Nederlands
Marktonderzoek Customer Insights Center: Slechts klein percentage
toegangskaarten wordt doorverkocht
Datum: 23 november 2009
Woensdag 25 november 2009 vergadert de Tweede Kamer over het
doorverkopen van toegangskaarten voor evenementen. De SP vindt het
onwenselijk dat handelaren woekerwinsten maken. Onderzoek van de
Rijksuniversiteit Groningen toont aan echter aan dat het doorverkopen
in Nederland slechts op beperkte schaal plaatsvindt.
De officiële markt voor toegangskaarten voor concerten,
theatervoorstellingen en sportwedstrijden bedraagt in Nederland ruim 3
miljard euro per jaar. Tot nu was nooit in kaart gebracht hoeveel geld
wordt omgezet als tickets worden doorverkocht. Een onderzoek van
Customer Insights Center van de Rijksuniversiteit Groningen geeft daar
voor het eerst inzicht in.
Klein percentage
Het onderzoek toont aan dat van alle toegangskaarten die jaarlijks
worden uitgegeven voor concerten, sportwedstrijden en
theatervoorstellingen 3,7 procent via wederverkopers wordt
doorverkocht. Dit percentage is veel lager dan tot nu toe werd
aangenomen. Onderzoeker dr. Jelle Bouma: "Tot nu werd aangenomen dat
het marktaandeel van wederverkopers in Nederland vergelijkbaar zou
zijn met dat in de Verenigde Staten, waar circa tien procent van de
kaarten wordt doorverkocht. In Nederland gebeurt dat echter op veel
kleinere schaal. Daarbij komt dat we in ons onderzoek geen enkele
wederverkoper aan hebben getroffen die dusdanig dominant is dat hij de
markt zou kunnen ontwrichten."
Het onderzoek laat bovendien zien dat de prijsstijgingen bij populaire
evenementen niet volledig ten gunste komen van de wederverkopers, want
ook zij hebben te maken met kosten. Uiteindelijk blijken ze gemiddeld
11 procent winst te maken op de toegangskaarten. Voor concert-,
theater- en sportkaarten geldt respectievelijk vijf, nul en 18
procent.
Efficiënte verdeling
"Wij denken dat de wederverkopers geen problemen veroorzaken,"
concludeert Bouma op basis van het onderzoek. Toch hebben de
wederverkopers - vaak aangeduid als zwarthandelaren - geen goede naam.
Dat is niet helemaal terecht, vindt de onderzoeker: "Voor de economie
is het goed dat wederverkopers in een markt zoals deze bestaan. Ze
zorgen namelijk voor een efficiënte verdeling van de kaarten." Sommige
mensen zijn bereid om in een slaapzak in de rij liggen bij een
officieel verkooppunt, anderen kopen het kaartje liever later van
achter hun computer tegen een hogere prijs. Bouma: "Je hebt
bijvoorbeeld een drukke agenda en je kunt niet lang van tevoren zeggen
of je op een bepaalde datum wel of niet kan. Dan ben je geneigd om op
het laatste moment een toegangskaart te kopen. Logisch dat je duurder
uit bent. Gemak kost altijd geld."
Bovendien staan wederverkopers niet alleen in het doorvoeren van
prijsveranderingen. Bij vliegtuigtickets en het rekeningrijden van de
overheid wordt dezelfde methode toegepast, aldus Bouma. "Via het
verhogen of verlagen van de prijzen wordt in de loop der tijd het
aanbod afgestemd op de vraag. Dit principe wordt ook wel dynamische
prijsstelling genoemd."
Schimmigheid wegnemen
Desondanks kunnen bezoekers de prijs wel onredelijk vinden, zegt
Bouma. "Voor elk bedrijf is het belangrijk dat klanten een redelijke
prijs betalen, omdat anders negatieve mond-tot-mondreclame verspreid
wordt en de publieke opinie negatief wordt beïnvloed. Om het imago te
verbeteren zouden wij handelaren willen adviseren om prijsverschillen
transparanter te maken. Als evenementenbezoekers begrijpen welke
kosten wederverkopers maken, dan kan veel van de schimmigheid worden
weggenomen."
Ook voor de officiële verkopers heeft hij een suggestie: "Als zij
kaarten reserveren voor latere verkoop, bijvoorbeeld voor de week voor
aanvang van een evenement, dan kunnen zij beter aansluiten op wat
bezoekers echt willen: zelf flexibel kiezen wanneer en tegen welke
prijs ze een evenementenkaart kopen."
Rijksuniversiteit Groningen