Datum 25 november 2009 -
Onderwerp Superdividend en financiering Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
-
Geachte voorzitter,
Er is overeenstemming bereikt tussen NS en de Staat, over de uitkering van een
superdividend van EUR 1,4 miljard aan haar aandeelhouder en over een
concessievergoeding (concessieprijs) van NS aan haar concessieverlener voor de
hoofdrailnetconcessie.
Met dit akkoord kan een aantal belangrijke doelstellingen van het kabinet worden
gerealiseerd.
1. Door uitkering van het superdividend (in het vervolg extra dividend) wordt de
vermogenspositie van NS in lijn gebracht met het beleid dat de staat als
aandeelhouder heeft aangekondigd in de nota Deelnemingen.
2. Er is een positieve concessieprijs geïntroduceerd als tegenprestatie voor het
exclusieve recht om de hoofdrailnetconcessie te exploiteren en als extra
efficiëntieprikkel.
3. En ten slotte is met dit akkoord de financiering van de spoorambities van het
kabinet zoals verwoord in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer rond en
wordt u (zoals toegezegd in onder andere het Nota-overleg over de evaluatie
spoorwetgeving van 12 oktober 2009 en de brief inzake het Jaarverslag en de
Slotwet (d.d. 20 mei 2009)) meer in detail geïnformeerd over de bekostiging
van het programma. In het kort kan de financiering van het programma als
volgt worden samengevat. In de begroting van VenW voor 2009 is het
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) begroot op EUR 4,5 miljard.
Aangegeven is dat EUR 1,35 miljard uit het budget van de Zuiderzeelijn komt,
EUR 0,8 miljard uit de Coalitieakkoord enveloppe voor OV en EUR 0,35 miljard
wordt gedekt via herprioritering binnen het aanlegprogramma spoor. De
resterende EUR 2 miljard wordt deels gefinancierd vanuit rentevrijval bij
ProRail als gevolg van aflossing van de schulden met het superdividend van
EUR 1,4 miljard (levert EUR 0,7 à EUR 0,8 miljard voor PHS), deels door een
concessieprijs (levert ca EUR 0,3 miljard voor PHS) en deels door een
leenfaciliteit voor ProRail à ca EUR 0,9 à 1,0 miljard (t.b.v. PHS). Onderstaand
wordt dit nader gespecificeerd.
Ad 1: Extra dividend
Na zorgvuldige afweging zijn de raad van bestuur en raad van commissarissen
van NS samen met haar enige aandeelhouder de minister van Financiën, tot de
a
agina 1 van 4
P
conclusie gekomen dat de vermogenspositie van NS ruimte laat voor een extra
Datum
dividenduitkering aan de aandeelhouder van EUR 1,4 miljard. 25 november 2009
Ons kenmerk
Het toezien op de vermogenspositie van staatsdeelnemingen vormt samen met VENW/DGMO-2009/11026
het toezicht op de strategie en het goedkeuren van het beloningsbeleid en grote
investeringsbeslissingen één van de belangrijkste peilers uit de Nota
deelnemingenbeleid rijksoverheid. Schaars gemeenschapsgeld dient op een zo
efficiënt mogelijke wijze te worden aangewend. Dit houdt in dat wanneer de
vermogenspositie van een staatsdeelneming ruimer is dan noodzakelijk voor
investeringen, uitvoering van de strategie en als buffer voor resultaten van
reguliere activiteiten, de minister van Financiën de desbetreffende deelneming om
een eenmalige speciale dividenduitkering zal verzoeken om terug te keren naar
wenselijk geachte vermogensverhoudingen. Door de uitkering van het extra
dividend wordt de balans tussen de hoeveelheid eigen en vreemd vermogen in lijn
gebracht met de investeringsbehoefte en het risicoprofiel van de onderneming.
Het uitgangspunt bij het bepalen van de omvang van de uitkering was (en is) het
continuïteitsperspectief van de onderneming, waarbij NS haar strategie kan
realiseren en de dienstverlening verder kan verbeteren met voortzetting van een
gematigd tariefbeleid voor de reizigers. Zowel de NS als de aandeelhouder zijn
van mening dat aan deze doelstelling ook na uitkering van het extra dividend kan
worden voldaan.
Zoals gesteld in de brief van de minister van Financiën d.d. 6 oktober 2008 inzake
de vermogenspositie bij staatsdeelnemingen vormt de credit rating van een
staatsdeelneming een belangrijke indicator voor de vermogenspositie van de
onderneming. Hierbij wordt als uitgangspunt voor de analyse van de
vermogenspositie voor ,,niet-financiële deelnemingen een rating niveau van
minimaal A gehanteerd.1 Het is de verwachting van zowel NS als aandeelhouder
dat NS na uitkering van het extra dividend minimaal een A rating behoudt.
Hierover is ook extern advies ingewonnen. Een A-rating is een indicatie dat de
onderneming goed in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen.
Ad 2: Concessieprijs
Met NS is afgesproken dat vanaf 2009 wordt betaald voor het exclusieve recht dat
NS heeft om passagierstreinen te rijden op het hoofdrailnet. Deze afspraak moet
geplaatst worden in de volgende (historische) context.
Er wordt reeds sinds eind jaren 90 met NS gesproken over een concessieprijs. Bij
de totstandkoming van de Concessiewet en de Spoorwegwet (tussen 2000 en
2005) is onder andere gesteld dat NS de komende periode in staat moest zijn
haar positie te versterken en efficiënt en klantgericht te opereren, gericht op het
bieden van een kwalitatief goed treinproduct voor de reizigers. Een concessieprijs
diende daarbij als extra prikkel voor NS om voortdurend te blijven streven naar
een efficiëntere bedrijfsvoering.
In de in 2005 verleende vervoerconcessie voor het hoofdrailnet is op basis van
financiële prognoses bepaald dat NS tot ten minste 2008 een jaarlijkse
1 Een credit rating is een methode om de kredietwaardigheid van de aanvrager van een
lening te bepalen. Deze ratings worden toegekend door een aantal daarin gespecialiseerde
ondernemingen, waaronder Standard & Poors. Standard & Poors hanteert de volgende
definitie voor een A-rating: "An obligor rated 'A' has strong capacity to meet its financial
commitments but is somewhat more susceptible to the adverse effects of changes in
circumstances and economic conditions than obligors in higher-rated categories."
agina 2 van 4
P
concessieprijs van nul euro verschuldigd was. Daarbij is gesteld dat aan de hand
Datum
van de evaluatie van de concessie vanaf 2009 een andere concessieprijs kan 25 november 2009
worden vastgesteld. Daarbij golden vanzelfsprekend als randvoorwaarden de Ons kenmerk
continuïteit van het vervoer (NS moet vanuit de concessie-eisen immers ook VENW/DGMO-2009/11026
kunnen blijven investeren in materieel, kwaliteit en uitbreiding van de
dienstverlening) en een gematigd tariefbeleid.
In het kader van de evaluatie is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat en
NS geconcludeerd dat NS jaarlijks een concessieprijs kan betalen voor het
exclusieve recht, aangezien de resultaten beter zijn dan destijds bij de opstelling
van de concessie werd verwacht. Concreet is met NS overeengekomen dat zij een
concessievergoeding aan de minister van Verkeer en Waterstaat betaalt ad EUR
10 miljoen in 2009, EUR 10 miljoen in 2010, EUR 20 miljoen in 2011, EUR 20
miljoen in 2012, EUR 30 miljoen in 2013 en EUR 30 miljoen in 2014. Dit zal in de
vervoerconcessie worden vastgelegd. In 2015 loopt de huidige concessie af. Het is
de intentie van de minister van Verkeer en Waterstaat dat voor het exploiteren
van de concessie ook in de toekomst een concessieprijs wordt betaald. Volgens de
begrotingsaanname van Verkeer en Waterstaat en Financiën levert deze
concessieprijs voor de periode 2009 2020 naar schatting ruim EUR 0,3 miljard
op.
Tegenover deze oplopende concessieprijs tot 2014 staat een tot nihil aflopende
subsidie voor een aantal in 2005 en 2006 aan het hoofdrailnet toegevoegde
bijzondere spoorvervoerdiensten.
Ad 3: Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
Zoals aangekondigd in de begroting 2009 van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat, zal deze uitkering volledig worden aangewend voor de bekostiging
van de spoorambities van het kabinet in het Programma Hoogfrequent Spoor.
De kabinetsambitie voor spoor op de middellange termijn is uitgewerkt in het
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Dit programma voorziet in het opvangen
van de verwachte groei per trein tot en met 2020, de introductie van
hoogfrequent spoorvervoer op de drukste trajecten in de brede Randstad tot
spoorboekloos rijden (i.c. 6 intercitys en 2 tot 6 Sprinters (maatwerk) per uur),
alsmede het verwerken van het groeiende spoorgoederenvervoer. Met name voor
de spits is tot en met 2020 een reizigersgroei voorzien.
Vóór de zomer van 2010 zal het kabinet besluiten over PHS en vaststellen welke
maatregelen waar nodig zijn. Met de nu gemaakte afspraken is het financieel
solide fundament gelegd om te komen tot uitvoering van de spoorambities.
Rentevrijval als gevolg van superdividend
Het extra dividend zal na uitkering door de NS in eerste instantie worden gebruikt
voor de aflossing van de huidige leningen die ProRail aanhoudt bij het ministerie
van Financiën. Dit betreft oude leningen die bij de opsplitsing van het oude NS
concern in Prorail en het huidige NS naar Prorail zijn gegaan. Het wordt door alle
betrokken partijen wenselijk geacht om deze leningen over de aflossing
waarvan geen andere afspraken zijn gemaakt dan dat extra winst van NS hiervoor
zou worden gebruikt af te lossen. De rentevrijval die door deze aflossing bij
ProRail onder de uitgavenkaders t/m 2020 ontstaat, dient als dekking van een
gedeelte van het bedrag van EUR 2 miljard dat nodig is voor de financiering van
de spoorambities. Naar huidig inzicht bedraagt de rentevrijval t/m 2020 ca. EUR
0,7 à 0,8 miljard. De exacte omvang van de rentevrijval is afhankelijk van
agina 3 van 4
P
discontering, hoogte van de rente(curve) op moment van aflossing, boeterente,
Datum
etc, en is daarom van tevoren niet exact te berekenen. 25 november 2009
Ons kenmerk
Leenfaciliteit VENW/DGMO-2009/11026
Het extra dividend bedraagt EUR 1,4 miljard. Dat betekent dat met de rentevrijval
een deel van het extra dividend (de eerder genoemde EUR 0,7 à 0,8 miljard) ten
gunste van PHS kan worden gebracht. EUR 0,6 à 0,7 miljard zal door ProRail
geleend worden via de leenfaciliteit. Daarmee is het totale bedrag van het extra
dividend ten gunste van PHS gebracht. Voor PHS was reeds beschikbaar EUR 0,3
miljard via de jaarlijkse concessieprijs (zie hierboven). Ook het restant ad EUR
0,3 miljard zal door ProRail geleend worden via de leenfaciliteit.
Ten slotte
Het extra dividend van EUR 1,4 miljard zal in twee fasen worden uitgekeerd. Het
eerste deel ter hoogte van EUR 1,2 miljard zal nog in 2009 door NS worden
uitgekeerd. Het tweede deel ter hoogte van EUR 0,2 miljard betreft de
dividendbelasting. Deze wordt eind december 2009 uitgekeerd aan de
belastingdienst, maar in 2010 in de begroting verwerkt.2
De budgettaire consequenties zullen worden verwerkt in de Voorlopige Rekening
2009 voor zover het effecten in het jaar 2009 betreft. Voor het overige zullen de
(meerjarige) effecten worden meegenomen bij Voorjaarsnota en eerste
suppletoire begroting 2010.
De afspraak over de concessieprijs zal, met andere wijzigingen naar aanleiding
van de evaluatie van de spoorwegwet, in de gewijzigde concessie worden
opgenomen. U wordt hierover alsdan geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, DE MINISTER VAN FINANCIËN,
ir. Camiel Eurlings Wouter Bos
2 De dividendbelasting wordt door NS aan de Belastingdienst betaald en vervolgens
teruggevorderd door de agent. Hierdoor wordt de door NS afgedragen dividendbelasting op
kasbasis in 2010 ontvangen.
agina 4 van 4
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat