Ja tegen trein, financiering anders
De gemeenteraad vindt dat het spoor er moet komen, maar vindt een
financiering via verhoging van de ozb niet goed.
Als het aan de raad van Smallingerland ligt komt er een
spoorverbinding tussen Groningen en Heerenveen. Een ruime meerderheid
van de raad is bereid daar de door de provincie Friesland gevraagde
gemeentelijke bijdrage van EUR 24 miljoen euro voor op tafel te
leggen. De raad stelt wel vraagtekens bij de financiering van die
bijdrage. Burgermeester en wethouders stelden voor dit te doen door
een verhoging van de OZB met 20% gedurende 12 jaar. In die periode
zouden de extra OZB inkomsten worden gestort in een spaarpot. Daarvoor
was geen meerderheid te vinden. Daarop vroeg en kreeg het college van
de raad ruimte om met nieuwe financieringsvoorstellen te komen. Dat
was de uitkomst van een bijzondere raadsvergadering dinsdag 24
november.
Al meer dan 30 jaar loopt Smallingerland zich het vuur uit de sloffen
om aansluiting te krijgen op het spoorwegennet. Gepleit werd steeds
voor een verbinding tussen Groningen en Amsterdam via Drachten,
Heerenveen, Emmeloord en Lelystad: de zogenaamde Zuiderzeelijn. Maar
enkele jaren geleden besliste de regering dat die lijn er niet zou
komen. Daarvoor in de plaats kregen de drie noordelijke provincies
geld: het zogenaamde Regionale Stimuleringspakket (RSP). Een van de
projecten binnen dit RSP is een treinverbinding tussen Groningen en
Heerenveen.
De noordelijke overheden moeten ook zelf meebetalen aan het RSP.
Provinciale Staten van Friesland bepaalden de bijdrage van
Smallingerland aan de spoorlijn op 24 miljoen euro. Hoewel een grote
meerderheid van de raad voor de spoorverbinding is, hadden
verschillende raadsleden moeite met de hoogte van deze bijdrage. In
een uitvoerig betoog overtuigde burgermeester Bert Middel hen er van,
dat daarover met de provincie niet langer viel te praten. Als
Smallingerland aansluiting op het spoor wil, dan moet het daar ook wat
voor over hebben. Hij stelde dat het college er van uit was gegaan,
dat eerder genomen besluiten van de raad niet meer ter discussie
stonden. En dat als alle bestaande plannen moeten worden uitgevoerd de
gemeente onvoldoende geld heeft voor de vereiste bijdrage. Vandaar het
voorstel voor de OZB verhoging.
Voor een meerderheid van de raad was dat een stap te ver. Een trein:
ja. De gevraagde bijdrage: ook akkoord (zij het met frisse tegenzin).
Maar geen OZB verhoging van 20%. Daarop vroeg de burgemeester aan de
raad de ruimte om snel met nieuwe voorstellen te komen, waarbij ook
bestaande plannen weer ter discussie zouden kunnen staan. Aldus werd
besloten.