de (Europese) mededingings-autoriteiten optreden. Mevrouw Kroes heeft aangegeven het (Europese) mededingingstoezicht te versterken en daarbij vooral te letten op geldelijke schikkingen tussen originator en generieke ondernemingen die plaatsvinden om markttoetreding (en dus concurrentie van) generieke geneesmiddelen te vertragen. In vervolg op de Pharma Sector Inquiry heeft de Europese Commissie een aantal concrete onderzoeken gestart. Deze onderzoeken zijn nog niet afgerond.