Partij voor de Vrijheid (PVV)

Defensienota PVV
woensdag 25 november 2009

Hero Brinkman presenteerde op 24 november 2009 de nieuwe Defensienota van de Partij voor de Vrijheid, getiteld:

"Van buitenlandse veiligheid naar binnenlandse veiligheid".

Klik hier om het bericht te lezen op de website van het Nederlands Dagblad.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: PVV: De politieke strategie van Defensie

§ 1.1. De nationale component

§ 1.1.1. Militaire hulp bij calamiteiten
§ 1.1.2. Grensbewaking, beveiliging en rechtshandhaving § 1.1.3. Bijstand en assistentieverlening politie § 1.1.4. De kustwacht en de verdediging van het Nederlandse luchtruim

§ 1.2. De internationale component

§ 1.2.1. Internationale samenwerking
§ 1.2.2. EU-battlegroups/EUFOR
§ 1.2.3. De rol van Nederland in de Noord-Atlantische verdragsorganisatie (NAVO)

- Militaire missies in NAVO-verband

- Uitbreiding

Hoofdstuk 2: PVV: De operationele strategie van Defensie 6

§ 2.1. De krijgsmachtsonderdelen

§ 2.1.1. Koninklijke Landmacht (KL)
§ 2.1.2. Koninklijke Marine (KM)
§ 2.1.3. Koninklijke Luchtmacht (KLu)
§ 2.1.4. Koninklijke Marechaussee (Kmar)
§ 2.1.5. Schematische weergave herstructurering PVV

Hoofdstuk 1: PVV: De politieke strategie van Defensie

In de Nederlandse grondwet staat het volgende over de verdediging van het Koninkrijk:

"Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk alsmede ten behoeve van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht."

De PVV wil de bepaling: "alsmede ten behoeve van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht." wijzigen. Nederland heeft als enig land ter wereld in de Grondwet vastgelegd, dat zij via de krijgsmacht een actieve bijdrage wil leveren aan de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. De PVV staat op zich welwillend tegenover toekomstige operaties ten behoeve van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit, echter dient dit voor de krijgsmacht geen grondwettelijke plicht te zijn. De term "handhaving" in dit artikel is ontleend aan het VN-handvest (artikel 39). De PVV is van mening dat bovenstaande aspecten van internationaal recht niet thuishoren in onze grondwet. De PVV heeft derhalve een grondwetswijziging voor dit artikel in voorbereiding. Ondanks dat de veiligheidsbelangen van het Koninkrijk en de NAVO onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden, dient Nederland ook de mogelijkheid te hebben om onafhankelijk van het bondgenootschap militair op te treden. Soevereiniteit, ook binnen de NAVO, is voor de PVV essentieel.

§ 1.1. De nationale component

Interne en externe aspecten van veiligheid hangen nauw met elkaar samen. De hedendaagse internationale veiligheidssituatie en met name de dreiging van terrorisme heeft enorme gevolgen voor de nationale veiligheid.
De volgende nationale taken van Defensie worden in deze paragraaf kort behandeld: militaire hulp bij calamiteiten, controle vreemdelingenwetgeving, beveiliging en rechtshandhaving, bijstand- en assistentieverlening politie, de kustwacht en de verdediging van het Nederlandse luchtruim.
Over het algemeen is de PVV van mening dat Defensie zich teveel richt op het geïntegreerde buitenlandbeleid en dat er meer geld vrij moet komen voor de nationale aspecten van het defensiebeleid.

§ 1.1.1. Militaire hulp bij calamiteiten

De PVV staat voor een effectieve en daadkrachtige civiel-militaire samenwerking tijdens rampen en crises. Bij natuurrampen, pandemieën en terroristische aanslagen dient de overheid zo goed en zo snel mogelijk voor de burger te kunnen zorgen. Een goede wisselwerking tussen de twee verantwoordelijke actoren, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Defensie, is hierbij noodzakelijk, waarbij beide instanties op basis van gelijkwaardigheid een partnerschap aangaan en korte operationele lijnen hanteren. De verdediging van Nederlandse burgers heeft prioriteit boven allerlei internationale missies in het kader van internationale rechtshandhaving en
ontwikkelingssamenwerking. Defensie dient zich in de eerste plaats te richten op de binnenlandse veiligheid en daar moeten te allen tijde voldoende geldstromen voor beschikbaar zijn.
Bij de derde hoofdtaak van Defensie, de ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, spelen de reservisten een aanzienlijke rol. Zij zijn voor de PVV van onmisbaar belang vanwege hun grote operationele inzetbaarheid en hun militaire, civiele, en specifieke deskundigheid. De reservisten kunnen tijdelijk arbeidsplaatsen invullen van militairen die zijn uitgezonden, de zogenaamde "Backfill." Zo wordt de personeelsdruk aanzienlijk verminderd.

§ 1.1.2. Controle vreemdelingenwetgeving, beveiliging en rechtshandhaving

Zoals al eerder aangegeven staat de PVV binnen Defensie voor een accentverschuiving van buitenlandbeleid naar nationale aspecten van het defensiebeleid. Controle vreemdelingenwetgeving, beveiliging en rechtshandhaving zijn essentieel voor de bescherming van de Nederlandse veiligheid. In de huidige internationale en nationale veiligheidssituatie neemt het terrorisme een grote plaats in. Het is daarom essentieel dat elementen van de krijgsmacht zorgen voor adequate grensbewaking, beveiliging en rechtshandhaving in Nederland. Deze taken zijn aan de Koninklijke Marechaussee toevertrouwd.

§ 1.1.3. Bijstand en Assistentieverlening politie

Militaire bijstand aan civiele autoriteiten heeft in Nederland een lange traditie. De krijgsmacht werd vroeger veelvuldig aangewend om bij ordeverstoringen hulp te bieden. Binnen de politie heeft de Koninklijke Marechaussee in vele gebieden jarenlang bijstand verleend aan de politie voor het uitoefenen van de algemene politietaak. Tegenwoordig kan voornamelijk de Marechaussee op verzoek van de civiele veiligheidsautoriteiten bijstand verlenen aan de politie. De PVV steunt deze assistentieverlening van de Marechaussee voor de krijgsmacht op civiele terreinen. Door de herverdeling van gelden binnen het veiligheidsgebied voor de politie zal een dergelijke bijstand van de Koninklijke Marechaussee minder voor de hand liggen.

§ 1.1.4. De kustwacht en de verdediging van het Nederlandse luchtruim

De PVV stelt hoge eisen aan de bescherming van de territoriale integriteit van Nederland. Een sterke kustwacht in Nederland is derhalve gewenst en de Koninklijke Marine dient haar taken effectief uit te kunnen voeren. Bij onafhankelijkheid van de Nederlandse Antillen en Aruba dient met de mogelijkheid rekening gehouden te worden dat de Nederlandse steun aan de kustwacht op de Nederlandse Antillen en Aruba op termijn wordt gestaakt. De PVV bepleit de onafhankelijkheid van de overzeese eilanden. Drugsbestrijding, grensbewaking, douanetoezicht op zee, milieu- en visserijtoezicht en toezicht op de veilige scheepvaart op de Antillen is volgens de PVV dan mogelijk in de toekomst aldaar geen taak meer voor Nederland.

§ 1.2. De internationale component

§ 1.2.1. Internationale samenwerking.

De PVV beklemtoont intergouvernementele samenwerkingsverbanden in de internationale politieke arena. De beslissingsmacht op buitenlands beleid moet bij de soevereine landen liggen. De PVV benadrukt hier dat interstatelijke beleidskwesties op het niveau van high politics, vraagstukken die gaan over de nationale staatsveiligheid, nooit onderdeel mogen uitmaken van supranationale besluitvormingsorganen. Het vetorecht van staten mag op het defensie- en veiligheidsgebied niet worden opgegeven; de politieke zelfstandigheid van Nederland moet worden gegarandeerd.

§ 1.2.2. EU-battlegroups/EUFOR

De PVV is tegen militaire samenwerking in EU-verband en stelt haar vertrouwen in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) om vrede en veiligheid te bewaken, consolideren en, als het moet, te bekrachtigen. Militaire missies in het kader van de EUFOR dienen als voorloper voor de oprichting van een Europees leger. Er is echter geen legitimiteit onder de Nederlandse bevolking voor deze supranationale stap. Het beschikken over een eigen leger is voor Nederland van essentieel belang en alle initiatieven die dit, op korte of op lange termijn, ondermijnen moeten onmiddellijk worden beëindigd

§ 1.2.3. De rol van Nederland in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)

De PVV staat voor intergouvernementele internationale samenwerking binnen NAVO-verband om de belangen van Nederland en haar bondgenoten op het gebied van defensie- en veiligheidsgebied te waarborgen. De NAVO zorgt al 60 jaar voor vrede en veiligheid in West-Europa en er is absoluut geen noodzaak om andere militaire samenwerkingsverbanden op te richten ten behoeve van deze doelstellingen. Ook in de 21e eeuw moet het bondgenootschap het sleutelorgaan zijn om de bestaande en nieuwe bedreigingen te weerstaan.

Militaire missies in NAVO-verband

De PVV is voorstander van militaire missies in NAVO-verband. Activiteiten ter bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit dienen echter zoveel mogelijk te worden ondernomen als de belangen van het Koninkrijk en de NAVO-bondgenoten daarmee gediend worden. Crisisbeheersingoperaties die politieke, militaire en civiele activiteiten omvatten worden gezamenlijk gecoördineerd zodra het bondgenootschappelijke belang in het geding is.

Uitbreiding

De PVV is tegen verdere uitbreiding van de NAVO met Oost-Europese landen. Een drietal redenen worden hiervoor aangedragen. Ten eerste zal een verdere uitbreiding oostwaarts de politieke stabiliteit niet ten goede komen en het bondgenootschap verzwakken.

Ten tweede benadrukt de PVV de relevantie van het antlanticisme in NAVO-verband. Samenwerking moet worden gericht op de verdediging van het Noord-Atlantische grondgebied. Iedere uitbreiding oostwaarts is volgens de PVV in strijd met de oorspronkelijke doelstellingen van het bondgenootschap. Het gebrek aan democratie in deze landen vormt het derde argument van de PVV tegen verdere uitbreiding. Zij mogen dan ook niet de MAP status krijgen.

Hoofdstuk 2: PVV: De operationele strategie van Defensie

De politieke strategie die door de PVV in hoofdstuk 1 is neergezet, heeft natuurlijk implicaties voor de taken, verantwoordelijkheden en de capaciteiten van de verschillende onderdelen van Defensie. In dit hoofdstuk wordt het politieke beleid vertaald naar een operationele strategie van Defensie in het algemeen en de krijgsmachtsonderdelen in het bijzonder.
Onze fractie pleit niet voor bezuinigingen binnen het veiligheidsgebied, maar voor een herstructurering van deze gelden binnen het veiligheidsgebied. Gelden binnen dit veiligheidsgebied betreffen de begroting van defensie alsmede de begroting van de politie.

§ 2.1. De krijgsmachtsonderdelen

Onderstaand zullen achtereenvolgend de Koninklijke Landmacht, Marine, Luchtmacht en Marechaussee worden behandeld. In de Rijksbegroting van Defensie 2010 worden de algemene en operationele doelstellingen genoemd van Defensie als geheel en de verschillende krijgsmachtsonderdelen afzonderlijk. In deze paragraaf zal de PVV ingaan op de algemene en operationele doelstellingen van de verschillende krijgsmachtsonderdelen.

§ 2.1.1. Koninklijke Landmacht (KL)

De PVV wil het budget van de KL met 20% herverdelen, aangezien het internationale ambitieniveau van de Landmacht momenteel te hoog ligt. De PVV staat voor een kleine en flexibele Landmacht. Hierbij kan gedacht worden aan het herverdelen van het aantal luchtmobiele brigades en gemechaniseerde brigades.

Nederland moet in de toekomst minder participeren in internationale missies. Echter, als Nederlandse soldaten wel actief zijn in verre overzeese landen om voor vrede en veiligheid te zorgen, moeten onze strijdkrachten te allen tijde beschikken over adequaat materieel.

§ 2.1.2. De Koninklijke Marine

De PVV pleit voor een sterkere rol voor de Koninklijke Marine om de Nederlandse belangen te beschermen en wil daarom meer defensiegeld naar dit krijgsmachtsonderdeel. Onze fractie ziet een verhoging van 10% tot de mogelijkheden. Veiligheid op zee, internationaal en nationaal, is cruciaal voor de civiele en militaire doelstellingen. Als handelsland is Nederland in hoge mate afhankelijk van open vrije zeeën en deze dienen te allen tijde worden beschermd. Drugshandel en piraterij moeten in alle wateren keihard worden aangepakt. In de ogen van de PVV zijn bovenstaande taken cruciaal en heeft de Koninklijke Marine een speciale status. De PVV benadrukt over het algemeen de klassieke taak van de marine, het bewerkstelligen van de veiligheid op de open zeeën, en de maritieme nationale taken. De verdediging van Nederlandse belangen heeft prioriteit boven allerlei internationale missies in het kader van internationale rechtshandhaving en ontwikkelingssamenwerking. Dat neemt niet weg dat onze soevereine status ons de mogelijkheid moet geven elders operaties uit te voeren of te ondersteunen.

Als de vaderlandse (handels)belangen worden bedreigd, dan dient de krijgsmacht op te treden. De Nederlandse beveiligingsteams moeten volgens de PVV dan ook bestaan uit zwaarbewapende mariniers en hiervoor dient genoeg geld beschikbaar te worden gesteld.

§ 2.1.3. De Koninklijke Luchtmacht

De reductie van internationale missies die de PVV bepleit, heeft reductie van de operationele capaciteit van de Luchtmacht tot gevolg. Er zijn minder jachtvliegtuigen nodig om de defensietaak van dit krijgsmachtsonderdeel in te vullen.
De PVV wil het aantal jachtvliegtuigen reduceren. Momenteel beheert de Luchtmacht 87 straaljagers. De PVV benadrukt een vermindering van internationale luchtoperaties en pleit voor een teruggang naar 60 F-16's, die kunnen worden onderverdeeld in drie squadrons. Hiermee komt de Nederlandse krijgsmacht in lijn met landen als België en Denemarken, die inzetten op een operationele capaciteit van respectievelijk 60 en 48 jachtvliegtuigen. De vervanging van de F-16 kan volgens de PVV nog 10 a 15 jaar worden uitgesteld. Mocht het in de toekomst tot een verwerving komen van nieuwe straaljagers, dan pleit de PVV wederom voor ongeveer 60 stuks.
Tegenover de bezuinigingen op straaljagers staan investeringen in UAV-vliegtuigen. In tegenstelling tot het kabinet is de PVV groot voorstander van de verschaffing van onbemande vliegtuigen.

§ 2.1.4. De Koninklijke Marechaussee

De PVV pleit voor de opwaardering van de Koninklijke Marechaussee in deze tijd van nieuwe bedreigingen zoals het internationale terrorisme. Binnen de begroting van Defensie dienen grensbewaking, beveiliging en rechtshandhaving topprioriteit te krijgen, aangezien zij essentieel zijn voor de bescherming van de Nederlandse veiligheid. In de Rijksbegroting Defensie 2010 ontvangt de Marechaussee ongeveer EUR 395 miljoen De PVV pleit voor een stijging van 5% voor dit krijgsmachtsonderdeel binnen deze begroting. Dit in lijn met de observatie dat de balans tussen de internationale en nationale component van defensiebeleid uit balans is geraakt en het belang van de nationale taken in grotere mate moet worden erkend. Naast de opwaardering van de Marechaussee, dient aanzienlijk meer geld beschikbaar te worden gesteld voor de politie. Dit onderdeel valt echter binnen de begroting van Binnenlandse Zaken en wordt in deze nota niet specifiek behandeld.

De PVV stelt dat de Marechaussee op Schiphol met grote personeelstekorten kampt waardoor de druk op de controle van de vreemdelingenwetgeving een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van ons land vormt. De PVV is een voorstander van het formeren van Mobiele Toezicht Vreemdelingenteam (MTV), teneinde langs de grens en diverse andere plekken de vreemdelingwetgeving conform het Schengen-akkoord kunnen handhaven. Dit is een behoorlijk verwaarloosd taakgebied en gezien de schattingen van 75000 tot 185000 illegalen in Nederland is dit met recht een acuut probleem.

§ 2.1.5. Schematische weergave herstructurering PVV

Onderstaand worden de uitgaven van de PVV met betrekking tot de krijgsmachtsonderdelen schematisch weergegeven. In vergelijking met het kabinet bespaart de PVV ongeveer EUR 228 miljoen op de uitgaven van de krijgsmachtsonderdelen. De PVV benadrukt nogmaals dat dit algemene indicaties zijn en (de gevolgen) voor andere kostenposten niet zijn doorberekend. Onze fractie wil met onderstaand schema een algemene indruk geven van de richting die de PVV op wil met Defensie in het algemeen en de krijgsmachtsonderdelen in het bijzonder. Het grootste deel van de EUR 228 miljoen wil de PVV gaan investeren in de politie, die net als de Marechaussee, zorg moet dragen voor de binnenlandse veiligheid.

Uitgaven krijgsmachtsonderdelen PVV in vergelijking met kabinet (Rijksbegroting 2010) × EUR 1 000

Kabinet PVV Ext ra Investeringen Bezuinigingen
Marine 609195 670115
10%
Landmacht 1361623
1089295 20% Luchtmacht
717930 682033
5%
Marechaussee 395351 415119
5%

Totaal 3084099 2856562

Uit het bovenstaande blijkt dat ongeveer 228 miljoen euro uit de Rijksbegroting defensie 2010 over blijft. Dit bedrag zal per amendement binnen het veiligheidsgebied getransporteerd worden naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten behoeve van de portefeuille politie. Uit berekeningen van een onafhankelijke instituut blijkt dat een politieagent (hoofdagent/brigadier) gemiddeld 88.500 euro op jaarbasis kost. Met die 228 miljoen euro zou de politie in de visie van de PVV 2576 extra politiemensen kunnen aannemen. Deze conversie van gelden binnen het veiligheidsgebied is structureel door de reorganisatie en de specifiek op het nationale veiligheidsgebied gerichte visie van de PVV. Gezien het feit dat de PVV reeds de bezuinigingen op de politie heeft weggeamendeerd zal de politie, samen met de versterking van de Koninklijke Marechaussee, adequaat haar achterstanden in het nationale veiligheidsgebied kunnen wegwerken.

Kortom:

Minder defensie in het buitenland, meer politie in Nederland.