Datum 25 november 2009 -
Onderwerp Nationale Mobiliteitsmonitor 2009
1
Geachte voorzitter,
Hierbij bieden wij u de Nationale Mobiliteitsmonitor 2009 aan. Deze monitor,
die gericht is op de uitvoering van de Nota Mobiliteit, rapporteert over de
ontwikkelingen in de periode 2000 tot en met 2008.
Achtergronden
Conform de Planwet Verkeer en Vervoer dient het beleid dat is vastgelegd in de
essentiële onderdelen van de Nota Mobiliteit, door de betrokken overheden te
worden gemonitord. Hierover wordt jaarlijks verslag gedaan in de Nationale
Mobiliteitsmonitor.
Doel
Doel van de Nationale Mobiliteitsmonitor is in beeld te brengen hoe ver de
overheden gezamenlijk staan in het bereiken van de doelen van de Nota Mobiliteit
én inzicht te geven in (de effecten van) getroffen maatregelen. De monitor
voorziet hiermee in de benodigde informatie voor bijsturing van beleid en
uitvoering. Om de voortgang van het beleid aan te geven, zijn in deze monitor
vijfentwintig indicatoren opgenomen die in het Nationaal Mobiliteitsberaad zijn
vastgesteld.
Belangrijkste resultaten: indicatoren grotendeels op koers
De afgelopen jaren lieten een aanhoudende groei zien van zowel het personen-
als het goederenvervoer. In 2008 is de omvang van de totale mobiliteit voor het
eerst stabiel gebleven. Mogelijke oorzaak is de start van de economische recessie
in de tweede helft van 2008. In 2008 is gebleken dat twintig van de vijfentwintig
indicatoren op koers liggen. Van twee indicatoren is nog niet vast te stellen of de
doelstelling wordt gehaald. De drie indicatoren die evenals voorgaande jaren
niet op koers liggen, hebben allemaal betrekking op het wegverkeer. Het betreft
het reistijdverlies in files, het aantal trajecten met gewenste reistijd in de spits,
en de betrouwbaarheid in de spits. De Nota Mobiliteit gaat er echter vanuit dat
deze drie doelen voor het wegverkeer haalbaar zijn als benutten én bouwen én
beprijzen volledig zijn uitgevoerd. De effecten van deze maatregelen en de
daarmee beoogde wijziging van de koers kunnen echter nu nog niet worden
gemonitord.
a
Lichte toename reistijdverlies en langere spitsduur
Datum
Reistijdverlies als gevolg van files nam in 2008 licht toe ten opzichte van 2007. 25 november 2009
Het grootste reistijdverlies treedt op rond de vier grote steden en op de wegen die Ons kenmerk
de grote steden ontsluiten. In de periode 2000 tot en met 2008 steeg, vooral door VENW/DGMO-2009/10621
de toename van economische en sociale activiteiten, het reistijdverlies in files met
58 procent. Dit ondanks maatregelen zoals nieuwe wegen en
verkeersmanagement. Zonder deze maatregelen zou het reistijdverlies in de
periode 2000 tot en met 2008 met 69 procent zijn toegenomen. De groei van 58
procent is groter dan in de Nota Mobiliteit werd verwacht voor 2010 (circa 40
procent). De spitsperioden duren weer langer. De automobilist in de Randstad
kiest er vaker voor om vroeg van huis te gaan en voor de ochtendspits naar zijn
werk te reizen. De zakelijke reiziger reist op weg naar een afspraak nog wel in de
spits.
Openbaar vervoer
Landelijk gezien is het aantal reizigerskilometers met het openbaar vervoer de
laatste jaren gestegen. Vooral het aantal gereisde kilometers per spoor is in 2008
sterk gegroeid: de vervoersprestatie van de NS nam met ruim 4 procent toe tot
16,2 miljard reizigerskilometers. Op het decentraal spoor is het vervoer in 2008
met ruim 3 procent toegenomen.
Voor bus, tram en metro zijn de reizigerskilometers enigszins gelijk gebleven
vanaf 2000. In de periode 2003-2008 is het aantal reizigerskilometers gestegen
van 6,3 naar 6,4 miljard. Het jaar 2008 laat een daling zien van 6,5 naar 6,4
miljard reizigerskilometers, maar daarbij moet rekening gehouden worden met de
lange periode waarin gestaakt werd. Het aanbod van bus, tram en metro is tussen
2000 en 2007 met ruim 6 procent gestegen (gegevens over aanbod 2008 niet
bekend).
Bij de NS namen de klanttevredenheid en het gevoel van sociale veiligheid van de
reizigers in 2008 licht toe, net als in voorgaande jaren. Hetzelfde geldt voor het
regionale openbaar vervoer. De punctualiteit van het spoorvervoer is in 2008 met
0,2 procent afgenomen. Dit is een verandering ten opzichte van de vorige jaren,
toen steeds sprake was van een (lichte) stijging.
Fiets
Op ritten tot 7,5 kilometer wordt de fiets al sinds 2000 in ongeveer 31 procent
van de gevallen gebruikt. Het totale fietsgebruik stijgt licht sinds 2003. In 2008
betrof het 13,7 miljard fietskilometers. Het aantal fietsdiefstallen daalde in 2008
met 100.000.
Marktaandeel zeehavens en passagiersvervoer Schiphol stabiel
Het marktaandeel van de Nederlandse zeehavens in de totale overslag in de
Hamburg-Le Havrerange bleef in 2008, net als voorgaande jaren, stabiel. De
stijgende lijn in de groei van de toegevoegde waarde van de havens hield in 2008
aan. Het shortsea-vervoer vanuit Nederland groeide vorig jaar tot 42,5 miljoen
ton. Het passagiersvervoer op Schiphol bleef in 2008 stabiel. Weliswaar daalde
het vervoer naar EU-landen, maar het passagiersvervoer naar niet-EU-landen
binnen Europa en het intercontinentale passagiersvervoer lieten wel groei zien.
Het marktaandeel tonnage via Schiphol vervoerde vracht bleek ook stabiel op 20
procent.
agina 2 van 3
P
Aantal verkeersdoden neemt verder af
Datum
De ontwikkeling van de veiligheid op de weg is gunstig. De afname van het aantal 25 november 2009
verkeersdoden zette in 2008 door. Daarentegen laten de meest recente cijfers Ons kenmerk
(2007) van het aantal ziekenhuisgewonden een stijging zien. VENW/DGMO-2009/10621
De veiligheid op het spoor voldeed in 2008 aan de in de Nota Mobiliteit gestelde
risiconormen voor werknemers en passagiers. Het aantal doden per jaar op
overwegen bleef in 2008 ruim onder het gestelde doel.
Meer CO2-emissie
De emissie van CO2 door verkeer en vervoer nam in 2008 weer toe, na een lichte
daling in 2007. Daarentegen verbeterde de luchtkwaliteit, mede door daling van
de NOx-emissie van verkeer en vervoer. De aanpak van knelpunten in de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) uit het rijksinfrastructurele Meerjaren-
progrogramma Ontsnippering (MJPO) vordert gestaag. In 2008 zijn twaalf van
de 208 in het MJPO geïdentificeerde knelpunten geheel opgelost en 22
gedeeltelijk.
Behoefte aan lokale en regionale verkeersgegevens
Het wegennet heeft, met name in de Randstad, de grenzen van de capaciteit
bereikt. Dagelijkse (lokale) schommelingen, zoals meer verkeer vanwege
evenementen, incidenten of plaatselijk dichte mist, leiden steeds vaker tot
bovenregionale problemen. Lokale effecten zijn nationaal uitgemiddeld niet altijd
zichtbaar. Behalve aan nationale cijfers is daarom behoefte aan lokale en
regionale gegevens. Het is dus noodzakelijk dat regionale overheden ook analyses
op regionaal en/of corridorniveau uitvoeren. Daarom zijn dit jaar voor het eerst
de regionale reistijden van deur-tot-deur voor OV en auto opgenomen in de
monitor.
Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de Nationale Mobiliteitsmonitor
2009, die wij u tezamen met deze brief toezenden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagiina 1 van 3
ag na 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat